Mobieltjes zorgen voor onrust in klas. Dus weg ermee?

Smartphones op school Mobieltjes leiden leerlingen af en stimuleren pestgedrag. Maar een verbod is niet alleen in Nederland omstreden.

De coronapandemie legde in India een kloof bloot tussen leerlingen die thuisonderwijs volgden op hun mobiel, en armere leerlingen die dat niet konden.
De coronapandemie legde in India een kloof bloot tussen leerlingen die thuisonderwijs volgden op hun mobiel, en armere leerlingen die dat niet konden.

Foto Noah Seelam/AFP

Afgeleide leerlingen, onrust in de klas, cyberpesten – een rapport van de VO-raad deed vorige maand opnieuw de discussie oplaaien of het niet goed zou zijn de smartphone uit Nederlandse scholen te weren – een vraag die de belangenvereniging van het voortgezet onderwijs zelf overigens „te eenzijdig” noemt. want mobieltjes zorgen wel voor afleiding, maar bieden ook veel voordelen. „Denk aan verlevendiging van de lessen met online quizzes, effectieve oefenapps en de mogelijkheid om roosterwijzigingen en cijfers direct door te geven.”

De raad pleit vooral voor een passend en eenduidig beleid bínnen scholen, waar de regels nu soms van leerkracht tot leerkracht verschillen. En, in de beste Nederlandse traditie, voor „zelfregulering van leerlingen”.

De Nederlandse twijfel – een CDA-motie voor een landelijk verbod haalde in november geen Kamermeerderheid, maar minister Dennis Wiersma (Onderwijs, VVD) wil er toch met de sector over in gesprek – is niet bepaald uniek, leert een rondgang onder de buitenlandse correspondenten van NRC. In Europa kent Frankrijk sinds 2018 een verbod op smartphones in de klas, met uitzondering van lycées waar kinderen vanaf 15 jaar naartoe gaan. Dat inspireerde politici in veel andere Europese landen tot debat, maar zelden leidde dat al tot maatregelen. In Polen bijvoorbeeld opperde onderwijsminister Przemyslaw Czarnek weliswaar dat hij de wet zou kunnen aanpassen, die het scholen nu niet toestaat om leerlingen te verbieden hun smartphone mee te nemen in de klas, maar hij wil volgens een televisie-interview tegelijk „iemand zijn die niet alleen verbiedt, maar ook luistert naar scholieren”.

Zou hij dat doen in het Vlaamse Haasrode, bij Leuven, dan zouden de leerlingen van het Sint Albertuscollege hem vertellen dat er op school meer te beleven is, en dat ze meer aandacht hebben voor hun vrienden, nu het schoolbestuur ze verbiedt hun telefoons te gebruiken zodra de bel is gegaan – zo noteerde omroep VRT. In België wordt een verbod regelmatig besproken, maar onderwijsminster Ben Weyts (N-VA) wil er niet aan en moedigt scholen aan zelf regels op te stellen.

Dat misschien onverwachte enthousiasme wordt niet gedeeld door hun leeftijdgenoten in Italië, waar wél een verbod geldt, in december nog eens bekrachtigd door de nieuwe minister van Onderwijs Giuseppe Valditara. Scholierenvakbond Medi uit de landstreek Lazio klaagde dat de minister scholen niet ziet als een plek waar de burgers van de toekomst worden gevormd, maar scholen wil die zich op het verleden richten. De scholieren benadrukken dat hun generatie geboren is als ‘digital natives’ en vinden dat hun juist moet worden geleerd hoe verantwoord met mobiele telefoons om te gaan.

Heel anders is de situatie buiten Europa, waar zorgen heersen over ‘gameverslaving’ (China) en het fotograferen van meisjes (Saoedi-Arabië). In de Verenigde Staten was het uitgerekend Californië, de thuisstaat van de iPhone, dat als eerste een verbod op smartphones in de klas toestond.

