Zelden draaide de economische wind zo snel

Economisch optimisme Zelden sloeg de stemming bij beleggers en beleidsmakers zo snel om als in de afgelopen maand – van recessievrees naar optimisme. Maar hoe verhoudt zich dat tot het terugdringen van de inflatie?

Het schip Maria Energy in de haven van Wilhelmsburg, Duitsland, volgeladen met lng. Europa importeert dit gas op grote schaal.
Het schip Maria Energy in de haven van Wilhelmsburg, Duitsland, volgeladen met lng. Europa importeert dit gas op grote schaal.

Foto Sina Schuldt

Is het de tot nu toe warme winter? De voorraad gespaard geld die nu goed van pas komt? De buffer van een krappe arbeidsmarkt? Of simpelweg de overmoed van beleggers die nergens anders naartoe kunnen, of willen? Pas later zal de diagnose van de huidige maanden kunnen worden gesteld, maar één ding staat al vast: zelden sloeg de stemming rond de economie zo snel om als nu.

Beleggers lopen voorop. De beurskoersen zijn in deze eerste maand van het jaar uit de startblokken geschoten met een gemiddelde stijging van ruim 8 procent. De rente op tienjarige Duitse staatsleningen, leidend in Europa, daalde in het nieuwe jaar al van 2,56 procent naar 2,12 procent.

Op de financiële markten verdwijnt zelfs het inflatiespook al een beetje. Uit de verhouding tussen gewone staatsleningen en zogenoemde ‘inflatiebeschermde staatsleningen’ valt af te leiden welke inflatie beleggers gemiddeld verwachten. Afgelopen zomer verwachtten beleggers een gemiddelde inflatie van 2,8 procent in Duitsland in de eerstvolgende tien jaar. Dat is inmiddels al gezakt naar 2,1 procent – nog maar net boven de officiële doelstelling van de Europese Centrale Bank. Voor de VS is de verwachting al gedaald van 3,1 procent een half jaar geleden naar 2,3 procent nu.

De sfeer zit er weer in

De stemmingsindicatoren in het bedrijfsleven geven, voor zover al bekend over januari, aan dat de sfeer er ook voor de economie alweer een beetje in zit. Voor Duitsland zijn ze al bekend: deze week kwam het Duitse Ifo-instituut met zijn toonaangevende Ifo Business Climate Indicator. Die ging in januari omhoog naar 90,2 punten en bereikte daarmee het hoogste peil sinds juni vorig jaar. Duitse bedrijven schatten hun huidige situatie wat minder gunstig in, maar zijn steeds enthousiaster over de toekomst. De belangrijke ZEW-indicator maakte van december op januari een reuzensprong van -23 punten naar 17 punten. Zo’n verbetering kwam, afgezien van een eenmalige schok na de paniek over het uitbreken van de pandemie in 2020, nog nooit voor.

Ook economen voelen dat er een andere wind begint te waaien. Nog geen vier weken geleden zei Kristalina Georgieva, de directeur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), dat 2023 een „lastiger jaar” wordt dan 2022. Half Europa zou volgens haar in een recessie belanden. Maar voor aanstaande dinsdag, als het IMF zijn tussentijdse prognoses voor de wereldeconomie publiceert, is inmiddels de verwachting dat een neerwaartse bijstelling van de prognoses misschien wel uitblijft, of omslaat in een wat optimistischer perspectief. Gita Gopinath, voormalig hoofdeconoom en nu tweede vrouw bij het IMF, liet dat laatste vorige week al doorschemeren bij het World Economic Forum in Davos.

Maar wat is er nu precies veranderd? De energiecrisis lijkt voorlopig veel minder heftig te zijn dan gevreesd. Afgelopen donderdag bereikte op de gasbeurs TTF de marktprijs van gas met 54,4 euro per megawattuur het laagste peil sinds begin december 2021. Dat is weliswaar nog steeds hoger dan de 20 euro die voorheen normaal was. Maar het is óók nog slechts een schim van het prijsrecord van meer dan 340 euro afgelopen zomer. De Europese poging om gasvoorraden op te bouwen nadat de stroom uit Rusland stopte, is voorlopig geslaagd. En de tot nu toe warme winter in Europa zorgt ervoor dat die voorraad goed op peil blijft.

