Romantische fladderrok en joggingpak met gouden franje: ‘alledaags’ is de grote trend tijdens de Parijse modeweek

‘As always, she wakes up before the alarm goes off.” Er klinkt een kalme mannenstem door de zaal bij de show van Undercover: „Zoals altijd kijkt ze op de klok en lacht, en zet de wekker uit voordat die afgaat. Ze wil niet dat haar kind wakker wordt. Nog niet.” Terwijl de modellen door de zaal lopen, beschrijft de stem een dag uit het leven van een alleenstaande moeder van 40. Ze staat op, doet haar make-up, ontbijt met haar zoon van 8, brengt hem naar school. Soms gaan ze samen naar de film. ’s Avonds als hij slaapt leest ze thrillers en schrijf ze brieven aan haar vrienden.

De stem was van filmmaker Wim Wenders, die de ontroerend realistische monoloog Watching A Working Woman speciaal voor de show schreef („I feel seen”, verzuchtte een jonge vrouw in het publiek). Het sloot naadloos aan bij de collectie waarin ontwerper Jun Takahashi van Undercover zijn versie van alledaagse kleren wilde laten zien. De doodsimpele spijkerbroek en het hemdje dat het eerste model droeg, bleek van dichtbij toch een ingenieus in elkaar gezette jumpsuit te zijn.

De collectie van Undercover, het label van ontwerper Jun Takahashi, op de Paris Fashion Week.
Foto Valerio Mezzanotti

De show eindigde met een grijs joggingpak, versierd met weelderige, gouden franjes en een enorme sleep die het iets koninklijks gaf. De modellen zeulden bosjes bloemen, stokbroden en yogamatten met zich mee in wat op het eerste gezicht doodgewone plastic tasjes leken, maar ontwerpen van tule waren, met logo’s van fictieve bakkerijen, stomerijen en bloemenwinkels erop geborduurd. Zo verhief Undercover, een klein Japans modehuis dat niet vaak de trends bepaalt of veel op social media te zien is, het alledaagse tot iets uitzonderlijks, iets poëtisch.

Geen frivoliteit

Het was de grote tendens van de Parijse modeweek, waar tientallen modehuizen afgelopen week hun collecties voor komend najaar toonden. In een wereld vol crises, leken weinig ontwerpers zin in frivoliteit te hebben. Bij de meesten vormden alledaagse kleren het uitgangspunt. In sommige gevallen leidde dat tot erg veilige, commerciële collecties. Maar in de beste gevallen leverde het compleet nieuwe, verrassende herinterpretaties op.

Een revolutionair seizoen was het niet. Dat was ook aan de modellen te zien. Op een handjevol vijftigplussers en een enkel plus-size model na, waren die behoorlijk traditioneel. In het merendeel van de shows liep geen enkel model mee met meer dan maat 34.

De collectie van Dries Van Noten op de Paris Fashion Week.
Foto ImaxTree

Ook Dries Van Noten liet alledaagse kledingstukken zien. De uitnodigingen die hij verstuurde, met een pluk haar erop geplakt, refereerden aan de titel van zijn collectie: The Woman Who Dares To Cut Her Own Fringe. Een eerbetoon aan vrouwen met lef die zelf bepalen wat ze aantrekken, zonder rekening te houden met conventies. Van Noten combineerde broeken en rokken van doodgewone materialen als grijze sweatstof en denim met feestelijke gedrapeerde tops van satijn, blazers met mouwen vol pailletten en glittertruien.

De show waar het meest naar werd uitgekeken was die van Chloé.
Foto Carlo Scarpato / Gorunway.com

Hét stijlicoon uit die tijd, de Britse actrice Sienna Miller, zat nu op de eerste rij in een romantische fladderrok met kant, een leren jasje en houten plateauzolen, allemaal uit de nieuwste collectie. Het was alsof de tijd had stilgestaan. Het publiek reageerde met een snoeihard applaus op de collectie vol semi-transparante bloezen en jurken met minstens tien lagen ruches, leren capes, grote zonnebrillen, bruine leren laarzen tot over de knie en lange gouden kettingen. Dat het een wel erg letterlijke vertaling van de Chloé-archieven uit de jaren zeventig en begin deze eeuw was, zonder een duidelijke signatuur van de nieuwe ontwerper, leek niemand te deren.

De collectie van McQueen op de Paris Fashion Week.

