Column | Met haar monotone voorleesstijl buit Martine van der Velde (PVV) haar talentloosheid ten volle uit

Van Martine van der Velde (PVV) is mij weinig bekend. Ze stond twintigste op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen en had wat politieke ervaring opgedaan in de Provinciale Staten van Utrecht en de gemeenteraad van Utrecht (1 vergadering). Over die periode zegt ze zelf dat ze meer mensen heeft gesproken dan voorheen, dat iedereen een verhaal heeft dat gehoord wil worden en dat ze in gesprek gaan met mensen heel belangrijk vindt. Haar hobby’s: gamen en schilderen. „Ik schilder bijvoorbeeld mini’s die je kunt gebruiken bij tabletop RPG’s zoals D&D of Pathfinder.” Geen woord over eerdere werkzaamheden, ze worden op de website van de Tweede Kamer afgedaan met één woord: marketeer.

En een marketeer is ze.

Gisteren voerde ze wederom, de eerste keer is me ook bijgebleven, het woord in het debat over de toekomst van de publieke omroep. Van der Velde leest dan monotoon en zonder een spier te vertrekken de meest vreselijke teksten voor. Als ze hapert, en dat gebeurt om de paar zinnen, pakt ze de draad zelfverzekerd weer op. Dat haperen vind ik overigens geen doodzonde, ik haper zelf ook regelmatig als ik een tekst moet voorlezen bij de radio. Het dwingt de luisteraar om goed te luisteren. Ze buit haar talentloosheid zo ten volle uit.

Mij heb je, als je een toespraak begint met een lange zin als deze: „12 juli, nu zo’n vijf jaar geleden, regende het zo hard op het Mediapark dat deze onder water kwam te staan en misschien heeft u toen ook wel de beelden gezien van het VARA-gebouw dat blank stond en dat er toen een grijze poef, ‘een Carry On Kruk van Offecct’, aan kwam drijven en dat toen een van die medewerkers verbaasd riep: ‘Kijk die poef van achthonderd euro!’ en voorzitter dit is precies hoe de PVV de NPO ziet, als een nutteloos ding waar veel te veel geld tegenaan gesmeten wordt.”

Ze werd tijdens het voorlezen onderbroken door Nicolien van Vroonhoven (NSC) die vroeg of ze het goed had verstaan ‘dat de NPO een nutteloos ding is’.

„Dat is correct”, antwoordde Van der Velde, „en in mijn optiek zijn dat ook geen scheldwoorden, dus ik ga nog even door.”

Keihard lachen op de bank voor de televisie.

Ook omdat er aan een ketting om haar nek een verzilverde eend hing.

Waarschijnlijk gekregen.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.