Arbeidsmigranten huisvesten stuit bijna overal in Nederland op weerstand. Omwonenden willen geen ‘Polenhotel’ in de buurt

Wie halverwege de Westerweg tussen de Noord-Hollandse dorpen Nieuwe Niedorp en ’t Veld staat, ziet aan alle kanten akkerland. Op veel plekken staat op deze koude novemberdag de landbouwgrond onder water door de aanhoudende regenval.

Toen het agrarische bedrijf A.S. De Boer eind 2018 het plan ontvouwde om hier een appartementengebouw voor tweehonderd arbeidsmigranten te bouwen op een eigen stuk land achter een leegstaande boerderij, reageerde de lokale politiek afstandelijk. Was dat hier nou nodig?

Ook bij buurtbewoners ontstond meteen weerstand. Een „groot Polenhotel” met honderden mensen, dat was gewoon veel te veel. Zeker permanente woningen zagen veel mensen niet zitten. Er zou een „complete woonwijk” of zelfs een „tweede dorp” ontstaan naast Niedorp (3.320 inwoners), met files en hardrijders op de Westerweg – die daar niet op berekend is. Bovendien: bouwen in agrarisch buitengebied, is dat überhaupt wel de bedoeling?

In de Kop van Noord-Holland waren toen ruim drieduizend bedden te weinig voor arbeidsmigranten. Deze West-Friese streek, met de gemeenten Hollands Kroon, Schagen, Den Helder en Texel, heeft veel land- en tuinbouwbedrijven en is een vermaard bloembollengebied. Veel van die bedrijven komen structureel personeel tekort; weinig Nederlanders zijn nog bereid het eentonige, fysiek zware werk te doen. Arbeidsmigranten zijn er onmisbaar.

Rechtsonder zijn de permanente woningen te zien, tussen de schuren staan containerwoningen.
Foto Olivier Middendorp

Hoofdpijndossier

Dat geldt ook voor A.S. De Boer. Het in 1956 opgerichte familiebedrijf legt zich toe op de kweek van witte, rode en spitskool en teelt ook aardappelen en tulpenbollen. Oogsten, snijden, schoonblazen en verpakken van de kool wordt overwegend gedaan door Poolse, Roemeense en sinds kort enkele Oekraïense medewerkers. Ze pellen en sorteren bollen, rooien aardappels. Werken hard, klagen weinig.

In 2001 richtte De Boer een uitzendorganisatie op, AgroStar, die kantoor houdt op hetzelfde erf aan de Valbrugweg in ’t Veld, pal tegen de schuren en koelcellen aan. Een team van 11 fulltimers stuurt ruim 450 arbeidsmigranten aan. Die werken in de eigen kwekerij en bij andere agrarische bedrijven in de regio. Een enkele migrant zit in de bouw, werkt bij een palletfabriek of als schoonmaker.

Een dak boven hun hoofd regelen, is al lang een hoofdpijndossier. Het plan voor grootschalige huisvesting aan de Westerweg is niet het eerste initiatief van de familie De Boer. Sinds 2014 heeft ze er nog vijf plekken in de regio voor aangedragen, met name leegstaande voormalige zorgcentra en appartementencomplexen.

Nergens bleek er politiek draagvlak voor. „Niet eens een beetje”, zegt Dieuwertje de Boer (32), derde generatie en bedrijfsleider van AgroStar. „De teneur was echt: wat komen jullie doen met je plan? Over een van de locaties in Schagen ontstond in 2017 wel een serieus gesprek met de gemeente, maar het plan paste niet in het beleid. Jullie doen deze aanvraag, zeiden ze, maar is er eigenlijk wel behoefte?”

Het aantal arbeidsmigranten in Nederland is de afgelopen vijftien jaar verviervoudigd. In 2022 werkten er 984.169 bij een Nederlands bedrijf, in veel gevallen als uitzendkracht, blijkt uit onderzoek van uitzendkoepels NBBU en ABU dat later deze maand uitkomt. Dat is 28 procent meer dan de vorige meting, van 2019.