Woede

Heel anders verliep het debuut van Seán McGirr bij modehuis McQueen: meteen na de show vroegen honderden mensen op Instagram en X om zijn ontslag. Je moet het ook maar durven: een modehuis met een grote schare loyale fans overnemen. Oprichter Alexander McQueen pleegde in 2010 zelfmoord, waarna zijn rechterhand Sarah Burton het overnam en dertien jaar succes had. Nu staat er voor het eerst een vreemde aan het roer, en dan ook nog iemand met modehuizen op zijn cv die een aanzienlijk minder avantgardistische signatuur hebben dan McQueen. McGirr had nog geen drie maanden de tijd om aan deze collectie te werken. Die had dan ook geen duidelijke focus. Wat voor vrouw hij in gedachten had voor zijn stalen jurken en gebreide coltruien met kragen zo breed als hoepels, werd niet duidelijk. Toch maakte zijn lef wel nieuwsgierig naar meer.

Hermès, waar de regen via een sproeisysteem met bakken uit de lucht kwam (maar niet op het publiek of de modellen terechtkwam), gaf ‘normale’ kleren een chique upgrade. De modellen zagen er op hun grove platte laarzen en grote jassen meer grunge uit dan gebruikelijk is bij Hermès. Drie outfits waren van top tot teen rood, een trend die bij opvallend veel ontwerpers te zien was.

De collectie van Loewe op de Paris Fashion Week.
Foto Daniele Oberrauch / Gorunway.com

De beste show van de week kwam van het Spaanse modehuis Loewe. Mode is al een paar seizoenen ontzettend serieus. Kijk alleen maar naar de grootste trends onder influencers op social media: beige bandplooibroeken, keurige loafers en Hermès-tassen van tienduizenden euro’s. Het ontwerpplezier en de humor die altijd van Loewe’s collecties spatten, voelen zeker nu als een verademing. Creatief directeur Jonathan Anderson durft risico’s te nemen en ontwerpt met een fantasie en vindingrijkheid die je momenteel nergens anders ziet.

De collectie van Hermès op de Paris Fashion Week.
Foto Filippo Fior

Nu liet hij morning suits – het type pakken dat Britse kostschooljongetjes dragen – voor vrouwen zien, maar dan gecombineerd met enorm opgeblazen harembroeken. Sommige stoffen leken te pillen, maar van dichtbij bleek dat effect te zijn nagebootst met piepkleine kraaltjes. Typisch Anderson, groot liefhebber van ambachten. Er waren ook jassen met stijve zilver- en goudkleurige kragen, waaronder houtsnijwerk schuilging. Een ronduit gestoorde handtas in de vorm van een bos asperges, ook helemaal bezaaid met kraaltjes, ging meteen viraal. Alledaags zijn de kleren van Loewe nooit, maar draagbaar en begeerlijk wel. En dat is knap.

Speels

Tijdens de grijze zaterdag van Paris Fashion Week, waarop het geen minuut stopte met regenen, showde de Japanse Kei Ninomiya van Noir – die normaal vaak met stemmig zwart werkt – zijn meest speelse en kleurrijke collectie ooit. Het publiek werd zichtbaar vrolijk van de gigantische jurken, gemaakt van ongebruikelijke materialen als elektriciteitsdraden en regenboogkleurige veren.

De collectie van Duran Lantink op de Paris Fashion Week.
Foto Luca Tombolini

Deze Fashion Week betekende ook de definitieve doorbraak van Duran Lantink, de Nederlandse ontwerper die zijn derde show in Parijs gaf, en nu echt álle belangrijke internationale hoofdredacteuren, journalisten, inkopers en stylisten mocht verwelkomen. Zijn vorige collectie, een origineel onderzoek naar vorm – hij blies korte spijkerbroekjes en bikinitops op tot absurdistische proporties – kreeg nu een winters vervolg. Zoals altijd werkte hij met bestaande materialen.

Van zwarte pufferjassen maakte hij een gigatrui en matching minirok. Een blauw windjack werd een bodysuit met extra brede schouders. Een donkerblauwe peacoat kreeg botergele mouwen van schapenvacht. Zijn eigen handschrift is steeds verder uitgekristalliseerd en volwassener geworden. Net als zijn vorige collectie gaat ook deze ongetwijfeld op de covers van heel wat tijdschriften belanden.