Vouwen en stapelen met bergen: de delicate landschappen van Ulrike Heydenreich

Ulrike Heydenreich in haar atelier

Foto Markus J. Feger

Interview

Kunstenaar In Museum Panorama Mesdag presenteert de Duitse kunstenaar Ulrike Heydenreich haar ingenieuze, gelaagde berglandschappen. „Papier is niet vergevingsgezind.”

‘Uitzicht is een afstand die zich omkeert’, dichtte Bernke Klein Zandvoort in 2013. Ze verwoordt hiermee een intrigerend idee over afstand: het vergezicht heeft ook altijd betrekking op het nabije. In de verlangende blik kan een afstand zich dubbelvouwen, omklappen naar de toeschouwer. Iets dat zich afstandelijk voor je uitstrekt, en toch nabij en vertrouwd aandoet: dit is ook precies het gevoel dat de Duitse Ulrike Heydenreich met haar kunst weet op te roepen.

Heydenreich (Böblingen, 1975) heeft vanaf komend weekend in Museum Panorama Mesdag in Den Haag haar eerste grote museale solotentoonstelling. Het onaangeraakte berglandschap is haar hoofdthema. Hiermee speelt ze nu al zo’n twintig jaar telkens een ander ingenieus spel met waarneming, diepte en perspectief. Zo naait ze met garen een schematische berg op een oude foto van een berg. De draadjes staan zo strak gespannen dat het papier opbolt. Hoeveel bergen zie je? Eén: op de foto. Twee: in de draadtekening. Drie en vier: het opbollende papier.

Iets dat heel klein is kan in Heydenreichs werk gigantisch lijken, en iets dat heel ver weg is, heel nabij

In een andere serie werken stapelt ze fotofragmenten van bergtoppen op elkaar, zodat een gelaagd berglandschap ontstaat. Daartussen voegt ze pergamijn tussenbladen (het halftransparante papier in fotoboeken). Met iedere laag worden de foto’s waziger: hoe verder je het landschap inkijkt, hoe mistiger het wordt. Voor de recente serie Fundstücke vouwt Ulrike Heydenreich antieke panorama-kaarten met berglandschappen nauwkeurig in een cirkelvormige harmonica: het uitzicht spant zich als een geribbelde kraag om het middelpunt. De vouwen vormen een nieuw berglandschap boven op het andere berglandschap.

„Voor mij staan de bergen voor mysterie, voor onaangeraakte natuur, voor plaatsen waar je niet – of heel moeilijk – kunt komen. Bijna als een maanlandschap”, vertelt Heydenreich in haar studio in een woonblok in Düsseldorf. Door de gesloten witte gordijnen valt veel zonlicht naar binnen – binnen zijn de muren zo wit, dat het bijna lijkt alsof ze zelf licht geven. De tafel ligt vol ansichtkaarten, bergpanorama’s, mesjes en linialen.

Ulrike Heydenreich, Kunstwerke: Zeichnungen 2020-2021

Landschap als metafoor

Waar komt die fascinatie voor het berglandschap vandaan? „Het liefst zou ik zeggen: dat weet ik niet. Maar daar kom ik ik natuurlijk niet mee weg, dus ik zal het proberen uit te leggen.” Heydenreich, geboren in Zuid-Duitsland, groeide niet op tussen de bergen maar ging er wel vaak met vakantie. Voordat ze voor haar kunst gefascineerd raakte door het alpinisme, was ze al bezig met panorama’s. Na haar studie aan de fameuze Bauhaus Kunstacademie in Weimar, verhuisde Heydenreich naar New York. Daar ontwikkelde ze in 2003 haar eigen Panorama Drawing Device, dat straks ook bij Museum Panorama Mesdag staat. Het is een mobiel stalen frame, met een houten platform waarop de bezoekers met behulp van een ‘dashboard’ de omgeving kunnen tekenen. „In New York raakte ik gefascineerd door de vraag: waar ben ik eigenlijk? Welke omgeving omringt mij?”

Dat haar kunst te zien is in de tentoonstellingszalen van Museum Panorama Mesdag, met het Panorama van Scheveningen van Hendrik Willem Mesdag uit 1881, vindt Heydenreich heel bijzonder. „Ik wist wel van het bestaan van dit soort historische panorama’s, ik heb er zelfs boeken over. Maar ik wist niet dat ze nog bestonden , totdat het museum mij benaderde.”

Per toeval kwam ze in New York ook in aanraking met oude foto’s en ansichtkaarten van berglandschappen. „Het idee van die foto’s als verslag van een héél landschap vond ik zo fascinerend. Eén kaart, als verzameling van een heleboel bergen, een heleboel dagen.”

Was het ook een soort heimwee in het relatief vlakke New York naar de bergen in Zuid-Duitsland? „Nee, eigenlijk niet. Het was meer dat ik geïnteresseerd raakte in de bergen als metafoor voor het onbereikbare. Een landschap dat je niet aan een specifieke plaats kunt koppelen.”

