Voor wie is ‘walking football’ een goed idee?



Foto Getty Images

Voetbal is volkssport nummer één in Nederland. Dagelijks verzamelen zich talloze kinderen, jongeren en volwassenen in parken en op veldjes om een balletje te trappen. Maar waar zijn de zestig- en zeventigplusser, vraagt fysiotherapeut en bewegingswetenschapper Shanty Sterke zich wel eens af? Waarom verzamelen die zich niet op veldjes voor een potje voetbal?

Sterke: „Voor oudere voetballiefhebbers is een potje voetbal soms wat te intensief, of te gevaarlijk. Maar voor hen is er een geweldig alternatief: walking football.”

Walking football is een van oorsprong Engelse vondst. Er mag niet worden gerend en er wordt op een klein veld gespeeld met zes tegen zes. De bal mag niet boven heuphoogte worden gespeeld en lichamelijk contact is verboden.

Het Nationaal Ouderenfonds, de KNVB en de Eredivisie haalden de sport in 2013 naar Nederland. Vijf jaar later zaten er al 4.500 ouderen bij een walking football club.

Sterke: „Na je veertigste begint de aftakeling. Je botten worden minder sterk, je spiermassa neemt af. Dat proces kun je vertragen door te blijven bewegen.”

In walking football zit alles wat je volgens de bewegingsrichtlijnen nodig hebt, zegt Sterke. „Doordat je soms langzaam wandelt en soms sneller, is het een soort intervaltraining. Verder verander je voortdurend van richting, moet je met kracht schieten en balanceer je op één been wanneer je schiet. En dat terwijl je niet bang hoeft te zijn geblesseerd te raken, want het is hartstikke veilig.”

Sterke moedigt dan ook alle ouderen die vroeger graag voetbalden maar het nu niet meer kunnen of durven, aan om te beginnen met walking football. Sterke: „En waarom niet ook wandelen bij andere sporten? Laatst hoorde ik iemand over walking handbal.”

Lees verder…….