Van der Poel is iedereen te slim af in festivalstad Oudenaarde

Ronde van Vlaanderen Mathieu van der Poel troefde in de finale Tadej Pogacar af en won voor de tweede maal de Ronde van Vlaanderen.


Als de dj op het grote podium in de fanzone van de Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde opzwepende muziek start, stijgt er gejuich op uit het publiek. Het komt van rechts, waar de wielerfans zich langs de boarding hebben verzameld van de laatste 500 meter van het parcours, in afwachting van de finale.

De hele dag had de fanzone iets weg van een foodtruckfestival; uit de standjes dreef de geur van gebakken friet en gebraden worst over het plein van houten vlonders en de muziek stond zo hard dat praten over ontwikkelingen in de race onmogelijk was. Maar nu de climax nadert, vallen stijgende wedstrijdspanning en festivalgedreun naadloos samen.

De renners bevinden zich op 15 kilometer van de streep en het duel van de dag is Mathieu van der Poel versus Tadej Pogacar. Twee van de grootste talenten van hun generatie. Op de laatste beklimming van de Oude Kwaremont zette de Sloveen zo hard aan dat niemand anders hem kon volgen. En zo rijden de favorieten samen naar de finish in Oudenaarde.

Sinds tien jaar is de stad de finishplaats van de Ronde van Vlaanderen. Dit jaar was na twee coronajaren voor het eerst weer publiek welkom.

Toen in 2011 Flanders Classics bekendmaakte dat de finish de komende jaren in Oudenaarde zou zijn, waren de reacties doorspekt met kritiek. Dat had te maken met het schrappen van de Muur van Geraardsbergen en de Bosberg, de monumentale kasseienklimmen waar de Ronde geregeld beslist werd. Dat die uit het parcours verdwenen deed de Vlaamse wielerziel pijn.

Maar ook de finish in Oudenaarde, aan de lange, rechte provinciale weg N453, kon op kritiek rekenen. „Zielloos”, noemde oud-commentator Michel Wuyts de finale vorige week nog.

Het is nog altijd een gemis dat de Bosberg en de Muur van Geraardsbergen geen onderdeel meer zijn van het parcours, zegt Herman Frison, de oud-renner die in 1989 tweede werd in de Ronde. „Het is misschien ook wel iets van de oude generatie. Maar die oude finale was iets mythisch.”

Nieuwe finale

Wat niet wil zeggen dat de nieuwe finale een slechte vervanging is, zegt Frison. Een paar jaar geleden had hij nog zijn twijfels, maar inmiddels is hij om. „Het is een waardige finale. De Paterberg is een speciale helling in kasseienstijl, en de combinatie met de Oude Kwaremont is mooi.”

Ook zondag is de combinatie scherprechter in ‘Vlaanderens Mooiste’. Of ‘Vlaanderens Koudste’, zoals de koers ’s ochtends wordt genoemd. Het is een graad boven nul, de sneeuw is pas gisteren verdwenen. De renners dragen arm- en beenstukken, hebben nek- en oorwarmers om tegen de kou. Het Belgische publiek is desondanks in groten getale op de been op de Grote Markt als de renners gepresenteerd worden.

Drie keer moeten de renners de Oude Kwaremont beklimmen, een gemene helling met ruim 1,5 kilometer kasseien en een gemiddeld stijgingspercentage van 4,6. Tijdens de eerste klim komt het peloton er nog als geheel overheen, maar bij de tweede beklimming geeft Pogacar gas. Hij fietst zo snel naar voren dat renners van schrik opzij sturen. In zijn wiel kermen de achtervolgers die zichzelf kansen toedichten. De eerste schifting is geweest.

In Oudenaarde staat even daarvoor, rond één uur, het publiek langs de hekken om de vrouwen die van start gaan aan te moedigen. Als ze zijn opgestapt, haasten de toeschouwers met een glas bier in de hand zich naar de andere kant van de markt. Daar doet even later het vrouwenpeloton opnieuw het plein aan.

Als de rensters uit Oudenaarde zijn vertrokken verspreiden de supporters zich over de terrassen op het plein. Het zijn er niet zo veel als vorig jaar, zegt Matthias Aper, eigenaar van de Bar a Bar. „De gemeente wilde geen kakofonie, dus er zijn veel minder horecagelegenheden geopend.”

Hij heeft met zijn team de afgelopen dagen hard gewerkt en het resultaat mag er zijn: een enorm podium met ronde boog en een levensgrote kroonluchter biedt plaats aan een buitenbar en een grote tafel met jonge mannen die drukker zijn met proosten dan met het volgen van de koers op de schermen. Als de wedstrijd op zo’n 90 kilometer van de finish is opengebroken, zegt een van hen: „We hebben een demarrage gemist!”

