Column | Gaten

Ellen Deckwitz

Mijn neef (17) liet dit weekend een helixpiercing zetten, zo’n oorbel aan de bovenkant van de oorschelp. Het hele gezin ging mee. „Vind je het eng?”, vroeg mijn zus. „Nee joh, het is gewoon een soort acupunctuur”, zei hij.

Die instelling belette hem niet om de hele winkelstraat bij elkaar te schreeuwen toen de naald erin ging. De volgende dag zat hij aan het ontbijt zijn wond zorgvuldig te betten want hee, zo’n staaf in je oor is natuurlijk heel stoer, maar hygiëne boven alles.

„Ik kreeg bij mijn wenkbrauwpiercing eind jaren negentig een halfleeg flesje betadine en verder de beste wensen”, grinnikte mijn zus.

„Ik heb inmiddels vijf mails van die piercingwinkel”, zei mijn neef. Hij opende de laatste die als titel, en ik verzin dit niet, „Wat leuk, gefeliciteerd met je piercing!” had, alsof de nieuwe lichaamsversiering een diploma was in plaats van, laten we wel wezen, een poging om er wat cooler uit te zien. Een ander bericht had als aanhef „Wat tof dat je bij ons een piercing hebt laten zetten!” en bevatte nazorgadviezen die je kon lezen, maar ook beluisteren (Onder het kopje „Luister je liever?” stond een mp3 met instructies) en zien („Bekijk je liever een grappige strip? Dat kan hier!”).

Enerzijds was het natuurlijk fantastisch dat de klant zichzelf zo op diverse manieren kon informeren, want een ontstoken of ingegroeide piercing wil je echt niet. Toch zat het me dwars, want het zei ook iets over de veronderstelde leesvaardigheid van de gepiercete. Terwijl mijn neef zaterdag doodbloedde, vertelde de eigenaresse van de winkel me dat haar clientèle vooral uit tieners en adolescenten bestaat. Diezelfde middag luisterde ik naar de nieuwe aflevering van de podcast Haagse Zaken, waar het onder andere ging over de huidige lerarentekorten. Eén van de gevolgen daarvan is dat een kwart van de vijftienjarigen niet meer goed in staat is om een recept of een handleiding te lezen, en dus functioneel analfabeet is. Gelukkig zijn er nog piercingwinkels die de nazorg ook auditief en visueel aanbieden, maar bij de meeste instanties, van tandarts tot Belastingdienst, is informatie hoofdzakelijk tekstueel van aard. En dat zet je aan het denken over de kansen van de jeugd, vooral het laaggeletterde deel dat geen toegang heeft tot bijles of huiswerkbegeleiding. Hoe ze zichzelf straks staande moeten houden in een samenleving die van ze eist dat ze meer dan functioneel analfabeet zijn. Het is wrang dat jongeren tegenwoordig beter weten wat ze met gaten in hun huid aan moeten dan met die in hun ontwikkeling, laat staan die in hun toekomst.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Frank Huiskamp.

Lees verder…….