Frankrijk

In Franse schoollokalen zul je niet snel mobiele telefoons zien. Sinds 2018 is het in het basisonderwijs en op collèges (voor leerlingen van 11 tot 15 jaar) verboden om mobieltjes te gebruiken op school. Niet alleen in de klaslokalen moeten de telefoons in de tas blijven, ook in de gangen, op het schoolplein en in het gymgebouw is gebruik voor leerlingen verboden. Lycées, voor kinderen van 15 tot 18 jaar die geen beroepsopleiding doen, mogen zelf kiezen of ze het gebruik van smartphones toestaan, hoewel er inmiddels stemmen opgaan om ook daar een nationaal verbod in te stellen.

Het verbod in 2018 was een verkiezingsbelofte van de in 2017 verkozen president Emmanuel Macron. Volgens hem leidde smartphonegebruik te vaak tot onrust in de klassen en cyberpesten, en gaf het leerlingen „toegang tot gewelddadige en vooral pornografische” beelden.

Er is nog geen onderzoek gedaan naar de gevolgen, maar docenten en vakbonden hebben in de media overwegend positief gereageerd. De invoering zou niet tot veel weerstand hebben geleid – niet in de laatste plaats omdat smartphonegebruik op veel scholen al verboden was. En het verbod heeft gezorgd voor meer rust in de klas. Er zijn echter ook docenten die opmerken dat het verbod niet overal wordt gehandhaafd en cyberpesten ook buiten de schoolmuren gebeurt.

Net als in Nederland leidt de lancering van ChatGPT – een van kunstmatige intelligentie voorziene chatbot die moeiteloos samenhangende schoolwerkstukken genereert – in het onderwijs tot discussie. De prestigieuze Parijse politicologieopleiding Sciences Po nam de vlucht naar voren en heeft het gebruik van dit en vergelijkbare algoritmes eind januari verboden. Onderwijsminister Pap Ndiaye vindt dat het gebruik op scholen eveneens „ingekaderd” moet worden, maar weet nog niet hoe. Een verbod in openbare scholen, zoals in New York van kracht is, is niet uitgesloten.


Lees ook: Franse leraar voelt zich niet alleen onderbetaald, maar ook ondergewaardeerd

China

„Als er lessen uitvallen, en Judy moet eerder van school worden gehaald, dan belt ze ons met de telefoon van haar docent”, zegt Cindy Guo, haar moeder, aan de telefoon. Judy heeft wel een mobieltje, maar dat blijft tijdens school gewoon thuis op haar bureau liggen. „Dat controleer ik”, zegt Guo. Judy zit in de tweede klas van de middelbare school.

Mobieltjes zijn sinds 2021 in heel China verboden tot de vierde klas middelbare school. Daarna mag de telefoon wel mee, maar moet hij uitblijven tijdens de lessen. „Dat zal echt niet altijd ook gebeuren”, lacht Guo.

Het verbod kwam er omdat de mobieltjes kinderen maar verslaafd zouden maken aan computerspelletjes, en ze zou blootstellen aan ongezonde zaken op internet. En het zou slecht zijn voor hun ogen. Beter vindt de overheid het als de kinderen meer sporten en meer boeken lezen.

Judy krijgt haar huiswerkopdrachten wel via haar mobieltje doorgestuurd. Toch handiger dan op de computer, want die moet eerst opstarten. Ook sturen haar docenten haar berichten via het sociale medium WeChat. Maar daar kijkt ze allemaal pas naar als ze weer thuis is.

Guo vindt het heel goed dat mobieltjes in de klas niet mogen. „Zeker jongere kinderen hebben nog weinig zelfbeheersing, en voor je het weet zijn ze dan verslaafd aan games”, zegt ze. Dat overkwam haar buurjongen, die op het laatst hele nachten op zijn telefoon zat. Zijn schoolcijfers kelderden. Nu zit hij op een slechte school, met weinig kans om nog naar de universiteit te gaan. „Dat wil je als ouders toch voorkomen.”