Ondanks de drukte onder zijn kroonluchter ziet Aper dat het rustiger is. „Dat is het weer.” Drie jaar geleden stonden ze hier in hun T-shirt in de zon, het kwik steeg tot 25 graden. „Een paar dagen geleden lag hier nog sneeuw. Dat zal mensen afgeschrikt hebben.” Aper denkt de helft minder omzet te draaien.

Hij wijt het ook aan het festival op een grasveldje in het recreatiegebied naast de finishplek. ‘Demarrage’ heet het, een idee van de koersorganisatie. Een paar duizend gewone en enkele honderden vip-tickets zijn verkocht. „De gemeente en plaatselijke horeca zien daar geen cent van”, zegt Aper. „En de mensen staan nu daar te drinken, in plaats van hier.”

De doorkomst in het centrum van Oudenaarde van het peloton in de Ronde van Vlaanderen.
Foto Geert Vanden Wijngaert/AP

Festivals en fanzones

Oudenaarde betaalt als finishplaats jaarlijks meer dan 400.000 euro aan Flanders Classics. Vraag is hoeveel ze daarvan profiteren, nu de koersorganisatie ervoor kiest festivals, fanzones en een vip-establishment zelf te bestieren. Met bussen worden veel fans direct naar de vip-tenten van de organisatie op de Kwaremont of Paterberg vervoerd. „Het draait om de centen”, zegt Frison.

Bij de gemeente zijn ze niet ontevreden, zegt Eva Roels van de afdeling Toerisme. „We merken dat er sprake is van een evolutie. De eerste jaren was het zoeken voor fans omdat we een nieuwe finishplek waren. Nu weten ze ons beter te vinden, en komen de fans van verder.” Dit jaar waren er zoveel aanvragen voor camperplekken, dat de gemeente twee extra velden ter beschikking stelde. En ook de gemeente heeft een soort ‘Ronde’-festival georganiseerd, dat is uitverkocht.

De lokale organisatie mag ook niet klagen over het koersverloop de laatste jaren. „Uiteindelijk zijn het de renners die de koers maken”, zegt Frison, „dat is de laatste jaren wel bewezen”. De vorige twee jaar was het tot op het laatst spannend: het mondde uit in een één-tegen-één-gevecht, en telkens was Mathieu van der Poel erbij. In 2020 won hij de sprint van Wout van Aert, het jaar erna verloor hij van Kasper Asgreen.

Ook dit jaar is Van der Poel een van de twee hoofdrolspelers. Dat leek een paar maanden geleden een utopie, toen hij nog herstellende was van een rugblessure. Milaan-San Remo was op 19 maart zijn eerste wedstrijd van het jaar, na een knie-operatie in januari. Normale renners gebruiken in zo’n situatie een koers, zeker een klassieker van bijna 300 kilometer, om ritme op te doen, maar Van der Poel werd direct derde.

De gedwongen rust heeft hem goed gedaan. Sterker: Van der Poel zegt in de week voorafgaand aan de Ronde van Vlaanderen dat hij een van zijn beste voorbereidingen heeft gedraaid. Zijn wattages noemt Van der Poel „supergoed”. Hij zette zijn woorden kracht bij door woensdag Dwars door Vlaanderen te winnen.

Zo start Van der Poel samen met Pogacar als favoriet aan de Ronde van Vlaanderen. Concurrent Wout van Aert ontbreekt omdat hij besmet is met corona. De twee renners maken het waar. Van der Poel is de enige die Pogacar op de laatste beklimming van de Oude Kwaremont bij kan houden. Op de Paterberg blijft hij met hangen en wurgen in het wiel van de tweevoudig Tourwinnaar, die voor het eerste aan de Vlaamse klassiekers meedoet. Ze pakken een minuut op hun achtervolgers, maar dichter bij de finish loopt die voorsprong terug.

De slimste

Pogacar is de sterkste, maar Van der Poel is de slimste. In de laatste honderden meters wacht Van der Poel zo lang met het aangaan van de sprint dat Dylan van Baarle en Valentin Madouas de koplopers bijhalen. Als Van der Poel aanzet is hij het snelst op de eerste meters, Pogacar komt te laat op stoom en is dan al ingesloten door Van Baarle en Madouas, die tweede en derde worden.

„Ongelooflijk”, noemt Van der Poel zijn tweede zege in drie jaar. „Deze is heel speciaal, zeker als je ziet hoe hard ik ervoor heb gewerkt.” Hij geeft meteen toe dat Pogacar de sterkste was. „Ik had hem zelfs de zege wel gegund.” Maar de ervaring van de Nederlander met deze finish gaf de doorslag. Van der Poel kende het scenario en wist wat hij in de laatste honderden meters moest doen.

Lees verder…….