Als geen ander ontlokt Thomas Beijer een magische tederheid aan de piano

Recensie


Muziek

Klassiek Thomas Beijer is minder beroemd dan de andere tien solisten in de serie Grote Pianisten van het Concertgebouw, maar pianistisch deed hij zeker niet voor hen onder in zijn gevarieerde recital.

Pianist Thomas Beijer.
Pianist Thomas Beijer.

Foto Sabine Rovers

Als ‘hemelbestormer’ staat pianist Thomas Beijer dit seizoen met meerdere optredens in de schijnwerpers van het Concertgebouw, waarbij hij niet alleen muzikale talenten aanspreekt, maar ook zijn literaire en beeldende aanleg zal tonen. Zondagavond trad hij dan eindelijk voor het voetlicht in de serie Grote Pianisten.

Beijer lijkt de vreemde eend in de bijt tussen de beroemde solisten in die reeks. Hij reist niet, zoals de andere tien, met een stapel partituren onder de arm langs de internationale podia. Dat leven vindt hij te monomaan, zijn verbeelding wil zich ook werpen op componeren, schrijven en tekenen. Pianistisch kan Beijer zich zeker meten met de andere tien solisten, maar niet met hun internationale bekendheid. Het boeit hem niet dat hij vooralsnog alleen wereldberoemd is in Nederland.


Lees ook het interview met Thomas Beijer: Pianist, componist, schrijver: Thomas Beijer is het allemaal

Lichtvoetige tederheid

Het recital etaleerde Beijers brede muzikale belangstelling met – voor de pauze – ruimte voor twee lijfstukken. Hij liet Schuberts zes Moments Musicaux zangerig en helder stromen als een mysterieuze beek van klank die de luisteraar schoon wast van dagelijkse beslommeringen en ontvankelijk maakt voor de duistere baskant van de vleugel waar een groot deel van Rudolf Eschers Arcana musae dona zich afspeelt.

Escher schreef dat stuk – de titel betekent geheim medicijn – in het grimmige oorlogsjaar 1944, „vanwege de helende werking die inspiratie op terreur kan hebben”. Adrenaline lijkt een belangrijk bestanddeel in Eschers medicijn: dreigende bassen strijden tegen ontembare levenslust en bij tijd en wijle klinkt ook lichtvoetige tederheid.

In de geloofsbelijdenis van Beijer – want dat was dit recital – kon de muziek uit zijn favoriete buitenland, Spanje, niet ontbreken in de vorm van De Falla’s landschappelijke Cuatro Piezas Españolas. Hij sloot af met de Derde Pianosonate van Chopin. In beide werken leek er soms iets van gehaastheid in zijn spel te kruipen, totdat rust en een betoverende tederheid terugkeerden in Chopins ‘Largo’. Als geen ander kan Beijer zijn gehoor meevoeren in de klank van zachtmoedige liefde. Dat bewees hij ook in zijn laatste toegift: het intieme Secreto van Mompou.


Klassiek Bekijk een overzicht van onze recensies over klassiek

Lees verder…….