Column | Even belangrijk

Een van mijn lievelingsmensen, een jongen van nog geen 35, is op. Waar we vroeger urenlange wandeltochten maakten, vaste klant bij de klimhal waren en tot diep in de nacht konden discussiëren, zie ik hem tegenwoordig weinig. Dat komt niet door ruzie of doordat we gewoon uit elkaar zijn gegroeid, maar door ziekte. R. is een van de honderdduizend Nederlanders met long covid. Anderhalf jaar geleden kreeg hij corona, voelde zich aanvankelijk gammel maar niet hondsberoerd (hij noemde het virus toen nog „een omhooggevallen verkoudheid”) maar binnen enkele weken verslechterde zijn conditie.

Inmiddels draagt hij een zonnebril als hij de gordijnen opent. Daglicht is hem snel te veel, geluid vaak een marteling. Werken kan hij niet meer, hij heeft maar een paar uren per dag waarop zijn geest nog soort van helder is. En zo raakte hij, alle betrokken vrienden, familie en buren ten spijt, in een isolement. Contact vindt hij fijn, maar het trekt hem ook razendsnel leeg. Een appgesprek van vijf berichtjes put hem soms al uit.

Op zijn aanraden las ik het onlangs verschenen De achterblijvers, waarin Anne Vroegindeweij beschrijft hoe long covid zowel haar professionele als sociale leven lamlegde. Naast een aangrijpende getuigenis is De achterblijvers ook een aanklacht, tegen een overheid die verontrustend weinig aandacht heeft voor de longcovidschaduwpandemie. Over de houding van minister Ernst Kuipers schrijft Vroegindeweij bijvoorbeeld: ‘Waarom zegt hij nooit iets over de ernst van long covid? Waarom is er geen overheidscampagne die burgers hierover inlicht? Iemand moet mensen toch waarschuwen dat je met elke infectie een kans van één op tien hebt om maanden of zelfs jaren fysiek en mentaal beperkt te worden?’

Contact vindt hij fijn, maar het trekt hem ook razendsnel leeg

Met andere woorden: we willen misschien wel geloven dat het gevaar van corona geweken is, maar wie De achterblijvers leest zal zich toch achter de oren krabben. Afgelopen juni schreef het Maatschappelijk Impact Team aan het kabinet dat de aanpak van long covid in ons land niet overtuigend is, laat staan zichtbaar. Het beleid schiet op diverse vlakken tekort, en dat terwijl deze chronische ziekte een flink aantal burgers treft en er dagelijks nieuwe patiënten bij kunnen komen. De aanpak is in Nederland zelfs zo karig dat artsen en wetenschappers inmiddels op eigen gelegenheid onderzoek doen naar long covid, met steun uit particuliere fondsen.

Toen R. dat hoorde was hij woedend.

„Ik dacht altijd dat ik in een land woonde waar de overheid je beschermt”, zei hij kwaad, „waar de volksgezondheid een prioriteit is. In plaats daarvan leef ik in een land waar niet elke ziekte even belangrijk is.” Hij snoof diep.

„En waarin niet alle zieken gelijk zijn.”

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.