WK-baas Al-Thawadi wil Qatar laten ‘shinen’

Hassan Al-Thawadi, chef WK voetbal De baas van het omstreden WK voetbal in Qatar, kwam naar Amsterdam om critici te woord te staan. Langzaam maar zeker vindt zijn pleidooi enige weerklank. „Vooruitgang heeft tijd nodig.”

Hassan Al Thawadi, de baas van het organisatiecomité van het WK voetbal in Qatar, vrijdag tijdens een bijeenkomst in Amsterdam.
Hassan Al Thawadi, de baas van het organisatiecomité van het WK voetbal in Qatar, vrijdag tijdens een bijeenkomst in Amsterdam.

Foto Ramon van Flymen / ANP

In een donker vergaderzaaltje van de Johan Cruijff Arena zat Hassan Al-Thawadi, chef van het meest omstreden WK voetbal sinds de editie in Argentinië (1978), vrijdagmiddag urenlang tegenover vertegenwoordigers van mensenrechtenorganisaties, vakbonden en pers. Hij was er niet van onder de indruk. Als een geroutineerde strafrechtadvocaat betoogde Al-Thawadi – gekleed in wit shirt, modieus colbert en met een minutieus getrimde baard op de kaken als geodriehoeken – dat beschuldigingen over wantoestanden in Qatar onwaar dan wel schromelijk overdreven waren.

„Hebben jullie onze rapporten wel gelezen?”, beet hij zijn publiek toe bij vragen over deplorabele werkomstandigheden van arbeidsmigranten in Qatar. Dan zou je weten hoezeer de situatie is verbeterd. „We zijn de benchmark in de regio”, zei de directeur van het Supreme Committee , de organisatie die onder meer verantwoordelijk is voor de bouw van de stadions. Natuurlijk, er was nog ruimte voor progressie, maar gold dat niet overal? „Geen enkel land kan claimen een perfect systeem te hebben. Zelfs Nederland en België niet.”

Al-Thawadi heeft zijn pleidooi al talloze keren gehouden. Het bezoek aan Amsterdam, op uitnodiging van voetbalbond KNVB, maakt deel uit van een jarenlange, vrijwel onafgebroken pr-tournee die eindigt op 21 november in Doha met de openingswedstrijd op het WK tussen Nederland en Senegal. Al-Thawadi’s tocht begon in maart 2009, toen hij met een voornaam lid van de Qatarese koninklijke familie afreisde naar het FIFA-hoofdkantoor in Zürich om de formulieren in te leveren die bevestigden wat al een tijdje rondzong maar door ’s werelds voetbalnotabelen nauwelijks serieus werd genomen: de kleine Golfstaat stelde zich kandidaat om het grootste sportevenement ter wereld te organiseren.

Al-Thawadi was toen net dertig. Dat hij de leiding kreeg over het WK-bid, zegt veel over het vertrouwen dat de toenmalige machthebber (Hamad Al-Thani, de vader van de huidige emir Tamim) in hem stelde. Nog geen jaar eerder was een poging de Olympische Spelen naar Qatar te halen kansloos mislukt. Doha haalde niet eens de shortlist. Een succesvol WK-bid leek onwaarschijnlijk vanwege de verzengende zomerhitte in Qatar, de afwezigheid van een voetbaltraditie en gebrek aan toereikende stadions. Maar een afgang moest in ieder geval voorkomen worden.

Amerikaans accent

Dat Al-Thawadi goed lag (en ligt) bij de politieke top in Qatar valt ook af te leiden uit de korte loopbaan die aan zijn benoeming als WK-chef voorafging. Als zoon van de Qatarese ambassadeur in Spanje bracht hij een groot deel van zijn jeugd door in Europa. Hij voltooide zijn middelbare school in Scunthorpe, een industriestadje in het noorden van Engeland, en studeerde rechten in het nabijgelegen Sheffield. Geen elite-instituten als Eton en Oxford dus, maar dat stond een kickstart van zijn carrière niet in de weg. Na een hoge functie bij Qatar Petroleum in Houston – daar zou hij zijn wat rauwe, Amerikaanse accent aan te danken hebben – promoveerde hij in 2006 tot hoofd juridische zaken van de Qatar Investment Authority, het staatsinvesteringsfonds dat ruim 400 miljard euro aan beleggingen beheert.

In hoeverre Al-Thawadi heeft bijgedragen aan het binnenhalen van het WK is onduidelijk. Al snel na de toewijzing verschenen de eerste berichten over omkoping. Onthullingen van The Sunday Times op basis van een groot datalek, in 2014 samengebracht in het boek The Ugly Game, reconstrueerden tot in detail hoe de Qatarese FIFA-bestuurder Mohammed bin Hammam in het diepste geheim stemmen kocht en de mondiale voetbalelite masseerde, terwijl Al-Thawadi de officiële campagne voerde voor het bid. Qatar heeft de corruptiebeschuldigingen altijd ontkend. Hammam, inmiddels voor het leven geschorst door de FIFA, zou niets met het bid te maken hebben gehad.

