Column | Lando Markhorst

Marcel van Roosmalen

In de brugklas van het Thomas a Kempis College zat ik in de klas met Lando Markhorst (54). Hij werd een paar jaar later prins van carnavalsvereniging ‘de Tomaat’, ik werd van school gestuurd. Een paar maanden geleden werd ik aan zijn bestaan herinnerd. Ik kreeg ik een bericht van een van zijn beste vrienden. ‘Brakenhoff’ – in Arnhem noemen ze elkaar graag bij de achternaam – had ook op ‘Thomas’ gezeten.

Of ik in te huren was?

Lando Markhorst had zijn bedrijf verkocht, hij begon aan een sabbatical. Ik was tegen ieders verwachting de enige BN’er, want zo zien ze mij in Arnhem, van onze school geworden. Of ik een toespraak wilde houden op een verrassingsfeest? Nou heb ik weinig grenzen in het commercieel uitmelken van mezelf, maar bij het als clowntje uit een doos komen op het feest van een ex-klasgenoot trek ik een grens.

Brakenhoff bleef bellen.

Of ik dan een podcast met Lando wilde opnemen? Hij schreef erbij dat Lando best wel grappig was en dat hij hem graag ook ‘een plekje in het zonlicht’ gunde. En nogmaals: het mocht wat kosten.

Een column over Lando Markhorst dan?

Ik antwoordde dat ik weinig herinneringen aan Lando Markhorst had, behalve dan dat hij prins carnaval was geweest.

Brakenhoff kon het niet geloven.

Gewoon een keer met Lando naar Vitesse dan?

„Is er wat met Lando Markhorst?”, mailde ik na het zoveelste verzoek terug. „Is hij ziek of stervend? Of gewoon op zijn achterhoofd gevallen?”

Het antwoord was: „Nee, maar hij is gek op aandacht en hij wil misschien zelf ook wel columnist of beroemd worden.”

Ik raadde aan om een columncursus van mijn vriendin voor Lando aan te schaffen.

Vorige week vond ik hem terug in onze woonkamer. De cursus was net voorbij. Hij had veel geleerd. Ook over zichzelf, hij wilde geen columnist meer worden. We stonden wat onwennig tegenover elkaar. Sinds de brugklas was hij niet veranderd, zelfs de schoenen waren nog hetzelfde. We wisselden wat herinneringen uit. Hij was op zestienjarige leeftijd prins carnaval geweest, ‘de Tomaat’ was een paar jaar geleden opgeheven.

Vrijdag speelde ik in de Arnhemse schouwburg. Na afloop trof ik Lando Markhorst in een Arnhems café. Zijn beste vriend uit klas 1D was er nu ook weer bij.

Hij bedankte me voor mijn inbreng op zijn afscheidsfeest. Brakenhoff had Youp van ’t Hek als vervanger geregeld, maar het hoogtepunt was het voorlezen van mijn afwijzingen geweest. We dronken een paar biertjes en daarna liet ik ze achter met hun Arnhemse verhalen. Zijn laatste woorden waren: „mijn naam in een krant zou een hoogtepunt zijn”.

Zin om alsnog een rekening te sturen.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….