Het overgrote deel van hen komt uit Polen, Roemenië en Bulgarije. Ze wonen op bedrijventerreinen en in vakantieparken. Of in huurwoningen in steden en dorpen, waaronder voormalige horecapanden en ‘spookwoningen’: particuliere gezinswoningen die op papier leeg staan, maar via uitzendbureaus worden onderverhuurd.

Gemeenten hebben van grofweg de helft van de arbeidsmigranten niet in beeld waar ze verblijven en gaan uit van schattingen. Niet iedere arbeidsmigrant schrijft zich in als niet-ingezetene in de Basisregistratie Personen (BRP). En wie dat wel doet, is niet verplicht een tijdelijke verblijfadres in Nederland door te geven. Bovendien verhuizen arbeidsmigranten vaak. Een verplichte registratie binnen enkele dagen, zoals de Vereniging van Nederlandse Gemeenten graag wil, druist in tegen Europese regels voor het vrije verkeer van personen.

In de Kop van Noord-Holland werken volgens de jongste schatting zo’n 5.000 arbeidsmigranten. „Maar het kunnen er ook 7.500 zijn”, zegt Robert Leever, namens lokale partij OHK wethouder Economie en Brede Welvaart van Hollands Kroon. „Dat is onze inschatting op basis van legale huisvesting, plus het aantal mensen van wie we vermoeden dat ze tijdelijk in bijvoorbeeld bovenwoningen of tijdelijke eenheden wonen – huisvesting die meer is gericht op kortdurende seizoensarbeid.”

Lees ook aflevering van de podcast

Veel akkerbouwers in de Noordkop organiseren vanwege het woningtekort dan maar zelf woonruimte. Zo ook de firma De Boer. In 2018 bouwde het bedrijf op eigen terrein aan de Valbrugweg in ’t Veld vier panden met samen tien vierpersoonsappartementen. Per agrarisch bedrijf geldt een maximum aantal van veertig personen, mits de bewoners werken bij een bedrijf op hetzelfde perceel.

Het bleek niet genoeg: in het hoogseizoen werken zo’n honderd mensen bij De Boer. Na inspectie door de Agrarische Beoordelingscommissie, die agrarische bouwaanvragen voor gemeenten beoordeelt, mochten tussen de groene bedrijfsschuren tijdelijke containerwoningen worden geplaatst voor nog eens 38 arbeidskrachten. De containers dienden eerder als studentenwoningen in Amsterdam.

De permanente appartementen op het terrein van A.S. De Boer.
Foto Olivier Middendorp

De huidige bewoners betalen bruto 85 euro per week, inclusief gas, water, licht en internet. Ze worden betaald conform de cao. Zo ontvangt iedere startende (seizoensgebonden) ‘piekarbeider’ 460,40 euro bruto per week, gelijk aan het wettelijk minimumloon (1.995 euro per maand). Bij goed functioneren volgt vanaf het tweede seizoen een periodieke verhoging. Fysiek zwaar werk, zoals groenten oogsten, wordt beloond met 1 tot 2 euro extra per uur.

Slechte reputatie

De appartementen zijn eenvoudig ingericht met een eigen badkamer en keukentje. Sommige slaapkamers zijn versierd met stickers. Hier en daar staat een plantje. In een van de appartementen is het deze vrijdagochtend opvallend warm. In een schaal op tafel rijst brooddeeg. De Roemeense bewoonster komt net de badkamer uit. Bedrijfsleider Dieuwertje de Boer attendeert haar vriendelijk maar hoofdschuddend op de hoge energiekosten en draait de thermostaat van 30 naar 21 graden. Ze kent alle bewoners bij naam. „Hoge stookkosten zijn hier soms echt een ding hoor, als we er niets van zeggen.”

