Column | Druk

Ellen Deckwitz

Afgelopen dinsdag had ik het te druk: er was een takenlijst van een meter die af móést, een kwartaalaangifte die maar niet af kwam, er waren zieke familieleden die ik boodschappen moest brengen, er waren deadlines waar maar geen einde aan leek te komen. Mijn werkdag begon om half zes in de ochtend en pas tegen vijf uur ’s avonds had ik alles af. Maar het gevoel dat alles af was, kwam helaas niet, waardoor ik alsnog naar huis snelwandelde, mijn adem wegpuffend alsof ik weëen had. En toen belde mijn broer.

„Wat hijg je”, zei hij. „Moet je de trein halen ofzo?”

„Nee”, gromde ik. „Ik heb alles wat ik vandaag moest doen, gedaan.”

„Zo klink je anders niet.”

„Ik wil gewoon dat mijn werkdag voorbij is.”

„Je zegt net dat je werkdag erop zit.”

„Hij is pas klaar als ik thuis ben.”

„Dat is geen goed uitgangspunt”, zei mijn broer wijs. „Vrij is vrij, daar heb je je huis niet voor nodig.”

Dat was goed advies waar ik op dat moment helaas niet voor openstond, dus antwoordde ik dat ik het fijn voor hem vond dat hij al zo dicht tegen verlichting aan zat.

„Doe niet zo kattig”, zei hij. „Weet je wat ik altijd doe als ik overbelast ben? Rustiger lopen.”

„Als je nu over mindfulness begint, ga ik gillen.”

„Nee, ik heb het niet over mindfulness maar over het feit dat je als je je tempo te lang en te veel opvoert, je lichaam juist meer stressstoffen aan gaat maken waardoor je alleen maar opgefokter wordt.”

„Weet je wat ik altijd doe als ik overbelast ben? Rustiger lopen”

‘Ik maak dan ook weer endorfines aan”, sputterde ik, maar hij had gelijk, ik had nota bene net nog iets gelezen over dat je lichaam bij te intensief sporten inderdaad de productie van cortisol en adrenaline verhoogt, en dus nam ik gas terug. Dat was even slikken, want het was druk op straat. Auto’s toeterden, fietsers zoefden langs me heen, kinderen stuiterden voor mijn voeten, ik wilde er nog steeds zo snel mogelijk vandaan, maar goed, alles voor het ontlasten voor mijn zenuwstelsel, dat ding had ook weleens een pauze verdiend.

En het mooie was: het werkte dus echt. Het afremmen maakte een einde aan het gevoel dat er nog van alles moest. Al vertragende besefte ik bovendien dat ik me er steeds minder over opwond dat ik nog niet thuis was.

Zo was ik eindelijk bezig met naar huis gaan, in plaats van met vluchten.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.

Lees verder…….