Uitstoot te koop: de omstreden handel in stikstofrechten

Stikstofhandel Boeren die stikstofruimte over hebben, kunnen die verkopen via online marktplaatsen of bemiddelaars. Sinds 2019 zijn al honderden van deze deals gesloten. Maar is het wel slim om stikstofhandel aan de vrije markt over te laten?

Rijkswaterstaat koopt de stikstofruimte van een groepje stoppende boerenbedrijven om de A27 bij Amelisweerd te verbreden.
Rijkswaterstaat koopt de stikstofruimte van een groepje stoppende boerenbedrijven om de A27 bij Amelisweerd te verbreden.

Foto Sander Koning/ANP/Hollandse Hoogte

De hulp kwam uit onverwachte hoek. Jarenlang was het onduidelijk of de verbreding van de A27 bij Amelisweerd, in de provincie Utrecht, kon plaatsvinden. De stikstofuitstoot van de controversiële verbreding was – tot vreugde van tegenstanders van het project waarvoor honderden bomen moesten worden gekapt – te groot.

Vorige week presenteerde het kabinet toch een oplossing: Rijkswaterstaat koopt de stikstofruimte van een groepje stoppende boerenbedrijven, van Lunteren tot Tienhoven. Die plaatsen liggen in de wijde omgeving van de stad Utrecht, hun stikstofuitstoot slaat onder meer neer op Natura 2000-gebied de Veluwe. Omdat deze bedrijven stoppen, is er ruimte in de vergunning voor de snelwegverbreding.

Een groot deel van de overeenkomsten – die bij de Raad van State nog aangevochten kunnen worden – sloot het kabinet via een agrarisch adviseur. „De boerenbedrijven hadden zich bij mij gemeld”, zegt deze bemiddelaar, Addy Ruitenbeek. Ze waren al voornemens te stoppen, en zagen in deze optie een goede kans.

Ruitenbeek houdt met zijn bedrijf Struikhoeve kantoor in de Gelderse Vallei, een gebied waar de komende jaren veel boerenbedrijven zullen stoppen. Hij is een van de adviseurs die als gevolg van de stikstofcrisis bemiddelen bij de handel in stikstofruimte. Ruitenbeek kent boerenbedrijven die kilo’s stikstof over hebben omdat ze bijvoorbeeld willen stoppen. Die brengt hij in contact met partijen die juist extra uitstootruimte nodig hebben: van wegenbouwers tot andere boerenbedrijven. Hij helpt bij het opstellen van contracten en bij de onderhandelingen.

Hoeveel Ruitenbeek aan de deal tussen Rijkswaterstaat en de stoppende boeren verdiende, wil hij niet zeggen, maar volgens zijn website sluit hij overeenkomsten „tegen een klein percentage van de verkoopsom”.

Er zijn tussen de tien en twintig van dit soort stikstofhandelaren actief in Nederland. Zij adverteren op websites met partijen stikstof. Online zijn honderden van deze advertenties te vinden, op websites als ammoniakrechten.nl – ‘de marktplaats voor stikstofrechten’.

Deze commercialisering van de stikstofhandel leidt in de agrarische wereld én bij deskundigen tot ongemak. Is het slim om stikstofhandel aan de vrije markt over te laten? Bovendien twijfelen sommige juristen aan de juridische houdbaarheid van de handel.

Marktplaats voor stikstofrechten

Ten grondslag aan de stikstofhandel ligt het inmiddels zo bekende vonnis van de Raad van State van mei 2019. Toen zette ’s lands hoogste bestuursrechter een streep door het Nederlandse stikstofbeleid. Dit sloeg de basis weg onder het vergunningenbeleid voor allerlei activiteiten, van woningbouw tot uitbreidingen van (boeren)bedrijven. Volgens de rechter stond niet vast dat de natuur geen extra schade zou oplopen.


Lees ook: Hoe staat de natuur ervoor? Vragen en antwoorden over het Nederlandse stikstofprobleem

Omdat kabinet-Rutte III wilde dat boerenbedrijven toch konden uitbreiden en projectontwikkelaars huizen konden bouwen, viel Nederland terug op de basis van de Europese natuurwetgeving: ‘extern salderen’, zoals dat ook tot 2015 al kon. Oftewel: de onderlinge verkoop en verhuur van stikstofruimte was weer toegestaan.

Stikstofruimte koop je nu in kilo’s. In het Gelderse Wilp: 558 kilo aangeboden. Bedum, Groningen: 2.000 kilo. Rijkevoort, Noord-Brabant: 2.550 kilo.

Ammoniakrechten.nl kent net als Marktplaats verkopers en kopers. Op een kaart van Nederland staan ze in groene (verkopers) en oranje (kopers) icoontjes aangegeven. Met name in Overijssel wordt door tientallen verkopers stikstofruimte aangeboden, in Utrecht helemaal geen. Wie stikstof nodig heeft, kan op de kaart zoeken naar een aanbieder. De stikstofruimte die wordt aangekocht, moet neerslaan op hetzelfde natuurgebied als de stikstof van het nieuwe project. Daarom vindt een deal bijna altijd plaats tussen twee relatief dicht bij elkaar gelegen bedrijven. Provincies moeten de ‘transactie’ – in feite twee nieuwe vergunningen – goedkeuren.

Giel Peters (41) was goed voorbereid. Jarenlang werkte hij bij een agrarisch adviesbureau, maar toen de Raad van State in 2019 het stikstofbeleid onderuit kegelde, en de stikstofhandel nieuw leven werd ingeblazen, richtte hij zijn eigen bedrijf op: Eminet. Inmiddels heeft hij een team van tien mensen dat zich uitsluitend richt op de handel in stikstofruimte.

