N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Mexico Als kampioen van de armen bouwt de Mexicaanse president ‘AMLO’ een zogenoemde Maya-trein door het vergeten, jungle-achtige zuiden van zijn land. Komt het prestigeproject op tijd af?
Het regenwoud valt stil. Als hij toeristen rondleidt door natuurpark Calakmul hoort junglegids Jhovanny Figueroa nog steeds wel het hoge gefluit van de bonte kuifarend. De hese alarmroep (pea-pea!) van de bruine gaai. En als hij de brulapen aanroept door hun diepe gehuil te imiteren, antwoordden ze nog. Maar de volumeknop van dit bosconcert staat een stuk lager dan voorheen. „Veel dieren trekken al zuidwaarts, denk ik”, sombert de Mexicaan als hij voorop gaat door het woud.
Niet alleen het Amazonebos van Zuid-Amerika wordt bedreigd. Ook het één-na-grootste regenwoud van het westelijk halfrond – dat zich uitstrekt van zuidoost-Mexico tot in Belize en Guatemala – heeft last van de oprukkende mens. Drie jaar geleden werd in het Mexicaanse deel van deze jungle begonnen met de aanleg van een even ambitieus als omstreden project: de zogenoemde ‘Tren Maya’.
Met de 1.544 kilometer lange spoorbaan wil president Andrés Manuel López Obrador een lang verwaarloosd deel van Mexico ontsluiten. De Maya-trein zal toeristen – én hun dollars en euro’s – naar plekken brengen waar diepe armoede heerst, belooft hij. Dat de lijn deels door het leefgebied van de poema, jaguar en andere bedreigde soorten voert en het precaire grondwatersysteem ernstig dreigt te verstoren, is daaraan ondergeschikt.
De president (bijgenaamd ‘AMLO’) maakt haast met zijn prestigeproject, leert een reis langs delen van het traject. Over honderden kilometers is een tientallen meters brede strook oerbos gekapt, waar het terrein nu hoog tempo geschikt wordt gemaakt voor het plaatsen van bielsen en rails, voor betonnen pilaren waar het spoor verhoogd wordt, en voor stations en haltes. Graafmachines, bulldozers en hei-installaties denderen zeven dagen per week door. Vrachtwagens en personeelsbusjes rijden af en aan.
Elke Mexicaanse president belooft zijn land een ambitieus infrastructuurproject. Maar lang niet altijd lukt het dit waar te maken. Een ambtstermijn duurt weliswaar zes jaar, maar herverkiezing is grondwettelijk uitgesloten: in één sexenio moet de klus af zijn. De twee voorlaatste presidenten slaagden er bijvoorbeeld niet in een nieuwe internationale luchthaven voor Mexico-Stad na te laten.
De nationaal-populist AMLO voerde in 2018 campagne met de belofte dit vliegveld, grotendeels al aangelegd, te annuleren. Het werd te duur, vond hij, door corruptie en milieuperikelen. Bovenal achtte hij het – als kampioen van de armen – overbodig. Acht op de tien Mexicanen zal in zijn leven nooit vliegen en de elites in de hoofdstad krijgen al genoeg.
Kort na zijn aantreden hield zijn regering een geïmproviseerde internetpeiling, waarin een ruime meerderheid zich uitsprak voor schrappen van het vliegveld. López Obrador ging tegelijkertijd aan de slag met zijn treinplan voor het arme, deels door inheemse inwoners bewoonde zuiden. En die zal er nu koste wat kost (ruwe begroting: 20 miljard euro) komen. Hij heeft nog ruim anderhalf jaar: eind 2024 zit zijn termijn erop.
Vleermuizenvulkaan
Volgens milieuclubs en andere critici gaat de regering veel te voortvarend te werk. Bij dit soort megaprojecten worden doorgaans eerst jarenlang risico- en impact-analyses gedaan. De Tren Maya daarentegen wordt à l’improviste aangelegd.
Zo wordt volop geïmproviseerd bij het tracé tussen Chetumal en Escarcega. Oorspronkelijk zou dit federale snelweg 186 volgen, maar die bleek langs een ondergrondse grot te leiden waar circa drie miljoen vleermuizen wonen. Als insectenverslinders zijn zij onmisbaar voor het ecosysteem en voor kleinschalige boeren. De grot stond echter niet eens genoemd in het milieuschaderapport. Uiteindelijk werd het spoor verlegd, waardoor het nu dwars door het Calakmul-biosfeerreservaat voert. Met grote geldsommen zijn grondeigenaren nog vlug uitgekocht.