India

In de Indiase deelstaat Maharashtra lijken autoriteiten steeds meer nadelen te zien in smartphonegebruik. In de plaats Vadgaon werd in oktober een digitaal-vrije avond afgekondigd, zodat bewoners één keer per week zonder televisie en mobieltje moeten doorbrengen, in de hoop dat dat sociale contacten verbetert. De dorpsraad van Bansi besloot een maand later dat kinderen onder de achttien zelfs helemaal geen smartphone meer mogen gebruiken. „Na corona, toen zij allemaal een mobieltje moesten gebruiken voor online onderwijs, raakten zij daaraan verslaafd”, zei het dorpshoofd in de Times of India. Door gamen en sociale media zou het leren erbij inschieten.

De pandemie had een grote ongelijkheid blootgelegd in het Indiase onderwijs. De mobiele telefoon werd de methode om huiswerk door te sturen of lessen te filmen, maar een groot deel van de kinderen had er niet eens één. Zo ontstonden grote leerachterstanden – soms zelfs schooluitval – in arme bevolkingsgroepen. Sindsdien richten beleidsmakers zich op een meer gelijke implementatie van digitale hulpmiddelen, ook methodes voor de smartphone, op alle onderwijsinstellingen.

Midden-Oosten

Vooral in het welvarende Golfgebied krijgen kinderen dikwijls al op jonge leeftijd een eigen telefoon of tablet. In de Verenigde Arabische Emiraten bijvoorbeeld gemiddeld al op zevenjarige leeftijd. De kinderen spenderen er tussen de twee en drie uur per dag op. In de media en uiteraard ook op de sociale media barstten de afgelopen jaren van tijd tot tijd discussies los of mobieltjes daarom niet op scholen verboden moeten worden.

In Saoedi-Arabië kondigden de autoriteiten in 2021 daadwerkelijk een verbod aan, niet zozeer omdat telefoons de aandacht van de kinderen voor de lessen kunnen verstoren maar uit privacy-overwegingen. De autoriteiten willen er vooral het filmen en fotograferen van studenten, leerlingen en staf mee tegengaan. Vooral de beeldopnames van meisjes liggen er gevoelig en kan streng worden bestraft.

In een ander welvarend land in het Midden-Oosten, Israël, zijn mobiele telefoons sinds eind 2019 op alle basisscholen verboden.

Verenigde Staten

Uitgerekend Californië had de primeur. De kuststaat waar veel van de techbedrijven vandaan komen wier smartphones en apps kinderen van de les zouden houden, voerde in 2019 als eerste in de VS een wet in die scholen toestaat om mobieltjes te verbieden. Volgens de indiener van het wetsvoorstel „is er toenemend bewijs dat telefoons in de klas de leerprestaties naar beneden halen, ze cyberpesten bevorderen en bijdragen aan depressies en angsten onder tieners”.

Toch is het ook in Californië nog steeds aan (gekozen) schooldistrictbesturen om mobieltjes daadwerkelijk te weren. Door het hele land is dit wel de trend. In het schooljaar 2009-2010, twee jaar na de komst van de eerste iPhone, had nog 90 procent van de openbare basisscholen en 80 procent van de middelbare scholen een verbod, maar veel van die verboden werden gaandeweg opgeheven. Sinds een paar jaar slingert de pendule terug naar verbieden.

Niet alleen scholieren zelf keren zich hier vaak tegen, ook hun ouders. Eén reden: ze willen hun kind in de klas kunnen bereiken in het geval van een schietpartij.

Met medewerking van Annemarie Kas, Dennis Boxhoorn, Emilie van Outeren, Merijn de Waal, Garrie van Pinxteren, Lisa Dupuy, Floor Bouma, Floris van Straaten en Wieland van Dijk.

Lees verder…….