Het is een voorbeeld van hoe de economie zich, met het juiste beleid en een tikkeltje geluk, heeft weten aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Het tijdperk van recessie en hardnekkige inflatie, dat nog maar een maand of wat geleden het hoofdscenario leek voor het Westen, is wellicht aan herwaardering toe. Bijvoorbeeld als het gaat om de buffers die burgers tijdens de coronaperiode hebben aangelegd, en die nu een stootkussen blijken te zijn tegen een verlies aan koopkracht. Daar bovenop blijft er de zeer krappe arbeidsmarkt. De eerste grote ontslagrondes zijn er weliswaar, vooral in de techsector – deze week kondigde Microsoft nog een verlies van 10.000 banen aan – maar vooralsnog wordt zo’n verlies van werkgelegenheid op de arbeidsmarkt opgevangen.

En dan is er de heropening van China, dat eind vorig jaar de strenge Covid-maatregelen in één klap overboord gooide. Daarvan worden twee effecten op de wereldeconomie verwacht. Het eerste is een toename van de vraag in China zelf, en dus de Westerse uitvoer naar dat land. Een heropend China is goed voor al zijn handelspartners. Maar die oplopende vraag in China zorgt waarschijnlijk ook voor hogere prijzen van de grondstoffen die het land nodig heeft. Met name de gasprijs zou erdoor kunnen oplopen, want China importeert, net als Europa, grootschalig vloeibaar gas (lng).

Extra druk

Hoe de verhouding tussen economische groei en inflatie zich verder ontwikkelt is, zeker nu, van groot belang. Volgende week wordt het extra druk rond dit thema. Het IMF komt met zijn nieuwe prognoses. Het Institute for Supply Management komt met de inkoopmanagersindices voor tal van westerse landen, en die geven aan hoe de industrie- en dienstensector er zelf zegt voor te staan. En, bovenal, de centrale banken zorgen voor nieuws. De Amerikaanse Federal Reserve vergadert dinsdag en woensdag, de Europese Centrale Bank komt donderdag bijeen.

De rente gaat bij beide centrale banken zeker nog verder omhoog, maar op de financiële markten wordt vooral uitgekeken naar aanwijzingen over de iets verdere toekomst. De nog steeds hoge, maar dalende inflatie moet uit de economie worden gestampt, desnoods door met hogere rentes een recessie te veroorzaken, waardoor de opwaartse druk op lonen en prijzen verder afneemt.

Op de financiële markten wordt gehoopt op een nieuw ‘Goudlokje’-scenario

Op de financiële markten wordt gehoopt op een nieuw ‘Goudlokje’-scenario, naar het sprookje over het meisje dat de pap die zij in een verlaten berenhuis aantreft, het liefst ‘niet te warm, niet te koud, maar precies goed’ heeft. De economie moet vertragen, maar liefst niet te veel. De inflatie moet verder naar beneden komen, zonder dat dit meer draconische renteverhogingen vergt.

Voor de Verenigde Staten wordt nu al ingeprijsd dat, na een paar kleine verhogingen, de rente in de tweede helft van dit jaar alweer wordt verlaagd. Dat verklaart voor een deel de daling van de dollarkoers met tien procent in de afgelopen twee maanden: een lager dan verwachte rente maakt de munt minder aantrekkelijk.

Gaat het Goudlokje-scenario het redden? Het optimisme is op dit moment groot. Maar gezien de adembenemende snelheid waarmee veel beleggers én beleidsmakers binnen een luttele maand het scenario omarmden waarin het plots allemaal veel beter gaat dan gedacht, is niet uit te sluiten dat dit ook omgekeerd kan voorkomen.

Donderdag bleek dat de Amerikaanse economie in het vierde kwartaal van vorig jaar met 0,7 procent groeide ten opzichte van het vorige kwartaal – meer dan gedacht. Spanje kwam vrijdag met een economische groei van 0,2 procent en meer Europese landen volgen de komende weken met hun cijfers. Maar let op: het kan ook té goed gaan, waardoor de inflatie niet snel genoeg naar beneden komt en centrale banken alsnog harder op de rem moeten trappen. En dan blijkt de pap aan de pijnlijk hete kant.

Lees verder…….