Vogels en seks: van vreemdgaan bij de vleet tot één keer per jaar zin

Begijn Le Bleu (l.) en Jeroen Denaeghel, makers van vogelglossy Fwiet, op zoek naar bijzondere vogels in natuurgebied Groot Rietveld nabij Antwerpen.

Foto Wouter Van Vooren

Paring De vogels hebben de lente in hun kop, hoor je nu overal buiten. Wat voor seksleven hebben ze eigenlijk? Twee Vlaamse vogelaars maakten er een glossy over.

Vogelglossy Fwiet.

„Ja ja, ik weet dat je seks officieel met ‘ks’ schrijft”, lacht Jeroen Denaeghel quasi-zuchtend, alvorens zijn verhaal voor de zoveelste keer te onderbreken omdat hij denkt een bijzondere vogel te zien – we lopen in het Groot Rietveld bij Kallo, even buiten Antwerpen; „het beste vogelgebied van Vlaanderen”, vandaar. Denaeghel (52) is een van de twee bedenkers en makers van vogelglossy Fwiet. Lang niet iedereen zal ervan gehoord hebben: het blad is vooral een Belgisch feestje, gemaakt door oud-journalist (o.a. Humo) Denaeghel, nu woordvoerder bij Agentschap voor Natuur en Bos, en de in Vlaanderen bekende cabaretier Begijn Le Bleu (51). Vrienden zijn het, en al sinds hun jeugdjaren vogelaar.

België had nog geen commercieel vogelblad en dus besloten ze er zelf maar een te gaan maken. Het zijn themanummers: na eersteling ‘Uilen’ (2021) volgden ‘Trek’, ‘Zangers’ en ‘Zee’ en deze week verschijnt ‘Sex’. Met een ‘x’ dus. „We kregen al meteen veel commentaar op die schrijfwijze”, gaat Denaeghel verder na de vreugdekreten om het zien van een zomertaling door zijn verrekijker. „Maar weet je wat het is: bij ‘seks’ met ks denk ik aan muffe wetenschap. ‘Sex’ met een x is voor mij een peepshow. Sexyer. Tot 1995 schreven we seks trouwens altijd gewoon met een x. Maar een of andere idioot heeft daar toen ‘ks’ van gemaakt.”

Foto Wouter van Vooren

Foto Wouter van Vooren

Vogelaars Begijn Le Bleu (l.) en Jeroen Denaeghel. Foto Wouter van Vooren

Cloaca op cloaca

Het is lente en dat de vogels volop last hebben van lentekriebels hoor je nu elke ochtend in alle vroegte: door mooi te zingen hopen mannetjes een vrouwtje aan de haak te slaan. Maar wat gebeurt er daarna eigenlijk? Kunnen vogels bijvoorbeeld een orgasme krijgen? Over de daad zelf weten we vaak maar weinig. Ja, het mannetje duikt even boven op het vrouwtje, maar de meeste mensen hebben dat hooguit bij stadsduiven weleens gezien. En dan nog: ‘het’ duurt zo kort, dat je amper met je ogen hebt geknipperd of hij is alweer van haar rug af. Het werkt dan ook een beetje anders dan bij de mens (en veel andere diersoorten): vogels hebben geen penis of vagina, beide seksen beschikken over een zogeheten ‘cloaca’. Die cloaca’s raken elkaar even aan en klaar is Kees. Meestal dan.

„Bij ‘seks’ met ks denk ik aan muffe wetenschap. ‘Sex’ met een x is voor mij een peepshow. Sexyer”

Er is bijvoorbeeld één vogel, lezen we in Fwiet, waarvan ornithologen vrij zeker zijn dat hij een orgasme beleeft: de roodsnavelbuffelwever, een Afrikaans zangvogeltje dat over een soort nep-penis beschikt – die wordt niet stijf, maar heeft wel veel zenuwen. Hij penetreert de eileider en pas na zo’n tien minuten ejaculeert hij, compleet met sidderende vleugels en verkrampte pootjes. De Britse ornitholoog Tim Birkhead wilde het zeker weten en masseerde de penis van een gevangengenomen vogeltje een halfuur tot het „trillend klaarkwam in zijn handen”. Dit ‘enige vogelorgasme ter wereld’ stond op YouTube – maar nu niet meer: Birkhead verwijderde het filmpje na te veel bezoek van „het verkeerde soort vogelaars”.

Monniksgieren houden van daten én voorspel.Foto Getty Images

Parende futen. Foto Misjel Decleer

Struinend door het groen praten Denaeghel en Le Bleu over het seksleven van vogels, dat buitengewoon boeiend en veelzijdig blijkt te zijn. Zo is monogamie bij vogels een „rekbaar begrip”: bij vrijwel alle soorten komen buitenechtelijke jongen voor. Soms is zelfs geen enkel jong in het nest verwekt door ‘vader’. Ze noemen de galapagosbuizerd: dat vrouwtje heeft vaak meerdere, tot wel acht mannelijke partners tegelijk. De heggenmus schattig? Vergeet het maar, zegt Denaeghel. Je tuin is voor deze „kleine hoerenlopers” één groot feest van overspel.

Een dankbaar thema voor hun glossy kortom, zegt Le Bleu. „Het blad had nog eens minstens zo dik kunnen zijn. Dat drijft immers de natuur hè, de genen doorgeven.” Hij verhaalt smakelijk over kwartels die volgens de overlevering zo geil zouden zijn dat ze hun eigen zaad al uitstoten bij het zien van hun eigen spiegelbeeld. En over de monniksgieren in ZOO Planckendael die meer nakomelingen produceren sinds ze vrijuit mogen ‘daten’ in plaats van bij één door de mens uitgekozen potentiële partner te worden gezet – en die van uitgebreid voorspel blijken te houden. Iets wat de kakapo, een dikkige papegaai, dan juist weer niet doet: de vrouwtjes hebben maar één keer per jaar zin, en dus zou de soort zijn uitgestorven als de mens niet had ingegrepen door ze te insemineren.

