Het Amerikaanse ministerie van Justitie en vijftien staten hebben donderdag Apple aangeklaagd vanwege het misbruiken van hun machtspositie op de markt. Dat heeft het Amerikaanse departement voor Buitenlandse Zaken donderdag bekendgemaakt. Het techbedrijf zou de grote vraag naar zijn producten gebruiken om de prijzen van zijn diensten op te drijven en kleinere concurrenten te beschadigen. Apple zou dat doen door onder meer de toegang tot technologie in zijn iPhone te ondermijnen voor ontwikkelaars van concurrerende producten. Het monopolie gebruikt Apple om gebruikers van de iPhone op extra hoge kosten te jagen
Met de rechtsgang hoopt het ministerie het verdienmodel van Apple af te zwakken door het bedrijf te dwingen gebruikers meer keuzes te bieden over hoe apps gebruik kunnen maken van de hardware die Apple ontwerpt. Het huidige bedrijfsmodel van Apple is gebaseerd op het in rekening brengen van een premie voor technologieproducten waarbij Apple bijna alle details dicteert over hoe het apparaat werkt en kan worden gebruikt.
Consumenten zouden geen hogere prijzen moeten betalen omdat bedrijven de antitrustwetten schenden, laat de procureur-generaal Merrick Garland in een verklaring weten. „Zonder tegenstand zal Apple zijn smartphone-monopolie alleen maar blijven versterken.”
Apple heeft aangegeven zich tegen de aanklacht te zullen verzetten en noemt die zowel „feitelijk als volgens de wet” fout. Het bedrijf vreest dat de rechtszaak de „principes die Apple onderscheiden” zal bedreigen. Eerder werden ook andere grote techbedrijven aangeklaagd door Amerikaanse toezichthouders, waaronder Alphabet’s Google, Meta Platforms en Amazon. Ook in Europa werd Apple vanuit de politiek gedwongen om zijn greep op de markt af te zwakken. Een nieuwe Europese wet perkt sinds begin deze maand de macht van alle grote techbedrijven in. Deze Digital Markets Act (DMA) bepaalt onder dat ontwikkelaars van apps meer keuze moet worden geboden.