Ulrike Heydenreich, Kaleidoscope Eyes 01 2010

Kristalvormen

Dat streven naar het landschap als abstractie drijft Heydenreich tot het uiterste. Zelfs de bijna fotorealistische berglandschappen op gevouwen papier blijken niet wat ze lijken: in werkelijkheid zijn het ultra-fijne potloodtekeningen, gemaakt naar fotocollages van rotsen, stenen en bergen op verschillende schalen. „Omdat je bijna geen mensen ziet, en deze landschappen boven de boomgrens zijn, kun je moeilijk inschatten hoe groot alles is. Ik maak mijn eigen composities en zoek naar het ideale landschap.” Iets dat heel klein is kan in Heydenreichs werk gigantisch lijken, en iets dat heel ver weg is, heel nabij.

Dat spel met de diepte benadrukt ze door op enkele van de gelaagde collages van bergtoppen en pergamijn tussenbladen de abstracte, geometrische vorm van een kristal te plaatsen: „De voorste lijnen zitten op het voorste transparante vel, en de achterste op het achterste. Het beweegt mee met de diepte.”

Ulrike Heydenreich, Neuland 04, 2013

Klimaatverandering

De berglandschappen van Heydenreich zijn in eerste instantie iets universeels, een archetype. Daarom was ze lange tijd niet echt bezig met de precieze plek van de bergen die ze voor haar werk gebruikte. . Daar kwam verandering in toen ze op de opening van de tentoonstelling Vom Schmelzen und Schwinden (‘Over smelten en slinken’) bij Kunstforum Montafon in de Oostenrijkse Alpen in gesprek raakte met een ervaren gletsjeronderzoeker.

„Hij deed al ruim veertig jaar onderzoek naar gletsjers, en begreep niet dat ik alleen maar bezig was met het visuele aspect van de bergen.” De gletsjeronderzoeker maakte Heydenreich extra bewust van de grote verandering van het berglandschap door de klimaatopwarming. „Sinds die ontmoeting bewaar ik de gegevens over de kaarten en bergen die ik gebruik nog beter, zodat die informatie altijd als context beschikbaar blijft.”

Heydenreich werkt met historisch materiaal. „Daar ben ik me heel bewust van. Niet alleen doordat de kaarten waarmee ik werk heel oud zijn, maar ook doordat het landschap nu snel aan het veranderen is. De sneeuw en het ijs en zelfs de steenstructuren veranderen door het smeltende water. .”

Antieke kaarten

De serie Fundstücke bestaat uit in cirkelvormige waaiers gevouwen bergpanorama’s, waardoor het perspectief ervan in het hart van een geribbelde kraag komt te liggen. Voor deze werken gebruikt Heydenreich originele, antieke bergkaarten. „Ik heb daar lang over getwijfeld, juist omdat ik die panoramische kaarten zelf zo waardevol vind. Maar ik vond ten slotte dat ik de originelen moet gebruiken, omdat de kwaliteit van de druk en het papier zo mooi is. Ik ga heel voorzichtig en respectvol om met het materiaal, er is nog nooit een kaart stuk gegaan. Voordat ik in het origineel ga vouwen, doe ik voor de zekerheid verschillende tests. Papier is niet vergevingsgezind. Als de vouw er eenmaal in zit, is er geen manier om die eruit te halen.”

Heydenreich gaat bij gespecialiseerde alpinisten-antiquariaten en online niet op zoek naar de meest waardevolle of zeldzame kaarten, maar kiest juist de goedkopere exemplaren: kaarten die iemand uit een boek heeft geknipt, of die in grote oplage gedrukt zijn en daarom niet zo duur zijn. „Ik kies ze uit op kleurgebruik, typografie en papier.” Misschien is Heydenreich een soort schatgraver: „Ik heb het gevoel dat deze kaarten vergeten artefacten zijn die in de diepten van antiquarische boekwinkels liggen opgeborgen en een beetje stoffig zijn geworden. Ik graaf ze uit en maak ze zichtbaar.”

Maar ze bedekt ook een groot deel, want de waaiervormig gevouwen landkaarten overlappen elkaar waardoor een groot deel onzichtbaar blijft: „Net als in een echt berglandschap: achter iedere berg verschuilt zich een andere berg. Ze schuiven achter elkaar. Dat vind ik zo’n mooi idee: dat je iets niet per se hoeft te zien, en dat het er dan tóch is.”

Ulrike Heydenreich, Fundstück 11, 2021 (historische panoramakaart, gevouwen, 73 x73 cm)
Foto Markus J. Feger
Ulrike Heydenreich, Fundstück 11, 2021 (historische panoramakaart, gevouwen, 73 x73 cm)
Foto Markus J. Feger

Lees verder…….