Torenvalken.
Foto Wouter Cardoen
IJsvogels.
Foto Pascal De Munck
Kluten
Foto Benny Cottele
Parende torenvalken, ijsvogels en kluten.
Foto’s Wouter Cardoen, Pascal De Munck en Benny Cotteleen

Birdgasm

Onderwijl loerend naar struiken en veelvuldig grappen makend vertellen Denaeghel en Le Bleu dat geen uitgever het aandurfde om in dit avontuur te stappen. Kon een vogelblad wel levensvatbaar zijn? Daarop besloten de bedenkers er zelf geld in te steken. Een goede zet: het blad verkoopt beter dan gedacht, gemiddeld zo’n vier- à vijfduizend exemplaren waarvan de helft voor abonnees, en daarmee verdienen ze er ook nog wat aan. Zo’n 10 procent van de kopers komt uit Nederland. Complicatie om hier daadwerkelijk groot te kunnen worden is het distributienetwerk voor boekhandels, het Centraal Boekhuis – geen doen met een zelfgemaakt blad. Fwiet is in Nederland dan ook uitsluitend online te bestellen: het ligt nergens in de boekhandel.

Jammer, want vogels kijken leeft in Nederland juist veel meer dan in België, zeggen ze. „Hier ben je meestal nerdy als je met een kijker rondloopt, bij jullie is het veel hipper. Al beginnen ook hier vrouwen en jongeren het meer te ontdekken. Maar iets als Vroege Vogels [radioprogramma op NPO Radio 1] hebben wij bijvoorbeeld ook niet.” Le Bleu begon daarom eind 2017 maar zijn eigen vogelpodcast: Fwiet! Fwiet!, die gemiddeld 6.000 luisteraars trekt. Daarnaast maken de heren samen ook televisie met De Vogelhut: een programma dat doet denken aan Baardmannetjes (2014-2018, NPO), al is dit in Nederland enkel op de website plattelandstv.be te zien. Net als de Nederlandse variant met Nico de Haan en Hans Dorrestijn levert hun zoektocht naar bijzondere vogels hilarische momenten op, zoals wanneer het zeldzame woudaapje wordt gespot: „Da’s woudaap! Da’s woudaap! Wel godverdomme, neen! Het is een kwak, Begijn!” (aldus Denaeghel), of bij het vaste onderdeel ‘Birdgasm’, ofwel de euforie bij mannen die een zeldzame vogel in de kijker krijgen – dat gezien de kreten en vreugdesprongen inderdaad aan een orgasme doet denken.

In Fwiet een fotoreportage van baltsende futen, „weinig taferelen op onze wateren zijn mooier dan de paringsdans tussen twee futen”. Foto Misjel Decleer

In de vogelglossy staan enkele fraaie fotoreportages: van romantische futen, baltsende korhoenders en sensuele flamingo’s. Foto Nathalie Geelen

Zowel Jeroen Denaeghel als Begijn Le Bleu komt regelmatig in Nederland want, en daar zijn ze best jaloers op zeggen ze, „dat is toch wel een veel beter land voor vogelaars”. Meest geliefde plekken bij Belgen zijn Texel, de Biesbosch en het Lauwersmeer („bij jullie broeden de zeearend en de visarend gewoon!”). Maar in Oost-Vlaanderen heb je dan wel weer de oehoe. Ook in België staat de natuur onder druk, vertellen ze. „Maar in Fwiet willen we het liever positief houden. Focussen op wat er wél is in plaats van wat er niet is. En de lezer vanuit de verwondering laten vertrekken.”

Vogelhut

Er fladdert weer iets kleins in beeld. „Verdomme zeg, dat is weer zo’n kut-kbv’tje” [Klein Bruin Vogeltje – lastig te determineren omdat die zo op elkaar lijken]. Denaeghel, als hij zijn kijker weer laat zakken: „Je merkt wel, wij zijn absoluut niet van die top-ornithologen hè. Wij zijn de FC Heerenveen van het vogels kijken, niet Ajax.” Later horen we de vrolijke riedel van de Cetti’s zanger. Le Bleu: „Wij noemen dat de klootzakvogel, omdat je die altijd hoort maar nooit ziet.”

„Da’s woudaap! Da’s woudaap! Wel godverdomme, neen! Het is een kwak, Begijn!”

Dan is het geluk met Jeroen Denaeghel: ein-de-lijk ziet hij een baardmannetje. Zijn eerste. Na diens birdgasm jaagt de koude wind ons terug naar de auto’s, maar niet zonder anekdotes over de koekoek („ooit symbool voor veelwijverij, bedrog, ‘ne echte flierefluiter”, de ooievaar die aan eerwraak zou doen en de huismus („stond vroeger bekend om zijn geilheid; hij zou potentieverhogend en lustopwekkend zijn en werd dus opgegeten; alsjeblieft nooit te serieus nemen dus hè, die oude sagen en legendes”). Ook volgen nog wat leuke weetjes over waar je het best kan ‘vogelen’ (in Vlaanderen een ander woord voor de liefde bedrijven), namelijk: „waar anders” dan in de vogelkijkhut, of vogelhut in het Vlaams. Denaeghel: „Ideaal, romantisch, rustig”; Le Bleu: „Er zijn plekken bij… dat is echt Lady Chatterley’s Lover.”

Foto Wouter van Vooren

Foto Wouter Van Vooren

Foto Wouter Van Vooren

Lees verder…….