Column | Kraanvogels

Marijn de Vries

Ik ben nooit vergeten hoe je een kraanvogel vouwt. Niet de makkelijke maar de moeilijke, met het bolle ruggetje. De kraanvogel die de Japanse voetballers achterlieten in de kleedkamer, na hun wedstrijd tegen Duitsland. Tien kleintjes en één grote waren het, zorgvuldig gevouwen en neergezet in de verder brandschone kleedruimte.

Op de basisschool hadden we elke woensdag ‘creatieve ochtend’. Meestal hadden de activiteiten dezelfde strekking: iets met klei, iets met hout of iets met verf. Maar op een ochtend konden we kiezen voor origami. We leerden envelopjes vouwen, bloemen, en kikkers. En op het laatst leerden we de kraanvogel. De makkelijke kraanvogel, met de puntrug. De broedende kraanvogel. En de kraanvogel die deze week op het WK voetbal verscheen.

Ik ben vergeten hoe de kikkers en bloemen gaan, maar kraanvogels ben ik mijn hele leven blijven vouwen. Vaak van een A4’tje. Daar moet je dan eerst een vierkant van maken. Met het vouwen van een scherpe lijn en voorzichtig scheuren lukt dat best. Kraanvogels staan volgens de Japanse traditie voor gezondheid, geluk en voorspoed. Ze beschermen de zwakken met hun grote vleugels en vervoeren mensen naar hogere spirituele gronden als ze zijn overleden.

Bij de kraanvogel met het bolle ruggetje hoort een extra verhaal. Het verhaal van Sadako Sasaki, een Japans meisje. Ze woonde in Hiroshima, op anderhalve kilometer van de plek waar in 1945 de atoombom insloeg. Ze was toen twee jaar oud, maar overleefde en leek op te groeien tot een sterke meid, die goed kon hardlopen. Toen ze elf was, bleek ze leukemie te hebben. Opgelopen door de enorme hoeveelheid straling waaraan ze was blootgesteld.

Sadako lag veertien maanden in het ziekenhuis, en werd steeds zieker. Toch begon ze met het vouwen van kraanvogels. De moeilijke kraanvogels, met het bolle ruggetje. Want volgens een Japanse legende zou ze een wens mogen doen als ze duizend kraanvogels had gevouwen. Ze zou wensen dat ze beter werd, natuurlijk. En dat alle kinderen die ziek geworden waren van de straling, beter zouden worden. Ze zou wensen dat mensen elkaar nooit meer zoiets verschrikkelijks zouden aandoen. Ze wenste vrede.

Volgens de overlevering stierf Sadako na het vouwen van haar 644ste kraanvogel. Haar vriendjes en vriendinnetjes vouwden – zo vertelt de legende – de rest van de kraanvogels, tot het er duizend waren. En ze zamelden geld in voor alle kinderen die ziek waren geworden door de atoombom. Het verhaal van de kraanvogels ging het land door en de wereld over, en in 1958 kreeg Sadako een standbeeldje in het Vredespark van Hiroshima, met een kraanvogel in haar hand. Bij het beeld staat te lezen: „Dit is onze schreeuw. Dit is ons gebed. Vrede op aarde.” Ik denk dat het verhaal zo’n verpletterende indruk maakte omdat ik twaalf was toen ik het hoorde, terwijl ik dezelfde kraanvogels als Sadako leerde vouwen.

Van de rechthoek die overblijft als ik van een A4’tje een kraanvogel maak, vouw ik altijd twee kleine kraanvogels. Van het rechthoekje dat daar weer van overblijft, priegel ik twee nog kleinere kraanvogeltjes. En twee nog kleinere. En nog kleinere. Tot de vierkantjes zo klein zijn dat ik niet meer vouwen kan, tot je de kraanvogeltjes bijna niet meer ziet.

Misschien zoek ik er te veel achter. Maar heel misschien zijn de kraanvogels van de Japanners in al hun bescheidenheid wel het krachtigste statement van dit WK.

Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.

Lees verder…….