Bij Slow Pulp gloort er altijd hoop aan de horizon

Recensie Muziek

„Try and fail, and try and fail, and try it all again.” Fluisterzingend vat Emily Massey, frontvrouw van het Amerikaanse viertal Slow Pulp, het menselijk tekort samen. Ze zou zichzelf graag willen vangen, stamelt ze in het bloedstollende tokkeldeuntje ‘Fishes’, want dat zou zomaar een hoop ellende kunnen schelen. „Maybe I kinda like myself, but only when I’m alone.”

Massey is een van de talloze heldinnen die de (indie)rock de laatste jaren domineren en zowel zwoel, woest als wanhopig hun hartzeer van de daken durven te schreeuwen/zingen/zuchten. Op Yard, het tweede album van Slow Pulp, laat Massey alle zelfhaat therapeutisch van zich af glijden. „I’m a bitch”, bekent ze in het titelnummer: „I’ve been a bitch.”

De band uit Chicago laat een verbluffend breed scala aan genres en stijlen horen, alsof ze een rondleiding langs de rockhistorie willen geven. In tien aanstekelijke en aangrijpende liedjes wisselen lome shoegaze, wegzwijmelende droompop, mysterieuze pianoballads en rommelige indie elkaar voortdurend af.

In het boze ‘Cramps’ klinkt Massey’s getergde en overstuurde stem (en raggende gitaarspel) als die van Breeders-koningin Kim Deal. Het stekelige ‘MUD’ had een oude Weezer-hit kunnen zijn uit de tijd dat die band er nog toe deed. In de gemoedelijke stapvoetse country-song ‘Broadway’ lijkt het alsof Phoebe Bridgers ‘Albuquerque’ van Neil Young probeert te coveren, inclusief banjo, mondharmonica en pedal steel-gitaar, én daarmee wegkomt.

En het knappe is: toch is het allemaal even Slow Pulp. Het wordt nooit té depri, altijd gloort er nog hoop aan de horizon. Enige minpunt: Yard duurt slechts een half uurtje. Gewoon nog maar eens draaien dan.

https://www.youtube.com/watch?v=EAvEwUYPAOA

Lees verder…….