Uitzendbureaus met buitenlandse arbeidskrachten hebben een slechte reputatie. De Arbeidsinspectie schat dat 15 procent ervan doelbewust de wet overtreedt. Deze circa 2.500 uitzendbureaus maken zich schuldig aan onderbetaling, of laten uitzendkrachten te lange dagen maken.

Vooral arbeidsmigranten die ongeschoold werk verrichten, worden uitgebuit, concludeerde in 2020 de commissie-Roemer, die misstanden rond arbeidsmigranten onderzocht. In de praktijk komt het geregeld voor dat iemand die zijn of haar baan verliest, ook direct de woning uit moet. Dergelijke misstanden vinden overwegend plaats bij uitzendbureaus die bij geen enkele cao, brancheorganisatie of keurmerk zijn aangesloten.

AgroStar is lid van uitzendkoepel NBBU (1.450 leden, waarvan zo’n 200 met arbeidsmigranten werken). Aangesloten bedrijven dienen zich te houden aan cao-afspraken en te beschikken over het keurmerk van de Stichting Normering Flexwonen. Die komt bij AgroStar minimaal een keer per jaar langs voor inspectie. Ook de NBBU zelf inspecteert het bedrijf, net als de Stichting Normering Arbeid (SNA), de Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU) en pensioenfonds StiPP.

De tijdelijke containerwoningen bij het agrarische bedrijf.
Foto Olivier Middendorp

Om de zoveel maanden staat er een inspecteur op de stoep. De Boer: „Loskoppelen van arbeidscontract en huurcontract? Dat is bij ons echt al jaren zo.” Het nieuwe verplichte certificaat voor uitzendbureaus dat het demissionaire kabinet wil, zegt het bedrijf direct te zullen aanvragen. De Boer: „Wij zijn een goede werkgever. En onze flexwerkers eisen ook gewoon fatsoenlijke woonruimte. Anders zijn ze snel weg.”

Inspecteur-generaal Rits de Boer (geen familie) van de Arbeidsinspectie schreef vorig jaar in het jaarverslag over „onthutsende situaties”, waarbij werkgevers arbeidsmigranten afzetten bij de daklozenopvang, en over migranten die op de bouwlocatie moeten koken en slapen. Zijn oplossing: minder arbeidsmigranten.

Uit de sector kwam kritiek. Woonomstandigheden blijven slecht zolang medewerking uitblijft aan de bouw van meer fatsoenlijke voorzieningen, reageerde Wim Reedijk van het Expertisecentrum Flexwonen in een column. Hij had gerekend op een pleidooi van de Arbeidsinspectie voor het aanpakken van misstanden en het bouwen van meer en betere huisvesting. „Maar in plaats daarvan klinkt de roep om minder.”

Diezelfde politieke discussie over het gewenste aantal arbeidsmigranten speelt de familie De Boer parten bij haar bouwplannen. Een breed misverstand onder tegenstanders is volgens Dieuwertje de Boer dat AgroStar alleen wil bouwen om meer arbeidsmigranten naar Nederland te kunnen halen. „Het gaat ons niet om meer mensen aan het werk krijgen”, zegt ze. „Wel willen we de mensen die nu bij ons hier in de regio werken een goed huis bieden. Dit leek ons de perfecte plek: dicht bij een supermarkt, geen buren. Het eerstvolgende huis aan beide kanten zit op 450 meter.”

Een permanent appartementengebouw voor tweehonderd arbeidsmigranten achter de lege boerderij komt er in ieder geval niet. De gemeenteraad schoot het begin 2020 af. Nieuw idee: een tijdelijk pand voor tien jaar met 36 wooneenheden voor 100 bewoners op dezelfde locatie. Met permanent beheer, en de belofte dat werknemers per fiets of groepsgewijs in busjes naar hun werk gaan. Dit plan acht het college van burgemeester en wethouders wel haalbaar. Het bestemmingsplan ligt vanaf vrijdag ter inzage, vervolgens moet de gemeenteraad een definitief oordeel vellen.

Juridische stappen

Sommige buurtbewoners zijn het er nog steeds niet mee eens. Zij vrezen verkeersdrukte en verveelde bewoners.

