Vrouwelijke kracht schuilt bij Alida Dors in het bekken

Recensie


Theater

Dans Spetterende vogue vormt het vroege hoogtepunt van ‘Primisi’. Daarna bezwijkt de zwakke choreografie van Alida Dors onder een te zware inhoudelijke last.

Primisi, de nieuwe choreografie van Alida Dors. Foto Mark Bolk
Primisi, de nieuwe choreografie van Alida Dors. Foto Mark Bolk

Zes dansers beuken ritmisch op hun eigen lichaam, voorovergebogen, de voeten wijd uiteen, knieën diep doorgezakt. Er moet iets uit dat lijf worden geslagen. Weg met (zelf)haat, schaamte, geïnternaliseerde minderwaardigheidsgevoelens en alles wat groei smoort, om plaats te maken voor een feestelijke viering van (zelf)liefde en trots. Er moet een plek worden opgeëist in de wereld, als tegengif voor de verharde, agressieve sfeer in de maatschappij.

Meermalen komt die zelfkastijding terug in Primisi, de nieuwe choreografie van Alida Dors, artistiek directeur van Theater Rotterdam. Net als het strooien van wit krijtpoeder is het een vorm die aan Afrikaanse en Surinaamse rituelen is ontleend.

De titel Primisi is een samentrekking van ‘permisi’ en ‘prisiri’, Sranan voor (onder andere) toestemming en feest. In haar nieuwe werk gaat het, aldus Dors, om een feestelijk afscheid van wat ons niet meer dient. Toch is het toneel vaak schemerig, en klinken er lage, holle klanken en klaaglijke zang – weinig vrolijk.

Het toneel wordt beschenen door een spot, soms fel, dan weer mild gefilterd, steeds neerziend op de dansers, als een alziend oog. Vrijwel onzichtbaar daarentegen blijven de vier musici die de voorstelling op gitaar, basgitaar, drums en keyboard begeleiden. Ook zangeres Youandi Albertzoon blijft meestal in het duister op de achtergrond, verborgen achter het woud van touwen dat uit de nok hangt. Haar zang meandert door de ruimte, haar woorden klinken als een bezwering.

Aards en ritmisch

Na de opzwepende, ritmische groepsdans aan het begin krijgen de individuele karakters ruimte. De solo’s zijn een uitdrukking van persoonlijke stijl – of van een fysieke strijd met innerlijke demonen, zoals die van de vrouw die zich bijna de hele voorstelling verbergt onder vele laagjes textiel. Bescherming, ongewenste denkbeelden? Hoe dan ook zijn ze een last en op een gegeven moment worden ze, niet erg verrassend, afgelegd.

Veel vroeger in de voorstelling, misschien wel te vroeg, bereikt Primisi een hoogtepunt dat met waarderend gejoel wordt ontvangen. Een bevrijdend zelfbewust optreden van Anaiah Raelyn Carney, die als stralende ballroom queen een spetterend staaltje voguing weggeeft; een heerlijk, triomfantelijk opeisen van vrouwelijke kracht. Die kracht schuilt in het bekken, is de boodschap van het groepsdansje waarin het mooi divers samengestelde ensemble gezusterlijk twerkt.

Feminisme, met name black feminism, was een van de belangrijkste inspiratiebronnen voor Dors, die Albertzoon teksten van de vorig jaar overleden Amerikaanse activiste bell hooks laat zingzeggen. Daarmee, en met de voortdurende suggestie van spirituele diepgang, legt de Dors een inhoudelijk te zware last op de choreografie. Die is weliswaar aards en ritmisch, maar ook weinig origineel en inventief. Dat is geen uiting van een idee of van ritueel karakter, maar komt eenvoudigweg door een gebrek aan gevarieerd passenmateriaal. Het thema van Primisi verdient beter.


Theater Bekijk een overzicht van onze recensies over theater

Lees verder…….