Vrijlating van wereldberoemde gijzelaar was niet het einde van zijn verschrikking

Op 16 maart 1985 had Terry Anderson, correspondent van Associated Press in de Libanese hoofdstad Beiroet, een potje getennist. Na afloop, toen hij op straat liep, werd hij door een groep mannen vastgegrepen en in de achterbak van een auto gegooid. Er brak een periode van duisternis aan – letterlijk. Het grootste deel van de bijna zeven jaar die hierop volgden, bracht Anderson geblinddoekt door.

Terry Anderson, lange tijd vermoedelijk de beroemdste gijzelaar ter wereld, overleed afgelopen zondag op 76-jarige leeftijd, bevestigt zijn dochter Sulome Anderson. In december 1991 kwam hij vrij. Die vrijlating werd een internationaal feel good-verhaal: de foto van de breed lachende Anderson en zijn zesjarige dochter Sulome naast hem op de achterbank van een auto was wereldnieuws. The Smile of Freedom, stond op de cover van Time Magazine.

Het was de eerste keer dat vader en dochter elkaar ontmoetten. Andersons vrouw Madeleine Bassil was zwanger toen hij gegijzeld werd. Maar het moment was het begin van veel ellende voor het gezin.

Op dat moment markeerde de vrijlating het einde van de gijzelaarscrisis in Libanon. Terry Anderson was de laatste van een groep van enkele tientallen Amerikanen die in de jaren tachtig door shi’itische milities werd ontvoerd, en was lange tijd de langst gegijzelde Amerikaan uit de geschiedenis.

Lees ook De vrijheid werd een verschrikking

De vrijheid werd een verschrikking

Iran-Contra-affaire

De Amerikanen waren een pion in een geopolitiek spel. Met de gijzelingen protesteerden shi’itische groepen, gelieerd aan Hezbollah, tegen Amerikaanse inmenging in de burgeroorlog in Libanon. Maar ze vroegen, en kregen, ook losgeld van de Amerikanen in ruil voor vrijlating. De VS leverden bovendien in het diepste geheim wapens aan Iran. De deal tussen de regering van president Ronald Reagan en Iran kwam in 1986 aan het licht, en deze ‘Iran-Contra-affaire’, die Reagan aan het wankelen bracht, betekende dat er geen hulp meer kwam voor Anderson. Hij bleef alleen achter.

Op het kantoor van Andersons werkgever, persbureau AP in New York, hielden collega’s het aantal dagen van zijn gevangenschap bij.
Foto Maria R. Bastone/AFP

Als gevangene doorstond Anderson psychologische martelingen, mishandelingen en eenzaamheid. In 2016 zei hij, in een dubbelinterview met vader en dochter in NRC: „Hoop was een gevaarlijke emotie, want het leidde altijd tot teleurstelling. Je moet je emoties vlak zien te houden, anders houd je het niet vol.”

Pas na een paar jaar kreeg hij een foto van zijn dochter te zien. Zij was inmiddels een bekend gezicht geworden: haar moeder zorgde ervoor dat Sulome Anderson voortdurend in het nieuws was, dat iedereen haar verhaal kende. Ze hoopte dat de gijzelnemers het zouden zien, en heel misschien Terry Anderson zelf wel. Het is een tactiek die destijds opzien baarde, maar nu vaker voorkomt, denk aan de manier waarop de families van Israëlische gijzelaars in Gaza aandacht blijven vragen voor het lot van hun geliefden.

‘Emotioneel kreupel’

Sulome bewaarde een foto van haar vader onder haar hoofdkussen, en zag alle filmpjes die de gijzelnemers van haar vader maakten. Toen Sulome haar vader in 1991 voor het eerst zag, herkende ze hem niet: hij was veel magerder dan op de foto’s die ze van hem had. Ook op persoonlijk niveau was hij anders dan ze dacht. De jaren ervoor had ze haar vader geïdealiseerd, maar hij bleek „emotioneel kreupel”, vertelde ze NRC in 2016. Hij was angstig en zwaar getraumatiseerd, maar kon niet over zijn gevoelens praten.

Sulome Anderson ontwikkelde schuldgevoelens, omdat ze het gevoel had dat ze ondankbaar was. Terry Anderson probeerde een nieuw leven op te bouwen als docent Journalistiek, maar de affaire bleef een grote rol in zijn leven spelen. Hij klaagde Iran aan, om hun betrokkenheid in zijn gijzeling, en kreeg van een Amerikaanse rechter een schadevergoeding van 46 miljoen dollar, betaald uit bevroren Iraanse tegoeden.

Anderson tijdens een parade in zijn geboortestad Lorain, Ohio, in 1992. Zijn gezin leed zwaar onder de gevolgen van Andersons gijzeling.
Foto Mark Duncan/AP

Dat geld had een desastreuze uitwerking op het gezin. Het ging op aan drank en drugs die Sulome in grote hoeveelheden kocht, aan investeringen in kansloze projecten waar de goedgelovige Terry in was getrapt. Het gezin viel uit elkaar: Madeleine en Terry scheidden. Sulome deed enkele zelfmoordpogingen en belandde om haar drank- en drugsverslaving in een afkickkliniek. Van de 46 miljoen is niets meer over.

Innerlijk conflict

Pas veel later herenigden vader en dochter zich. Sulome Anderson werd net als haar vader journalist, en zocht de groep op die haar vader had gegijzeld. Terry Anderson zei daarover: „Het heeft enorm geholpen bij onze verzoening. Ze is gaan begrijpen in welke wereld ik heb gezeten, en ik ben trots op wat ze heeft gedurfd.”

Terry Anderson leefde de jaren na zijn vrijlating met een groot innerlijk conflict. Hij wilde verder met zijn leven, zijn gijzelnemers vergeven, en niet langer bekendstaan als ‘Terry Anderson de Gijzelaar’, zoals hij zelf zei. Maar vergeven is hem nooit gelukt, hij is altijd boos gebleven. Hij zei: „Ik heb hier twee decennia mee geworsteld. Ik kan mijn woede over die tijd niet langer onderdrukken. Ze hebben zeven jaar van mijn leven afgepakt.”

Hij stichtte goede doelen om veteranen te helpen en kinderen in Vietnam – Anderson diende als militair in de Vietnam-oorlog. Hij had graag gezien dat hij vooral om zijn liefdadigheidswerk herinnerd zou worden, schreef zijn dochter zondag in een verklaring.