Beleggers belegeren Britse begroting

Analyse

Koersval Het Britse pond keldert en staatsleningen zijn in de uitverkoop na de begrotingsplannen van premier Truss.

Ook Britse consumenten, hier in Croydon in Greater London, worden geconfronteerd met torenhoge inflatie.
Ook Britse consumenten, hier in Croydon in Greater London, worden geconfronteerd met torenhoge inflatie.

Foto Jason Alden/Bloomberg

Voelt de nieuwe regering-Truss de tijdgeest wel goed aan? Kwasi Kwarteng, Truss’ minister van Financiën en buurman op Downing Street, presenteerde vrijdag een ‘mini-budget’, wat op zijn best een understatement is. Naast een al eerder bekendgemaakt bedrag van 150 miljard pond (165 miljard euro) aan maatregelen om de kosten voor energie van huishoudens en bedrijven te mitigeren, trekt Kwarteng ook nog 45 miljard pond uit voor lastenverlichting. Die lagere belastingen gaan vooral goed uitpakken voor de allerhoogste inkomens en doen weinig voor de Britse koopkracht.

Deze keuze kan nog worden beschouwd als een kwestie van politieke smaak. Maar twee problemen spelen Kwarteng parten. Het eerste is dat het Verenigd Koninkrijk al een begrotingstekort heeft van naar verwachting 5,3 procent, waar deze uitgaven nog eens bovenop komen. Ze stuwen het begrotingstekort straks zomaar op richting 7,5 procent. De extra uitgaven zullen moeten worden geleend, en daar wreekt zich dat het buitenland daar een flinke rol bij moet spelen: het Verenigd Koninkrijk heeft nu al een tekort op zijn betalingsbalans van tegen de 8 procent van het bruto binnenlands product.

Internationale beleggers staan er niet om te trappelen om alles voor te schieten, en daar speelt ook Kwartengs tweede probleem: de stemming op de internationale financiële markten is dezer dagen al uitgesproken slecht.

Kritiek economen

Geen wonder dat de koers van Britse staatsleningen inmiddels fors is gedaald en de rente navenant is gestegen. De rente op Britse tienjarige staatsleningen stond donderdag, vóór Kwartengs tijding, nog op 3,49 procent, schoot vrijdag toen Kwarteng zijn mini-budget presenteerde al omhoog naar 3,83 procent en stond deze maandag op 4,11 procent. Een stijging van die orde van grootte is zeldzaam voor een gevestigd industrieland.

Die problemen spelen ook voor het Britse pond sterling. Kort na Truss’ verkiezing piekte de Britse munt nog op een koers van 1,17 dollar per pond. Sindsdien, en al helemaal na Kwartengs ‘mini-budget’ van vrijdag, is de koers gekelderd. Maandag schommelde het pond rond 1,07 dollar, terwijl eerder zelfs even 1,03 dollar per pond was aangetikt.

Economen hebben weinig goede woorden over voor de begrotingsplannen. Allereerst is een periode waarin de inflatie zo hoog is – in het VK nu al 10 procent, met een verwachting van 15 procent of meer – niet het ideale klimaat voor de stimulering in de vorm van belastingverlaging. Die jaagt de vraag in de economie alleen maar verder op, en die vraag moet juist worden ingetoomd om de inflatie te beteugelen. Het waren juist de enorme stimuleringspakketten tijdens en na de pandemie, zeker in de Verenigde Staten, die samen met de energieprijzen ten grondslag lagen aan de hoge inflatie in de industrielanden.

Ook een dalend pond sterling drijft de Britse prijzen, via duurdere import, nu alleen maar verder op. En daar komt nog bij dat de oplopende rente op staatsleningen de kosten van Kwartengs tekortfinanciering straks alleen maar verder opjaagt.

Lange glijvlucht van pond

De huidige koersval van het pond lijkt een nieuwe fase in een lange glijvlucht van de munt sinds die in 1967 werd gedevalueerd ten opzichte van de Amerikaanse dollar. In 1976 moest de Britse regering, als eerste westerse land, noodsteun aanvragen bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF), toen een crisis in de begroting en de betalingsbalans zorgde voor een acuut tekort aan financiële reserves. Het werd, met 3,9 miljard dollar, het grootste bedrag dat het IMF tot dan toe ooit had uitgeleend.


Lees ookFed voorziet rente van meer dan 4 procent eind dit jaar

Een nieuw dieptepunt van het pond kwam in 1985, toen de Amerikaanse dollar ijzersterk was tegenover alle andere valuta’s, dus niet alleen de Britse munt. De echte crisis was die in september 1992, op ‘zwarte woensdag’. Het pond was inmiddels opgenomen in het Europese Monetaire Stelsel (EMS), waarin munten van EU-landen aan elkaar waren gekoppeld. Het pond werd daar, onder meer door belegger George Soros, uit weggespeculeerd en moest het EMS verlaten.

Laagste koers ooit

In 2016 kelderde het pond toen de Britse bevolking, tegen de verwachtingen van de beurzen in, in een referendum voor het verlaten van de EU (‘Brexit’) koos. In de geschiedenis moest de Britse munt dus telkens een stapje terug. De koers van 1,03 pond per dollar, die maandagochtend even werd aangetikt, is de laagste koers ooit. Wordt Truss’ begroting de volgende historische gebeurtenis in deze reeks?

De strijdigheid van de Britse plannen met de internationale tijdgeest doet steeds meer denken aan het Frankrijk onder president Mitterrand in 1981. Terwijl tijdens de zware recessie van destijds de rest van de wereld de buikriem aantrok, presenteerde de nieuwe socialistische Franse president een expansieve begroting met een sterkere sociale zekerheid, in de hoop dat dit de economie zou stimuleren. Toen de nationale munt onder druk kwam en kapitaal over de grenzen begon te vluchten, was Mitterrand gedwongen de plannen grotendeels in te trekken. Twee jaar later moest hij juist fors gaan bezuinigen.

Zover is het in het Verenigd Koninkrijk nog lang niet. Maar het rommelt al wel. Op de financiële markten gonsde maandag al snel het gerucht dat de centrale bank, de Bank of England, nog deze week een noodvergadering belegt om mogelijk de rente te verhogen en zo het pond te steunen. Maar een centrale bank kan niet alle kolen uit het vuur halen, en bankpresident Andrew Bailey zal er rekening mee moeten houden dat hij straks van Downing Street de schuld krijgt als de zaken uit de hand lopen.

Terwijl beleggers hun Britse bezit in de uitverkoop deden, zei een woordvoerder van de Britse regering maandag dat de regering „niet ingaat op bewegingen op de financiële markten”. Er zijn volgens hem „geen plannen om de begroting bij te stellen’”. Nog niet.

Lees verder…….