BlackRock te ‘woke’ voor rechts VS

Cultuurstrijd Grote Amerikaanse beleggers krijgen kritiek van Republikeinen omdat ze te veel bezig zouden zijn met het redden van de wereld.

Klimaatactivisten demonstreren op Park Avenue in New York, afgelopen oktober. Tijdens hetzelfde protest blokkeerden ze ook de ingang van het hoofdkantoor van BlackRock.
Klimaatactivisten demonstreren op Park Avenue in New York, afgelopen oktober. Tijdens hetzelfde protest blokkeerden ze ook de ingang van het hoofdkantoor van BlackRock. Foto Leonardo Munoz/VIEWpress

Heb je een keer goede bedoelingen, is men weer niet tevreden. Grote Amerikaanse beleggers, zoals BlackRock, Blackstone en Carlyle, stellen steeds vaker strengere eisen aan de bedrijven waarin ze geld steken, op het gebied van milieu, goed ondernemingsbestuur en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Maar in de VS, en dan voornamelijk vanuit Republikeinse hoek, liggen ze juist daarom nu onder vuur.

De beleggers, die door weer andere critici al langer wordt verweten alleen maar op rendement uit te zijn, zouden zich volgens deze nieuwe groep critici eerder te ‘woke’ gedragen: te veel bezig met de wereld redden en te weinig met geld verdienen. En op die manier zouden ze hun financiële ‘zorgplicht’ jegens klanten schenden.

Het blijft niet bij verwijten. In een aantal ‘rode’ Amerikaanse staten (vaak staten waar nog veel fossiele energie gewonnen wordt) werken politici momenteel concreet aan regels om lokale pensioenfondsen bijvoorbeeld te verbieden zaken te doen met deze beleggers, als die zaken als klimaat en raciale gelijkheid te veel meewegen in hun investeringen (in sommige staten is zulke wetgeving reeds aangenomen). Op federaal niveau proberen Republikeinen in het congres ondertussen te voorkomen dat de regering-Biden pensioenfondsen gaat toestaan rekening te houden met deze zogeheten environmental, sociall en governance (ESG)-criteria.

Maat vol

Voor de beleggers lijkt de maat zo langzamerhand vol. In hun jaarverslagen die de afgelopen weken gepubliceerd werden, spreken ze zich scherp uit tegen dit groeiende ‘anti-duurzaam-investeren-sentiment’, dat in de VS wordt gepropageerd door onder anderen de prominente Republikeinse gouverneur van Florida, Ron DeSantis (mogelijk een presidentskandidaat bij de verkiezingen in 2024) en de Republikeinse Senaatsleider, Mitch McConnell.

Het anti-sentiment zou inmiddels zelfs een serieuze bedreiging vormen voor de financiën van de beleggers, omdat bij weglopende klanten de omzet in gevaar komt en de beoogde wetgeving het moeilijker maakt nieuwe klanten aan te trekken. BlackRock-topman Larry Fink zei eerder al dat de lokale overheden in Republikeinse staten vorig jaar zo’n 4 miljard dollar bij de vermogensbeheerder hebben gehaald, vanwege ESG-zorgen.

De Britse zakenkrant Financial Times spitte een aantal jaarverslagen door en tekende woensdag voor onder andere BlackRock, Blackstone, KKR, T Rowe Price, State Street, TPG en Ares – enkele van de grootste vermogensbeheerders ter de wereld – de collectieve zorgen op. Kort samengevat: het anti-ESG-sentiment zou inmiddels uitgegroeid zijn tot een „materieel” risico. Dat is veelzeggend. Zij zien het nu schijnbaar als een financieel bedreiging van aanzienlijke proporties. Dat is nieuws. Het klinkt voor buitenstaanders misschien nog omfloerst, maar voor beleggers is dit hun manier om te zeggen: het is genoeg.

Worsteling

Voor de betrokken beleggers lijkt het een worsteling. Een woordvoerder van BlackRock, dat ook in Nederland actief is, laat weten dat de vermogensbeheerder het afgelopen jaar „onderwerp is geweest van campagnes die suggereerden dat we ofwel ‘te vooruitstrevend’ of ‘te conservatief’ zijn. Hij plaatst de Amerikaanse ontwikkelingen nadrukkelijk in de context van de „cultuuroorlog” die daar woedt: de vermeende strijd van gewone Amerikanen tegen een elite die ‘klimaatgek’ geworden zou zijn.

De woordvoerder bagatelliseert tegelijkertijd de impact van het anti-sentiment op BlackRock ook weer enigszins. „Hoewel de acties van sommige gekozen functionarissen in de VS de krantenkoppen hebben gehaald, geven ze geen goed totaalbeeld van de investeringswensen van onze klanten.” Hij wijst erop dat BlackRock het afgelopen jaar bijna 400 miljard dollar netto binnenkreeg aan geld van klanten om te beleggen, waarvan bijna 230 miljard dollar van klanten in de VS. Die zien dus vooralsnog geen problemen, wil hij maar zeggen.

Nederlandse zorgen

De Nederlandse pensioenuitvoerder PGGM, die de beleggingen van pensioenfonds Zorg en Welzijn beheert (in totaal zo’n 228 miljard euro) en een van de grootste beleggers van Nederland is, kijkt met enige zorg naar de ontwikkelingen in de VS. De pensioenuitvoerder belegt een deel van zijn geld weer bij de Amerikaanse vermogensbeheerders en PGGM wil juist voorop lopen in het ‘verantwoord’ beleggen. Jaap van Dam, hoofd beleggingsstrategie bij PGGM, zegt: „Het is nu nog te vroeg, maar op termijn kunnen dit soort sentimenten tot consequenties leiden. Wij zullen ons dan moeten afvragen of die beleggers hun werk nog wel goed voor ons kunnen doen.”

Hij is lovend over het feit dat de beleggers zich nu zo expliciet uitspreken. „Ze zijn bereid de strijd aan te gaan.” Maar over wie de strijd uiteindelijk wint, is hij minder zeker. In sommige Republikeinse staten zijn plannen om de ESG-investeringen van beleggers in te snoeren ook weer als een nachtkaars uitgegaan. Maar hij hoort tegelijkertijd dat ook banken in bepaalde (Republikeinse) staten nu worden teruggefloten door politici, als zij hun leningenportefeuille zo proberen in te richten dat die ‘in lijn’ zijn met de klimaatdoelen die in 2015 Parijs zijn afgesproken. „Dat is toch een vrij brede aanval.”

In Europa ziet hij soortgelijke sentimenten nog niet de kop opsteken. Europa slaat volgens Van Dam juist de heel andere richting in, waarbij beleggers nadrukkelijk een stevige bijdrage moeten leveren aan het behalen van bijvoorbeeld klimaatdoelen. „Er is een groot contrast.”

Maar, zegt hij ook, Europa volgt de VS vaak met een paar jaar vertraging. „En dat geeft stof tot nadenken.”

Lees verder…….