Beatrice von Bormann wil De Fundatie weer op de kaart zetten: ‘We willen uitdagen met nieuwe, minder bekende kunstenaars’

De toekomst van Museum De Fundatie is onzeker, schreef museumdirecteur Beatrice von Bormann in november aan de gemeente Zwolle en de provincie Overijssel. Het museum moet investeren en zelfs de financiële basis is niet op orde, schreef ze. Kortom: ze heeft meer geld nodig van haar subsidiegevers.

Beatrice von Bormann (55), voorheen conservator in het Stedelijk Museum in Amsterdam, trad begin 2023 aan bij museum De Fundatie in Zwolle, waaronder ook Kasteel het Nijenhuis bij Wijhe valt. De Nederlandse kunsthistoricus begon aan een moeilijke taak: ze moest het museum uit de impasse halen waarin het belandde na het vertrek van directeur Ralph Keuning in de zomer van 2022.

Keuning, wiens positie onhoudbaar werd na onderzoek over zijn „sterk directieve” gedrag op de werkvloer, bepaalde sinds 2007 de koers van het museum. Onder zijn leiding kreeg het classicistische museumgebouw aan de Blijmarkt zijn iconische elliptische ‘wolk’ in het dak. En vooral maakte Keuning van het museum een publiekslieveling. Sinds de verbouwing trok De Fundatie ieder jaar zo’n 250.000 à 300.000 bezoekers.

Afgelopen jaar waren dat er 153.000. Het museum bleef na Keunings vertrek achter met een hoog ziekteverzuim en een achterstand bij de planning van nieuwe exposities. Von Bormann: „Het veranderlijke landschap, in januari 2023, moesten we binnen drie weken samenstellen. Dat was een uitdaging.”

Lees ook Ralph Keuning vertrekt bij Museum de Fundatie

Ralph Keuning, directeur van Museum de Fundatie.

„Natuurlijk wil ik ook meer bezoekers, maar ik zet in op de kwaliteit van de programmering, niet alleen op de kwantiteit”, zegt Von Bormann over haar eigen ambities. Ralph Keuning maakte veel exposities met beroemdheden: William Turner, Jan Cremer, meermalen Jeroen Krabbé, zelfs de kunstkeuzes van zangduo Nick & Simon. Met die bekende namen trok hij ook publiek voor ‘moeilijkere’ of hedendaagse kunstenaars.

Von Bormann hoopt dat het museum weer groeit naar 200.000 bezoekers, maar ze rekent niet op de kassuccessen van voorheen, vertelt ze in een gesprek in haar kantoor. Vanwege ruimtegebrek in het museum werkt het personeel op een knusse bovenverdieping vlakbij de Blijmarkt. Aan de muur hangen expositieposters, op de trap staat een enorm blik koffie met een foto van George Clooney.

Waarom rekent u niet meer op de aantallen die De Fundatie onder Keuning trok?

„In deze tijd worden andere eisen gesteld aan musea. Je probeert een balans te vinden tussen bekende namen te laten zien, en op een nieuwe manier programmeren zodat je een ander publiek kunt binnenhalen. We willen als museum meer de verbinding zoeken, landelijk en internationaal. En we willen meer de wijk in gaan. We worden met publiek geld betaald, dus iedereen heeft het recht om dit te zien.

„We hebben net onze kernwaarden bepaald: open, dynamisch, nieuwsgierig en verbindend. We willen steeds uitdagen met nieuwe, minder bekende dingen. We gaan bijvoorbeeld jaarlijks een expositie maken van een jonge maker die zijn eerste museale tentoonstelling krijgt. En elke herfst brengen we een publiekstrekker met bekendere namen.”

Was ‘Kaleidoscope of (Hi)stories’ met moderne en hedendaagse kunst uit Oekraïne, die deze herfst en winter liep, zo’n publiekstrekker?

„Nee, dat was niet het doel, ik vond het belangrijk om die tentoonstelling te maken. Ik had wel op meer publiek gehoopt, maar de timing was een beetje ongelukkig. Toen we die tentoonstelling openden, was de oorlog in Israël en Gaza net begonnen. Terwijl er echt fantastische kunstenaars te zien waren. Komende herfst maken we een tentoonstelling over de Duitse expressionistische schilder Marianne von Werefkin.”

Die ken ik niet.

„Nee, dat is natuurlijk een risico. Zij behoorde tot de Blaue Reiter, maar ze is minder bekend dan schilders als Kandinsky en Franz Marc. Wij zijn het enige Nederlandse museum dat een werk van Werefkin in de collectie heeft. In 1907 was zij de eerste van de Blaue Reiter die expressionistisch ging schilderen, dus ze was heel invloedrijk. In het Duitse taalgebied is ze heel bekend; we gaan waarschijnlijk een samenwerking aan met een groter Duits museum. We zullen enorm op marketing moeten inzetten, maar het is heel aantrekkelijk werk. Ik denk dat het beeld voor zichzelf spreekt.”

Ik denk dat ik me verwant voel met iedereen die op een andere manier naar de kunstgeschiedenis wil kijken

Ook directeuren als Margriet Schavemaker (Kunstmuseum Den Haag) en Anne de Haij (Stedelijk Museum Schiedam) willen vrouwelijke kunstenaars meer aandacht geven. Is er een nieuwe generatie vrouwelijke museumdirecteuren aangetreden?

„Nou, zo jong ben ik niet meer. Ik denk wel dat de tijden veranderd zijn. Toen ik studeerde, leek het alsof er alleen maar mannelijke, Europese of Amerikaanse kunstenaars bestonden. Maar niet alleen vrouwelijke museumdirecteuren kijken daar nu anders naar, ook mannen. Neem Rein Wolfs in het Stedelijk. Ik denk dat ik me verwant voel met iedereen die op een andere manier naar de kunstgeschiedenis wil kijken.”