Peters heeft een eigen website en eigen systeem, dat weer losstaat van bijvoorbeeld ammoniakrechten.nl. Naar eigen zeggen heeft hij het „grootste landelijke aanbod van stikstof”, zo’n 562.371 kilogram. Hij sloot „honderden” transacties met boeren, industriële partijen en projectontwikkelaars.

Bij elke deal gaat het volgens de salderingsregels altijd maar om 70 procent van de stikstofruimte in een vergunning – de overige 30 procent kan niet verkocht worden en komt in feite ten goede van de natuur. Zo gaat bij elke gesloten overeenkomst de stikstofuitstoot omlaag.

Slechts 70 procent van de stikstofruimte kan verkocht worden – de overige 30 procent komt ten goede van de natuur

De verkoopprijzen verschillen per deal, zegt Giel Peters: „5 tot 500 euro per kilo.” Het is een vrije markt. Hoe dichterbij een natuurgebied, hoe duurder. De stikstofruimte van een boer vlakbij kwetsbare natuur is meer waard: zijn impact op de natuur is groot, en met die ruimte kunnen andere boeren verder weg van het natuurgebied relatief veel uitbreiden. En in de Randstad – waar weinig stikstofruimte wordt aangeboden – ligt de kiloprijs hoger „dan in het Brabantse Deurne”, zegt Peters, omdat er in Brabant meer aanbod is.

Stikstofmakelaars anticiperen erop dat de markt pas in het beginstadium verkeert. Het kabinet zit met meerdere dossiers in zijn maag waar stikstofhandel een uitkomst kan bieden. Zo hebben Schiphol en Lelystad Airport geen geldige natuurvergunning en daardoor een tekort aan stikstofruimte.

Juridisch ingewikkeld

En dan zijn er nog ruim 3.000 boeren in Nederland die tussen 2015 en 2019 hun bedrijf mochten uitbreiden omdat zij slechts kleine hoeveelheden stikstof uitstootten. Met het sneuvelen van het oude stikstofbeleid bij de Raad van State verkeren zij in feite in een illegale situatie: ook bedrijven met een kleine stikstofneerslag in kwetsbare natuurgebieden moeten nu een vergunning hebben.

Het Rijk en de provincies beloofden de bedrijven te legaliseren door elders boerenbedrijven op te kopen en tot die tijd de illegale bedrijven niet te controleren – zonder succes. Een paar maanden terug werd Overijssel gedwongen, via een handhavingsprocedure aangespannen door milieuorganisatie MOB, toch zeven illegale boerenbedrijven te controleren. Hun hangt nu een dwangsom boven het hoofd.

Hoe het hiermee verder moet, is niet duidelijk. Sommige bedrijven overwegen dan maar zelf stikstofruimte bij te kopen, zegt stikstofmakelaar Piet Schipper uit Medemblik. „De overheid beloofde alle bedrijven te legaliseren, maar dat gebeurde niet. Mijn klanten zien nu de stikstofruimte van hun buurman te koop staan, en denken: moet ik die kopen?”

Ondertussen is er onder juristen de laatste maanden steeds meer discussie of de handel in stikstofruimte wel is toegestaan. Want zijn stikstofrechten wel echt rechten? Ze bestaan niet als zodanig in de wet, merkten advocaten Guus Benes en Rico Ligtvoet eerder dit jaar op in juridische artikelen.

De vrees is dat partijen met „de grootste portemonnee” er met de stikstofruimte vandoor gaan

De advocaten betwijfelen of stikstofruimte een bezit is. Uit recente rechtspraak zou niet per se blijken dat het zogenoemde ‘vermogensrechten’ zijn, zoals bijvoorbeeld fosfaatrechten expliciet wel zijn. Een natuurbeschermingsvergunning die stikstofuitstoot toestaat, zou volgens de advocaten gebonden zijn aan één project op één plaats.

Er zijn nog andere kanttekeningen te plaatsen bij het verhandelen van de rechten. Raoul Beunen, universitair hoofddocent aan de Open Universiteit en deskundige op gebied van stikstofbeleid, vreest dat de partijen met „de grootste portemonnee” er met de stikstofruimte vandoor gaan. Een partij als Lelystad Airport kan makkelijker een aantal boerderijen opkopen dan anderen. Kleinere partijen, zoals boeren die eventueel willen uitbreiden, komen daar dan moeilijker tussen.

Om deze reden is ook de agrarische wereld verdeeld over stikstofhandel. Stikstofhandel is op dit moment de enige manier om als bedrijf uit breiden. Maar er is angst dat stikstofruimte verdwijnt naar andere sectoren die meer geld bieden, waardoor de landbouw krimpt. Dat ligt gevoelig, blijkt uit uitspraken van Farmers Defence Force-frontman Mark van den Oever. Hij noemde eerder boeren die stikstofruimte verkopen aan andere sectoren „judassen” en „zwakke schakels”.

Het is beter, zegt Beunen, als de overheid de stikstofruimte van stoppende boeren centraal reguleert. „Dan kan ze zelf bepalen waaraan ze de beschikbare ruimte besteedt”, door bijvoorbeeld niet aan de industrie te verkopen, en wel aan de woningbouw.

Een ander kritiekpunt: dat boeren überhaupt de stikstofruimte, die ze vaak gratis hebben gekregen, kunnen verhandelen. Stikstofruimte is sinds 2019 opeens een schaars goed geworden, op een manier waarop het nooit bedoeld was. „Wie de grootste vergunning aanvroeg is spekkoper”, zegt Beunen.

Lees verder…….