Wat hebben de bestuursleden van Shell te vrezen? Vijf vragen over de Britse klimaatzaak tegen het bedrijf

Klimaatprocedure De Britse organisatie ClientEarth houdt de bestuursleden van het oliebedrijf persoonlijk verantwoordelijk voor het „ondoorzichtige” klimaatbeleid. Wat is precies de aanklacht en wat staat het bestuur te wachten?

Het Shell-logo. De bestuursleden worden aansprakelijk gesteld voor het „ondoorzichtige” klimaatbeleid van het bedrijf.
Het Shell-logo. De bestuursleden worden aansprakelijk gesteld voor het „ondoorzichtige” klimaatbeleid van het bedrijf.

Foto Filip Singer / EPA

Het hoger beroep van de eerste klimaatzaak van Milieudefensie tegen oliebedrijf Shell is nog niet begonnen, maar het bedrijf kan alweer een nieuwe klimaatprocedure verwachten.

De Britse milieuorganisatie Client-Earth begint in het Verenigd Koninkrijk een procedure tegen de bestuursleden van Shell, kondigde ze dinsdag aan. ClientEarth stelt dertien bestuursleden aansprakelijk voor de „ondoorzichtige” en „onbehoorlijke” voorbereiding op klimaatverandering van Shell en de gevolgen daarvan.

Vijf vragen over de procedure.

1 Wat is precies de aanklacht?

ClientEarth heeft een brief gestuurd aan de bestuursleden van Shell met haar eisen. Dat is de eerste formele stap voordat de zaak wordt ingediend bij het Britse hooggerechtshof.

ClientEarth, zelf ook aandeelhouder van Shell, vindt dat de bestuurders van het oliebedrijf niet genoeg doen om op de langere termijn waarde te creëren voor zijn aandeelhouders. Volgens ClientEarth is de bedrijfsvoering nu te veel gericht op winst op de korte termijn. De multinational zou niet genoeg doen om aan het klimaatakkoord van Parijs te voldoen, waarin landen overeen zijn gekomen om de opwarming van de aarde tot maximaal 2°C te beperken. Daarbij zou het bedrijf geen rekening houden met de transitie van fossiele naar duurzame energie.

Daarnaast stelt ClientEarth dat de bestuursleden van Shell aandeelhouders onvoldoende informeren over wat het oliebedrijf doet om mee te komen op de veranderende energiemarkt. Het argument van ClientEarth is dat aandeelhouders zo maar moeilijk de daadwerkelijke waarde van het bedrijf kunnen inschatten, zegt hoogleraar ondernemingsrecht Manuel Lokin, verbonden aan de Universiteit Utrecht. „ClientEarth maakt daarbij de vergelijking met bedrijven als Kodak en Blockbuster.” Zij verloren een groot deel van hun inkomsten omdat hun producten – analoge fotografie en videotheken – niet meer aansloten op de moderne markt.

Shell liet dinsdag in een reactie aan Financial Times weten dat „problemen rondom de energietransitie vragen om effectief overheidsbeleid, om zo energiezekerheid te garanderen terwijl de uitstoot van broeikasgassen wordt teruggedrongen. Deze uitdagingen kunnen niet door rechtelijke procedures aangepakt worden.”

2 Wie zitten er achter deze zaak?

De zaak is aangespannen door Client-Earth, een Britse milieuorganisatie waar veel juristen werken. Ze spannen vaker milieuzaken aan tegen bedrijven. Daar zijn ze redelijk succesvol in, eerder wonnen ze bijvoorbeeld een zaak tegen de regio Brussel, die niet genoeg tegen luchtvervuiling deed.

3 Hoe verschilt deze zaak van de eerdere klimaatzaak tegen Shell door Milieudefensie?

Volgens ClientEarth is dit de eerste klimaatzaak waarbij individuele bestuursleden aansprakelijk worden gesteld. Bij de zaak van Milieudefensie werd het bedrijf zelf aangeklaagd. Bovendien ging de klimaatzaak van Milieudefensie uit van álle belanghebbenden, onder wie burgers (stakeholders). De zaak van ClientEarth richt zich op het belang van aandeelhouders (shareholders). Het beleid van Shell was volgens Milieudefensie ook schadelijk voor bijvoorbeeld burgers, omdat klimaatverandering schadelijk is.

4 Zou deze zaak gevolgen kunnen hebben voor individuele bestuursleden?

Ja, zegt hoogleraar Manuel Lokin. Doorgaans krijgen directieleden van hun bedrijf een verzekering tegen juridische vervolgingen. Het bedrijf betaalt dan via de verzekering alle kosten die gemaakt worden tijdens de procedure. Die kosten kunnen in het geval van Shell in de miljoenen lopen, schat Lokin, omdat dit een principiële zaak is. Hierdoor is de kans klein dat het tot een schikking komt.

Ook komen het bedrijf en de bestuurders vaak een ‘vrijwaring’ overeen. Dat is een andere manier om vast te leggen dat het bedrijf opdraait voor de kosten van een procedure tegen bestuurders. Maar in het geval dat ClientEarth wint, kan het zo zijn dat de bestuurders alsnog opdraaien voor de kosten van de procedure en een eventuele schadevergoeding. Dat zou bijvoorbeeld zo kunnen zijn als het volgens de rechter blijkt te gaan om het bewust misleiden van de aandeelhouders.

Het Britse recht leent zich goed voor een zaak als deze, vertelt Lokin. In het Britse recht hebben aandeelhouders de mogelijkheid om deze procedure namens de onderneming tegen de bestuurders in te stellen. „In de Britse Companies Act staat expliciet genoemd dat bestuurders zich in moeten spannen om het ‘bestendige succes ten behoeve van aandeelhouders’ te bevorderen.” Volgens ClientEarth doet Shell dat met het huidige klimaatbeleid dus niet.

5 Hoe past deze zaak in de bredere trend van klimaatzaken?

De zaak van ClientEarth vaart mee op het momentum van eerdere, succesvolle procedures, zoals de zaak van Milieudefensie.

Ook de brief die Milieudefensie onlangs naar 29 in Nederland gevestigde bedrijven stuurde, kun je niet los zien van deze zaak, zegt hoogleraar privaatrecht Elbert de Jong, verbonden aan de Universiteit Utrecht. „Het past allemaal in de ontwikkeling waarbij bedrijven en directieleden aangesproken worden om zo een ‘algemeen belang’ af te dwingen. In sommige gevallen wordt zelfs het strafrecht ingezet, zoals nu gebeurt bij de procedure tegen directieleden van Tata Steel.”

Lees verder…….