De collectie van De Fundatie bestaat voor 90 procent uit mannelijke, westerse kunstenaars. Past het nog wel bij de exposities die u wilt maken?

„Het is een heel mooie collectie om mee te werken. Je kunt bijvoorbeeld thema-tentoonstellingen maken waar je andere dingen aan toevoegt. Of een solo van een mannelijke kunstenaar, dat wil ik echt niet uitsluiten. En met nieuwe aanwinsten leg ik andere accenten. Mijn eerste aankoop was een werk van de Nederlandse kunstenaar Raquel van Haver, La historia de migrantes (2020). Je ziet dat ook in de nieuwe expositie Fundatie Collectie: Remix, waarvoor we vijf kunstenaars hebben uitgenodigd om hun visie op de collectie te laten zien.”

Een solo van een mannelijke kunstenaar? Dat wil ik echt niet uitsluiten

Die expositie is in geen enkele krant gerecenseerd, viel me op.

Metropolis M had het. Soms denk ik wel dat de grote media minder de weg hiernaartoe vinden. We hadden vorig jaar heel mooie tentoonstellingen, zoals de eerste grote overzichtstentoonstelling van Leiko Ikemura. Daar is ook niet over geschreven.”

Zou het ook aan het museum kunnen liggen?

„Ik weet het niet. Er is de afgelopen jaren natuurlijk het een en ander gebeurd, waardoor de aandacht gedeeltelijk werd afgeleid van de inhoud. Misschien heeft het tijd nodig.”

Hoeveel tijd heeft u? Het museum heeft een jaarlijks tekort van 9 ton.

„Ja, daar maak ik me enorm zorgen over. Je wilt meer publiek trekken, maar daarvoor moet je ook meer geld uitgeven. Je kunt geen exposities maken met heel grote namen, of kunst uit de hele wereld halen – dat is trouwens ook niet duurzaam. Dus je probeert op een slimme manier iets te maken wat eventueel een publiekstrekker kan zijn.

„We kijken natuurlijk ook naar fondsenwerving, sponsoring, zaalverhuur voor bedrijven. En ik heb bezuinigd. Een aantal arbeidscontracten is niet verlengd, we programmeren veel minder. Maar zonder extra subsidie van provincie en gemeente gaan we het niet redden. De signalen zijn positief, maar het blijft spannend. Ik denk dat we pas tegen de zomer weten waar we aan toe zijn.”

Lees ook Museum de Fundatie komt structureel 900.000 euro tekort, vraagt gemeente en provincie om hulp

Museum de Fundatie in Zwolle

De Fundatie krijgt veel minder subsidie dan musea van vergelijkbare omvang, zoals het Bonnefanten of het Drents Museum. Hoe kon dat al die jaren goed gaan?

„Ralph Keuning had een klein artistiek team en werkte veel met gastconservatoren. Dat scheelt enorm in de personeelskosten. En de bezoekersaantallen waren juist heel hoog. Maar dat maakt je ook kwetsbaar als het bezoek weg blijft, zoals tijdens corona.”

Al jaren wil De Fundatie in de ‘Rode Loods’ bij het station een derde locatie inrichten. Gelooft u er nog in?

„Jazeker. De Rode Loods geeft ongelooflijk veel kansen. We zijn nu bezig met scenario’s: het wordt geen volwaardig geklimatiseerd museum, maar een grote experimentele ruimte, die we kunnen verhuren en waarin we kunnen samenwerken met opleidingen zoals ArtEz. Daar kunnen we performatieve kunsten laten zien, zoals crossovers tussen kunst, muziek, dans en theater, waarmee we ook een heel ander publiek trekken. Maar er zal wel wat geld bij moeten. Eind van het jaar komt de Rode Loods vrij, dus er moet een beslissing genomen worden.”

Stel dat geld geen rol speelde, wat voor exposities zou u dan brengen?

„Ik zou geen andersoortige tentoonstellingen maken, wel uitgebreidere. Bijvoorbeeld: in 2026 willen we een tentoonstelling maken rond een Benin-brons uit de collectie, dat we zeer waarschijnlijk gaan restitueren. Als je zoiets wilt combineren met hedendaagse kunst uit Nigeria, waar de Benin-bronzen vandaan komen, is dat best een kostbaar project. En ik zou een solo-expositie willen maken van Louise Bourgeois, die bekend is van haar enorme spinnen. Haar werk is heel veelzijdig, intelligent, gelaagd. Maar zoiets, of Marina Abramovic die straks in het Stedelijk te zien is, is helaas niet haalbaar.”

In het Stedelijk, uw vorige werkgever, lag dat allemaal binnen bereik.

„Natuurlijk opent zo’n museum heel veel deuren. Dat merk je wel, als je probeert bepaalde tentoonstellingen naar Zwolle te halen. Je hebt niet hetzelfde prestige als het Stedelijk. Ik wilde een Viktor en Rolf-tentoonstelling hierheen halen, maar zij vonden Zwolle te klein. Maar aan de andere kant: dit is een fantastisch museum met een goede naam. Op zowat elke foto van Zwolle zie je De Fundatie, het gebouw is heel bekend. Ik wil dat mensen ook trots worden op wat hier te zien is.”

Fundatie Collectie: Remix. Vijf kunstenaars (Kent Chan, Sibyl Heijnen, Richard Hutten, Aram Lee en Michael Tedja) geven hun visie op de collectie. t/m 26 mei. info: museumdefundatie.nl