Vooral de omvang van het initiatief verontrust buurtbewoner René Stammes (64). Hij vindt het onbegrijpelijk dat voor het aangepaste plan politiek draagvlak bestaat. „Dit is bijna een verdubbeling van het aantal bewoners aan deze weg. Waarom een groot gebouw plempen in een omgeving waar niets te doen is?”

Veel liever ziet hij grootschaliger huisvesting van arbeidsmigranten op bedrijventerreinen. Nabij werk, met mogelijkheden voor recreatie en winkels. „Veertig mensen op het erf van een tuinder, daar kunnen wij ons nog in vinden. Maar dit is gewoon te groot. Het financiële belang van één partij gaat hier boven het algemene belang van alle inwoners aan deze weg.”

Dieuwertje de Boer: „Goede huisvesting betekent dat we ons personeel tevreden stellen en daarmee ook onze klanten. Maar je kan het ook omdraaien: jij stelt nu je eigen individuele belang boven dat van een best wel kwetsbare doelgroep die fatsoenlijke huisvesting zoekt.”

Een slaapkamer van een arbeidsmigrant in een permanente woning op het terrein van A.S. De Boer.
Foto Olivier Middendorp

Hollands Kroon keek tot nog toe steeds per situatie of huisvesting van arbeidsmigranten acceptabel was. In het huidige coalitieakkoord van de gemeente staat dat inzet van arbeidsmigranten „niet langer een motor voor economische groei mag zijn”.

„Er is te weinig regie gevoerd”, licht wethouder Leever toe. „Maar dit is geen tijdelijk fenomeen, dit is permanent. Arbeidsmigranten zijn onderdeel van onze samenleving.” Hij hoopt dat de registratie van arbeidsmigranten snel verbetert, zodat gemeenten beter op hun aanwezigheid kunnen inspelen.

Dat er weerstand is tegen de bouw van complexen voor grote groepen arbeidsmigranten, heeft volgens Leever verschillende oorzaken. „Onbekend maakt onbemind. Dat is altijd het vertrekpunt.” Daarnaast is in de gemeente jarenlang weinig aan woningbouw gedaan. „Mensen merken dat er geen woningen zijn voor hun kinderen, terwijl arbeidsmigranten in huurhuizen worden geplaatst. Deze migranten spreken hun eigen taal en zijn veel op zichzelf gericht. Verkeersoverlast is altijd de bliksemafleider bij weerstand van omwonenden. Maar de pijn en zorgen die daaronder liggen, die worden minder snel geuit.”

Op sommige locaties in de Noordkop is grootschalige huisvesting wel mogelijk gebleken. Uitzendbureau NL-Jobs opende in 2019 op een bedrijventerrein in Middenmeer een permanent wooncomplex met 180 kamers voor 360 arbeidsmigranten. Het pand aan de Koggenrandweg oogt als een appartementenhotel, inclusief supermarkt die Oost-Europese producten verkoopt, van kaas en gedroogde worst tot Tyskie-bier en pierogi, traditionele Poolse dumplings. Op de parkeerplaats tel je meer witte Oost-Europese kentekens dan gele. Binnen kunnen bewoners biljarten, tafeltennissen, er staat een X-box. De bewoners werken in de glastuinbouw en logistiek.

De provincie Noord-Holland vond het complex te grootschalig en niet passend omdat het werknemers van buiten de regio zou aantrekken. De gemeente wees op het tekort aan huisvesting en drukte door. De provincie deed nog een poging de bouw te blokkeren, maar haalde bakzeil bij de bestuursrechter.

Directeur Rita Kostwinder van NL-Jobs, opgericht door vier grote tomatentelers, zou graag een nationale richtlijn zien voor huisvesting van arbeidsmigranten. „Nu moeten gemeenten zelf maar dealen met migratie. Dan geldt eigenlijk, net als bij het asielbeleid: Not in my backyard.”

Leeslijst