Apocalyptische dromen en pratend vuilnis op Festival Boulevard

Recensie


Theater

Festival Boulevard Het Bossche theater- en dansfestival Boulevard geeft ruimte aan makers om grenzen op te zoeken en biedt doorgaans spraakmakend theater. Maar veel werk oogt dit keer pril of onvolgroeid.

De voorstelling ‘Exit’ van Circumstances en Piet Van Dycke.
De voorstelling ‘Exit’ van Circumstances en Piet Van Dycke.

Foto Karin Jonkers

Festival Boulevard begint met een ritje met de pendelbus naar Rosmalen. Het Bossche theater- en dansfestival kent weliswaar een aangenaam gemoedelijk festivalhart, in het Zuiderpark, waar in tenten kleinere voorstellingen staan, maar spreidt zich ook uit tot locaties elders in en ver buiten de stad.

In theater Perron-3 in Rosmalen speelt het raadselachtige The making of Berlin van het Vlaamse gezelschap Berlin, dat naam maakte met de producties Zvizdal en True Copy. In een op een doek op het podium geprojecteerde film is te zien hoe het gezelschap gaat samenwerken met Friedrich Mohr, een Duitser op leeftijd, die in de oorlog ‘orkestregisseur’ was bij de Berliner Philharmoniker („een soort roadie”). Volgens Mohr zou er in mei 1945 een kort concert plaatsvinden (Siegfrieds treurmars uit de Götterdämmerung van Wagner) in de zwaar gebombardeerde stad, waarbij het orkest verdeeld zou worden over bunkers en met veldtelefoons contact zou hebben. Zijn droom is om dat apocalyptische concert alsnog uit te voeren. Het gezelschap gaat proberen dat te realiseren.

Het raadselachtige The making of Berlin van het Vlaamse gezelschap Berlin.
Foto Jean Philipse

In de documentaire, de ‘making of’, zien we regisseur Yves Degryse contact leggen met de Vlaamse Opera en Vlaamse radio en gesprekken voeren met de fascinerende Mohr, die lijdt onder zijn verleden in het orkest, waar joodse orkestleden werden weggestuurd. De krukkige opbouw van de documentaire, die veel te raden laat, loopt gelijk op met het koddige gedrag van de theatermakers. Mohr wordt daarentegen een steeds ontroerender figuur, dankzij een ontmoeting met een oude vriend en de tragiek rond zijn vrouw.

Tot het moment dat de film een grote wending neemt, die het verhaal op zijn kop zet. De focus wordt verlegd naar de vorm van dit project en de vraag wat feit en wat fictie is. Waar en hoe lopen verbeelding en werkelijkheid in elkaar over? De levensloop van Mohr en zijn wens het einde van de wereld te bezingen raken ondergeschikt aan wat de makers zelf aan het doen zijn. Jammer, want minder interessant.


Lees ook: Echte vondst nep-Picasso is theater in ‘True Copy’

Tegelijk realiseer je je als kijker hoe vernuftig gelaagd deze productie is opgezet. Razend knap, al resteert na afloop ook een gevoel van lege virtuositeit.

Op het podium worden er ook in praktische zin meerdere lagen gecreëerd, door het live toevoegen van extra beelden en het gebruik van een tweede doek op het achterpodium. Die theatrale symboliek komt niet erg uit de verf, al kan dat liggen aan de technische problemen waar Berlin bij de uitvoering donderdag mee kampte.

Teleurstellend

Boulevard geeft ruimte aan makers om grenzen op te zoeken en terrein te verkennen, en dat levert doorgaans spraakmakend theater op. Maar veel werk oogt dit keer pril of onvolgroeid. Dat maakt deze editie teleurstellend. Het festival had daarbij de pech dat een potentieel interessante voorstelling, Infinity Chan van het Zuidelijk Toneel, nog niet af is en zich beperkt tot try-outs.

Een voorbeeld van een tegenvallend werk is De Volle Vuilkar van Schippers&VanGucht. Het prikkelende concept – vuilnis horen praten over hun afgeschreven levens – is beter dan de uitwerking. Spannend is het nog wel om in een echte vuilniswagen gepropt te worden, naast een bak bewerkt afval. De tekst van Abdelkader Benali is echter te gewild filosofisch voor de omstandigheden en de houtje-touwtjetechniek (licht, het doen beweging van de spullen) doet het sprookje geen recht. Alleen de fiets hoor je met aanstekelijk esprit een nieuw leven opeisen.

De voorstelling Born to exist van Joseph Toonga.
Foto Karin Jonkers

Intense punkvibe

Een van de beloftevollere kleinere voorstellingen is Kiss the earth, you scum, waarin Karlijn Hamer opereert als het ruige nichtje van Naomi Velissariou: teksten zingend over een beat. Met het verschil dat Hamer een stuk primitiever klinkt. Haar woede over alles wat er mis is in de wereld smijt ze de bezoekers, staand rond een verhoogd podiumpje, recht in het gezicht, daarbij geregeld stampend en tapdansend op metalen platen. Met medeperformer Julie Kurris creëert ze een intense punkvibe: „I’m gonna make you feel like shit!”

Eenzelfde soort furieuze energie, maar dan perfect gestroomlijnd, etaleert de Britse choreograaf Joseph Toonga in Born to exist. Zijn drie danseressen maken slaande en korte, felle bewegingen over een minimalistisch geluidsdecor en roepen onder meer „Fuck you” tegen het publiek. Meest ongemakkelijk wordt het als de zwarte vrouwen apen imiteren en ‘hoehoe’-keten slaken. Ook van deze kwaadaardige uitbeelding van racisme komen de danseressen terug als ongenaakbare, zelfbewuste vrouwen.

Loffelijk is dat Boulevard op een buitenpodium in het Zuiderpark volop gratis voorstellingen programmeert. Voornamelijk dans, zoals Rise van de Spaanse Wonderground Company, waarbij de twee dansers in een pakkend, dramatisch duet eerst instortten en dan opnieuw ontdekken wat het is om mens te zijn. Even prettig is de overloop voorstelling die op eerdere festivals in première ging, zoals het intense NarcoSexuals van Dries Verhoeven en Exit van Circumstances en Piet van Dycke.

De voorstelling Exit van Circumstances en Piet Van Dycke.
Foto Karin Jonkers

Acrobatische toeren

„Het heet Exit, daarom lopen ze steeds door die deuren”, fluistert een hele rij dames achter mij aan elkaar door, bij aanvang van de voorstelling. Inderdaad. Op het podium staat een gebouwtje in u-vorm, met vijf deuren, aanvankelijk benut voor sierlijke looppatronen.

Het deel in het midden blijkt een muur die aan de bovenkant om zijn as kan draaien als een rad. De vier dansers benutten die werveling op alle mogelijke manieren: om zich op te laten hijsen en op het dakje ernaast te springen, om over heen te lopen en om op te balanceren, als een surfboard hoog in lucht. Solo, met twee en uiteindelijk met zijn vieren voeren ze er verbluffende, gevaarlijk ogende acrobatische toeren op uit.

De Vlaamse choreograaf Piet Van Dycke (1996), alom geroemd als aanstormend talent sinds hij in 2018 in Tilburg afstudeerde, vroeg dan ook vier dansers met een circus-achtergrond voor deze voorstelling. Hun dubbele talent maakt Exit tot een opwindend uur fysieke krachtpatserij – en dat ook nog op de mooiste plek in het Zuiderpark, midden in een dichte kring populieren.

Lees verder…….