Vrouwenrechtenactivist: ‘Politici in Libië zien vrouwen als een soort decorstukken’

Laila ben Khalifa in 2021, toen ze zich kandidaat stelde voor de verkiezingen.


Foto Hazem Turkia/Anadolu Agency via Getty Images

Interview

Laila Ben Khalifa Vrouwen veroveren langzaam een plek in de Libische politiek, zegt Laila ben Khalifa, de activist die zich vorig jaar nog kandidaat stelde voor de presidentsverkiezingen. Maar voor macht en invloed betalen ze een hoge prijs.

Begin juli werden er in één weekend wel zes vrouwen vermoord door familieleden die vonden dat het slachtoffer de eer van de familie had aangetast. Zoveel bruut geweld is symptomatisch voor de situatie waarin Libië zich bevindt, meent vrouwenrechtenactivist Laila ben Khalifa (1957), die zich vorig jaar als eerste vrouw kandidaat stelde voor de presidentsverkiezingen. Op het laatste moment werden die afgeblazen. Niets wijst erop dat de verkiezingen binnenkort alsnog worden gehouden.

„We zitten in een neerwaartse spiraal”, zegt ze telefonisch vanuit hoofdstad Tripoli. „En dat is de schuld van de politieke elites. Economisch draait het land slecht en er zijn veel politieke spanningen. Ik hoor verhalen over geweld die ik in Libië nooit voor mogelijk had gehouden. Broers die hun zussen vermoorden; laatst heeft een zoon zijn vader vermoord.”

Volgens Ben Khalifa zijn mensen „emotioneel versleten geraakt door opeenvolgende burgeroorlogen en conflicten sinds de val van Moammar Gaddafi in 2011. De rek is eruit.”

Het geweld beperkt zich niet tot de huiselijke kring: afgelopen halfjaar publiceerden zowel de Verenigde Naties als Amnesty International alarmerende verklaringen over mensenrechtenschendingen tegen atheïsten, lhbtqi+ en vrouwelijke activisten.


Lees ook: Nieuwe premier wordt direct uit Tripoli verjaagd

„Salafistische milities profiteren van de politieke en economische instabiliteit”, zegt Ben Khalifa. „Libiërs staan op dit moment voor alles open. De salafisten hebben geld en hun boodschap klinkt voor sommigen als een antwoord op de problemen. Al bijna een jaar wordt de ISA, de Binnenlandse Veiligheidsdienst, geleid door Lotfi al-Harari, voormalig leider van een beruchte salafistische militie die betrokken was bij martelingen, ontvoeringen, en verdwijningen. Sindsdien richt de ISA zich op iedereen die zij als ‘slechte’ burgers beschouwt.”

Pessimistischer

Ben Khalifa klinkt pessimistischer dan bij een eerdere ontmoeting in januari, in een hotel in Tunis. „De mentaliteit in Libië op het gebied van seksegelijkheid is de afgelopen tien jaar sterk ten goede veranderd”, betoogde ze toen. „Vrouwen krijgen meer macht en invloed, en die beweging is onomkeerbaar.”

Gewapende strijders die vrouwelijke activisten en politici ontvoerden, vermoordden of bedreigden, voerden volgens haar een achterhoedegevecht. „Het is een soort spierballentaal. Ze willen laten zien hoe sterk ze wel niet zijn. Maar in wezen zijn die groepen niet in staat sociale veranderingen te accepteren”, zei ze destijds. Milities maakten volgens haar „eigenlijk alleen zichzelf belachelijk”, omdat ze zich bedreigd zouden voelen door de groei van het aantal vrouwen op machtsposities.

Denkt u daar nu anders over?

„Ik zie vooral hypocrisie. Libië verandert snel. Op straat zie je mensen tegenwoordig openlijk drugs gebruiken. Alcohol is officieel verboden, maar de zwarte markt groeit als kool. Tegelijk is de mentaliteit van jongeren anders: veel opener dan voorheen. Salafisten proberen koste wat het kost hun macht te behouden.”

Voor de buitenwereld lijkt het alsof de situatie van vrouwen in de Libische politiek almaar achteruit gaat. Zo werd in Libië, na de revolutie van 2011, een wettelijk quotum ingesteld van minstens 30 procent vrouwen in het parlement. Maar dit minimum werd vorig jaar verlaagd naar 16 procent.

Wat betekent dit, volgens u?

„Het betekent vooral dat Libische politici vrouwen als een soort decorstukken zien, niet als beslissers en volwaardige politieke partners. We worden opzettelijk tegengewerkt. Zo zijn al mijn voorstellen op het terrein van economie en veiligheid van tafel geveegd, puur vanwege mijn sekse. Dit gebeurt allemaal in achterkamertjes. Daar wil ik niet aan meewerken.

„De stereotypen moeten doorbroken worden. Vrouwen stonden in 2011 in de vuurlinie van de revolutie en zijn volop maatschappelijk actief. Ze doen het goed in invloedrijke functies, richten organisaties op en leveren op alle mogelijke manieren een bijdrage. Maar daar hoor of lees je niets over. De positie van vrouwen in het Libië van 2022 is onvergelijkbaar met die van tien jaar geleden.”

Vrouwen stonden in 2011 in de vuurlinie van de revolutie

Waar blijkt die verandering op het gebied van seksegelijkheid uit, denkt u?

„Ik denk bijvoorbeeld aan de arbeidsmarkt. Er werken meer vrouwen buitenshuis dan ooit tevoren. Ook zijn er veel vrouwelijke ondernemers, nieuwe initiatieven schieten als paddenstoelen uit de grond. Al is dat, eerlijk gezegd, vaak ook uit economische noodzaak.”

„Maar het denken verandert. Nieuwe generaties denken anders: polygamie wordt bijvoorbeeld minder geaccepteerd dan vroeger. Overigens zijn er grote regionale verschillen. In het zuiden, waar de positie van vrouwen sowieso al sterk was, zie je minder ingrijpende veranderingen.”

„Het probleem zit bij politici en media. Die blijven hangen in patriarchale denkbeelden, terwijl de samenleving verder gaat. Ik ben leider van een politieke partij met bijna alleen maar mannen en ik reis overal heen. Voor de mensen die ik spreek, of ze nu uit het noorden of het zuiden komen, ben ik een politica als alle andere.”

„De politieke instituties die sinds de Arabische lente van 2011 zijn gecreëerd, van het parlement tot de regering en de premier, bewegen echter niet mee. Ze kampen stuk voor stuk met een gigantisch legitimiteitsprobleem. Iedereen is met iedereen in conflict, en de burgers zijn het helemaal zat. Vrouwen en jongeren zouden eindelijk het woord moeten krijgen.”


Lees ook: Een lange weg naar vrede in Libië

Lees verder…….