Arbeidsmigranten

De corruptieaantijgingen vormden voor Al-Thawadi slechts het begin van een jarenlange exercitie in crisiscommunicatie. Beloftes over stadions met aircondioning ten spijt, kwam de voetbalwereld al snel in opstand tegen een woestijn-WK in de zomer. Uiteindelijk gingen FIFA en Qatar door de bocht en werd het toernooi verplaatst naar de winter.

Groter probleem: het land was voor de bouw van zeven nieuwe stadions, metrolijnen, hotels en aanverwante infrastructuur volledig aangewezen op arbeidsmigranten uit landen als Nepal, Bangladesh, India en Kenia, die onder erbarmelijke arbeidsomstandigheden en tegen vaak minimale betaling hun werk deden. Dat was staande praktijk op veel plekken in de Golfregio. Maar nu ging het om een WK, en dus wist Qatar plotseling het oog van de wereld op zich gericht.

Daar was het land niet op voorbereid, zou Al-Thawadi later toegeven. Van meet af aan benadrukte hij dat het WK „een katalysator” was voor verbetering van de werkomstandigheden en arbeidsrechten in Qatar. Maar journalistieke reportages en onderzoeksrapporten van mensenrechtenorganisaties en vakbonden gaven een ander beeld: dat van moderne slavernij en arbeidsmigranten die voor de glorie van een steenrijke Golfstaat hun leven riskeerden in de bloedhitte. Als er al sprake was van verbeteringen, dan waren die minimaal en golden ze alleen voor diegenen die werkten aan de stadions en daarmee direct vielen onder de WK-organisatie. Het toernooi, dat Qatar wereldwijde faam moest bezorgen, werd een pr-drama.

Dat steekt, was vrijdag te merken. „We zijn al twaalf jaar bezig, maar ik heb nog steeds het gevoel dat ik in de beklaagdenbank zit”, verzuchtte Al-Thawadi toen iemand vroeg waarom hij zo geprikkeld reageerde op kritische vragen. Om vervolgens terug te komen op het pleidooi dat hij al twaalf jaar houdt. Dat het de eerste keer wordt dat een WK in het Midden-Oosten plaatsvindt. Dat de regio er recht op heeft en dat het een geweldige kans biedt zich te tonen aan de wereld, om stereotypes te doorbreken, om de Arabische gastvrijheid te ervaren, om gezamenlijk het voetbal te vieren – „de passie die we allemaal delen”.

Sommige critici overtuigd

Grote verschil met een paar jaar geleden is dat Al-Thawadi inmiddels sommige critici heeft overtuigd, zij het slechts op onderdelen van zijn verhaal. Het argument dat Qatar vooruitgang heeft geboekt op het gebied van rechten en leefomstandigheden van arbeidsmigranten, vindt weerklank bij organisaties zoals Human Rights Watch, Amnesty, de International Labour Organization (ILO) en internationale vakbonden. Er is een minimumloon ingevoerd, arbeid op de heetste uren van de dag is verboden en arbeiders kunnen misstanden tegenwoordig melden bij klachtenlokketten. Kafala, het systeem dat arbeidsmigranten verbood te wisselen van baan of het land te verlaten zonder toestemming van hun werkgever, is vanaf 2019 versoepeld.


Eerlijk proces in Qatar? De FIFA ‘deed totaal niets’

Maar de implementatie en handhaving laten volgens diezelfde organisaties in veel gevallen te wensen over. „Vooruitgang heeft tijd nodig”, zei Al-Thawadi daarover. Meer wilde hij er niet over kwijt. Zoals hij ook niet inhoudelijk inging op corruptiebeschuldigingen rond het WK-bid („Alles is al gezegd, ik ben hier niet om die kwestie opnieuw te beleven”) en de geruchtmakende zaak van Abdullah Ibhais. Dat is een voormalig medewerker van Al-Thawadi’s Supreme Committee die eerder dit jaar in hoger beroep werd veroordeeld tot een celstraf van drie jaar. Ibhais zou zich volgens de Qatarese rechter hebben laten omkopen bij het uitgeven van een sociale media-opdracht. De werkelijke reden voor de veroordeling is volgens mensenrechtenorganisaties dat Ibhais weigerde te liegen over een opstand onder medewerkers op de bouwplaats. „Onzin”, noemde Al-Thawadi die lezing.

Het zijn geen antwoorden die de kritiek zullen doen verstommen. Twaalf jaar in de beklaagdenbank, is dat het allemaal waard geweest, wilde iemand nog weten. „Absoluut”, zei Al-Thawadi. „Dit is het WK, het grootste sportevenement ter wereld. Nu is het onze beurt om te shinen.”

Lees verder…….