Column | Ongevraagd advies

Ellen Deckwitz

Afgelopen dinsdag stond er een interessant artikel in deze krant, waarin auteur Lena Bril schrijft dat de mentale problematiek waar veel jongeren mee kampen, ook deels een taalcrisis is. Omdat jongvolwassenen tegenwoordig weinig lezen hebben ze soms niet de taal om het eigen innerlijk leven mee te kunnen benoemen of onderzoeken. Bril stelt dat een breed vocabulaire onmisbaar is voor het vergaren van zelfkennis, en dat het lezen van literatuur kan helpen om te reflecteren op het eigen bestaan.

Dat ben ik helemaal met haar eens. Zelf sta ik regelmatig voor de klas en ik merk dat de leerlingen die lezen veel beter zijn in het verwoorden van hun gevoelens. De ellende is echter dat je jongeren die uit zichzelf niet snel een boek oppikken, niet zo makkelijk aan het lezen krijgt. Gelukkig is er een manier om ze dat alsnog te laten doen, en omdat ik weet dat aardig wat NRC-abonnees in het onderwijs zitten kan ik het niet nalaten om hier toch even wat ongevraagd advies te geven.

Als ik een klas tref waarvan ik weet dat er amper wordt gelezen, vraag ik de leerlingen om een brief aan henzelf op te stellen, waarin ze moeten vertellen wat ze leuk of stom vinden aan hun leven, waar ze over een jaar willen zijn, en wat ze vrezen.

Een paar dagen later vraag ik hen om weer zo’n epistel op te stellen (wat helpt is dat ze het hierbij over een vertrouwd onderwerp mogen hebben, namelijk zichzelf, dus ik stuit zelden op verzet wanneer ik hen weer aan het schrijven zet) met het verzoek om nu één onderwerp uit die eerste brief uit te lichten, en daar een aantal brieven lang nader op in te gaan.

Het aangename resultaat is dat door jongeren met zichzelf te laten corresponderen niet alleen hun schrijfvaardigheid toeneemt, maar dat ze ook interesse beginnen te krijgen voor het schrijven van anderen, en een deel zelfs om leestips begint te vragen. Volgens een bevriende onderzoeker is er inmiddels voorzichtig bewijs dat jongeren die aan het schrijven worden gezet, zelf ook geneigd zullen zijn om eens een boek op te nemen.

De reden laat zich raden, waar het hier om gaat is dat ik heb gezien dat het werkt. Schrijven leidt tot lezen, en lezen leidt weer tot een groter lexicon en tot nog meer manieren om jezelf uit te drukken. Elke roman of gedicht bestaat immers uit spades en schoffels waarmee je de woeste grond tussen je oren mee kan ontginnen of verkennen. En zo kunnen jongeren de ruimte tussen hun slapen, met elke zin die ze lezen of schrijven, ook weer een stukje beter bewoonbaar maken, met alle prettige gevolgen vandien.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.

Lees verder…….