China boekt zege bij VN: geen debat over rapport Oeigoeren

Mensenrechten Een motie van vooral westerse landen om een rapport over Xinjiang te bespreken in de VN-Mensenrechtenraad is verworpen. Chinese diplomatie werpt zijn vruchten af.

Demonstratie tegen de behandeling van de Oeigoeren bij de Chinese ambassade in Jakarta in juni.
Demonstratie tegen de behandeling van de Oeigoeren bij de Chinese ambassade in Jakarta in juni.

Foto Garry Lotulung / NurPhoto via AFP

Hoe geloofwaardig zijn de Verenigde Naties nog als het niet eens lukt om in een VN-orgaan een VN-rapport te bespreken? En: wat zegt het over de toegenomen macht van China als het land dat voor elkaar weet te krijgen?

Vooral westerse landen dienden eind vorige week een motie in om in de VN-Mensenrechtenraad een rapport te bespreken over de benarde situatie van de Oeigoeren in het Chinese Xinjiang. Die motie haalde het niet: negentien landen stemden tegen, zeventien landen voor en elf landen onthielden zich van stemming.

„Dit is een triomf voor ontwikkelingslanden en een triomf voor waarheid en rechtvaardigheid”, tweette de woordvoerster van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken Hua Chunying direct. Vooral moslimlanden en landen in Afrika stemden tegen de motie.

Voor de westerse landen is de verloren stemming in de Raad een blamage, hoewel de Britse gezant er na afloop nog een positieve draai aan probeerde te geven. Hij zei dat „een significant aantal landen zich het zwijgen niet laat opleggen als het gaat om ongehoorde schendingen van de mensenrechten”, wie die dan ook begaat.


Lees ook: Het woord ‘genocide’ wilde China niet in VN-rapport over Oeigoeren

Dat het voorstel het niet haalde, is het resultaat van een zorgvuldig en uitgekiend Chinees beleid dat al ruim een decennium geleden werd ingezet. China biedt daarbij economische steun aan vaak armere landen en vraagt daar iets heel anders voor terug dan de meeste westerse landen.

De landen die steun van China krijgen, hoeven niet te voldoen aan regels van goed bestuur, er zijn geen eindeloze, trage procedures aan verbonden en economische samenwerking is altijd mogelijk als beide landen menen daar baat bij te hebben. China vraagt niet om transparantie: liever niet zelfs. Van veel deals is de inhoud nooit openbaar gemaakt.

Corrupte heersers

Zeker voor de meer corrupte en dictatoriale heersers is Chinese steun dan ook een welkom alternatief voor wat zij zien als westerse bemoeizucht en post-kolonialisme.

Aan dat gevoel refereerde de Chinese gezant bij de VN voorafgaand aan de stemming: „Vandaag is China het doelwit. Morgen wordt willekeurig welk ander ontwikkelingsland het doelwit”, aldus gezant Chen Xu. Dat zullen vooral de landen met een minder frisse overheid in hun oren hebben geknoopt: ben je een dictator, dan kan de Mensenrechtenraad ook jou op de korrel nemen.

Maar een landsbestuur hoeft niet corrupt te zijn om China te steunen, het kan ook gewoon bang zijn om China’s economische steun te verliezen. En ook Chinese steun is niet gratis. Er gelden twee belangrijke eisen: het land moet China steunen in zijn beleid ten opzichte van Taiwan, en het wordt dringend gevraagd om in de VN mee te stemmen met andere voor China belangrijke dossiers. Het dossier over de Oeigoeren is dat zeker.

China wil van ‘bemoeizucht’ af over wat landen met hun burgers doen

Voor Kazachstan en Oezbekistan, beide lid van de Mensenrechtenraad, staan er ook geopolitieke belangen op het spel. Beide landen willen minder afhankelijk worden van Rusland, de Chinese president Xi Jinping heeft ze tijdens zijn recente bezoek daartoe de helpende hand gereikt. Daar moet iets tegenover staan, en waarschijnlijk heeft China duidelijk gemaakt dat tegen de motie stemmen zeer zou worden gewaardeerd. Zeker in het geval van Kazachstan is de tegenstem pijnlijk: ook Kazachstanen worden in Xinjiang zwaar vervolgd, en de eigen Kazachse bevolking protesteert daartegen.

De meest veelzeggende stemverklaring kwam van Indonesië. Gezant Febrian Ruddyard verklaarde: „Als het grootste moslimland ter wereld en als een levendige democratie kunnen we onze ogen niet sluiten voor het lot van onze moslimbroeders en -zusters.” Maar, omdat China er niet mee instemt, levert een discussie „geen substantiële vooruitgang op”. Dus stemde Indonesië toch tegen de motie, daarmee expliciet verklarend dat principes in dit geval moeten wijken voor macht.

Met het oorspronkelijke rapport was er ook al iets vreemds aan de hand. Michelle Bachelet, Hoge Commissaris voor de Mensenrechten bij de Verenigde Naties, drukte pas op het allerlaatste moment op de zend-knop om het rapport openbaar te maken. Dat was laat in de avond van 31 augustus, in de laatste paar minuten voordat zij op 1 september haar functie definitief neerlegde. Ze schoof publicatie ervan vier jaar lang onder grote druk van China voor zich uit.

Vernietigende conclusies

Er staan voor China dan ook vernietigende conclusies in het rapport. Zo zijn er sterke aanwijzingen voor marteling, seksueel geweld, gedwongen medische behandelingen en dwangarbeid van de naar schatting ruim een miljoen Oeigoeren en andere overwegend moslimminderheden die gevangen zitten of zaten in kampen in het West-Chinese Xinjiang. Het rapport concludeert dat er sprake is van „mogelijke misdaden tegen de menselijkheid”.

Maar wat voor reactie er moest komen op het rapport, was nog niet eenvoudig te bepalen. Van meet af aan was duidelijk dat er niet zomaar een meerderheid te vinden zou zijn om China in de Mensenrechtenraad op het rapport aan te spreken. Dus werd gekozen voor een motie in de lichtste bewoordingen mogelijk, met alleen een voorstel om het rapport te bespreken, niet om China gelijk ook te veroordelen.


Lees ook: China verzet zich fel tegen VN-conferentie over steun voor Oeigoeren

De Amerikaanse gezant bij de VN Michelle Taylor zei: „Geen enkel land hier vandaag vertegenwoordigd, heeft een perfecte score op het gebied van mensenrechten. Geen land, hoe machtig ook, zou uitgesloten moeten zijn van discussies door de Raad – ook mijn land niet, de VS, en ook de Volksrepubliek China niet.”

Maar zaken rondom Xinjiang hebben volgens China helemaal niets met mensenrechten te maken, maar met terrorismebestrijding en de-radicalisering.

De diplomatieke barometer slaat in de VN steeds meer uit in het voordeel van China. China probeert ook al tijden de manier waarop mensenrechten worden gedefinieerd te veranderen, en dat lukt aardig. Niet de politieke, maar de economische rechten moeten volgens China vooropstaan. De claim op de universaliteit van mensenrechten zoals die nu zijn gedefinieerd onderschrijft China niet. Daarmee zijn ze al snel niet langer bruikbaar om landen aan te spreken op wat ze binnenslands met hun burgers doen. En dat is ook precies de ‘bemoeizucht’ waar China voor eens en voor altijd van af wil.

Lees verder…….