Column | Er loopt een nieuwe scheidslijn door Europa

Vijftien jaar geleden, tijdens de eurocrisis, draaide alles in Europa om geld. Om schulden, tekorten en om de kloof tussen noord en zuid. De ruzie liep zo hoog op, dat sommigen voorspelden dat de euro uiteen zou vallen in een ‘neuro’ voor Noord-Europa en een zeuro voor het zuiden.

Tien jaar geleden, toen Syrische vluchtelingen naar Europa kwamen, werd dat geruzie over geld verdrongen door heftige geschillen over asiel en migratie. De scheuring waar velen over speculeerden, was ineens die tussen oost en west.

En nu? Comme ça change, zeggen de Fransen. De Europese verkiezingen komen eraan (6 juni) en het belangrijkste thema tijdens de campagnes is niet schulden, en zelfs niet migratie, maar veiligheid.

Daarbij gaat het om de veiligheid van burgers die zowel hybride als militair steeds meer bedreigd worden van buiten Europa, en daarmee ook om de bescherming van de vrede en welvaart die Europeanen sinds eind jaren veertig met hulp van de Amerikanen hebben opgebouwd. Burgers klagen altijd graag over wat Europa allemaal fout doet. Maar niemand wil de Europese goodies kwijt en de wachtkamer zit vol kandidaat-leden. Zo slecht was die integratie dus niet. De Eurobarometer, de opiniepeiling die elke zes maanden burgers in alle lidstaten vraagt of het lidmaatschap een goede zaak is voor hun land, bevestigt dit. Nu antwoordt 72 procent ja. Twintig jaar geleden was dat 50 procent.

Geen wonder dat er nu in allerlei EU-landen zo’n heisa is over de onthulling van de Tsjechische geheime dienst dat Rusland extreemrechtse politici in Europa betaalt om Europese samenlevingen te ondermijnen en Russische propaganda te verspreiden. Dat Rusland een aantal van hen voor zijn kar had gespannen, was allang bekend. De innige banden tussen het Kremlin en het Franse Rassemblement National en de Oostenrijkse FPÖ werden eerder al beschreven in boeken als Russia and the Western Far Right; Tango Noir van Anton Sjechovtsov . In periodes waarin het Europese discours draait om begrotingstekorten of migratie, denken veel mensen: het zal wel. Nu het oorlog is aan de EU-buitengrens en president Poetin EU-landen met kernwapens bedreigt, worden de schijnwerpers wél gericht op Russische geldstromen naar extreemrechtse politici. Ondermijnen Thierry Baudet, Filip Dewinter en anderen de veiligheid in Europa? Met wie hebben zij zich ingelaten? Wie zijn hun geldschieters? Tot nog toe kwamen ze weg met ontwijkend gedrag en vage antwoorden. Dat is voorbij.

Want het nieuwe veiligheidsdiscours trekt een nieuwe scheidslijn door de Europese politiek: ben je voor Europa, transatlantische betrekkingen en Oekraïne, of tegen? In Frankrijk gaat het debat bijna nergens anders over: president Macron valt Marine Le Pen op haar Russische connecties aan. In Oostenrijk werd deze week eindelijk Egisto Ott gearresteerd, een oud-agent die gevoelige informatie over onder meer Bellingcat-journalist Christo Grozev naar Moskou stuurde.

Dit nieuwe schisma gaat de politieke kaarten in Europa opnieuw schudden. Centrumrechts probeert er al van te profiteren. Klaus Welle, de voormalig secretaris-generaal van het Europees Parlement die lang politiek strateeg was in de christen-democratische (centrumrechtse) Europese familie, schreef vorig jaar op de site Le Grand Continent dat het buiten Europa zo guur is geworden dat centrumrechts nu anders kijkt naar alles wat nog rechtser is. Centrumrechts sluit extreem-rechtse partijen die pro-Russisch, anti-Amerikaans en anti-EU zijn nu categorisch uit. „Poetinisme”, schrijft Welle, „is geen werkbare optie meer in het geciviliseerde Europa”.

Maar met diegenen die bij nader inzien eieren voor hun geld kiezen, die beamen dat Europa beschermd moet worden (en bescherming biedt) tegen Poetins 19de-eeuwse imperiale ambities, én erkennen dat de EU een rechtsstaat is en een „noodzakelijk complement van de natiestaat”, valt volgens hem te praten. Hij noemt de regeringen van Italië en Tsjechië als voorbeeld. Ook tekenend in dit verband: de draai van de PVV die niet langer een Nexit beoogt en nu Oekraïne steunt.

Wees dus niet verbaasd als centrumrechts redelijk ongeschonden door de verkiezingen komt, door dat nieuwe veiligheidsdiscours.