Steef de Jongs ‘Operetta Land’ is een adembenemend pop-upboek

Recensie


Muziek

Familieoperette In Steef de Jongs ‘Operetta Land’ verbergt het decor allerlei verrassingseffecten in zich, terwijl Paulien Cornelisse in haar libretto de clichématige operetteplot tot een speelse, kluchtige paleisintrige omsmeedt.

Raoul Steffani als de Koningin met op de achtergrond de Heggenschaarhuzaren in Steef de Jongs ‘Operetta Land’.
Raoul Steffani als de Koningin met op de achtergrond de Heggenschaarhuzaren in Steef de Jongs ‘Operetta Land’.

Foto Bart Grietens

Bij Operetta Land kunnen bezoekers een bouwplaat mee naar huis krijgen. Daarmee geeft regisseur Steef de Jong ze in feite een blauwdruk van zijn enscenering mee: het kartonnen, inventieve ontwerp dat zo belangrijk is voor deze heerlijke familievoorstelling van De Nationale Opera. Het knutseldecor vult moeiteloos het enorme podium van 22 bij 16 meter, maar het zou ook in een kijkdoos passen.

De bewust grof, kinderlijk geschilderde decorstukken, die kunnen op- en uitklappen, verbergen allerlei verrassingseffecten in zich. Het paleis is een adembenemend pop-upboek. De verwilderde paleistuin wordt gefatsoeneerd door de Heggenschaarhuzaren die simpelweg de geschilderde stuiken en bomen omklappen. De spelers steken hun hoofd door gaten in kartonnen fronten waar hun kostuum op staat geschilderd.

Door het zelfgeknutselde in de decors te benadrukken, ontstaat theater dat dicht bij het publiek staat: je voelt het creatieve kind in jezelf ontwaken.

Technisch hoogstandje

Steef de Jong kan zijn knutselwerk in Operetta Land moeiteloos opblazen tot reuzenproporties, en het koppelen aan de hoogstaande theatertechniek van De Nationale Opera. Hier kan hij complete decors af en aan laten rijden, of het paleis simpelweg metershoog laten stijgen. De voorstelling begint meteen met zo’n technisch hoogstandje: De Jong komt hoog boven het podium op een luchtfiets aanzweven. Hij doet namelijk niet alleen de regie en het decor, hij speelt zelf ook mee als verteller (de Verzinner) en als de slimme schoonmaakster Lady Kant.

Vanaf dat moment ontrolt zich het libretto van cabaretier en columnist Paulien Cornelisse. Met veel plezier vormde zij de clichématige operetteplot om tot een speelse paleisintrige, waarin (trouw aan het genre) vermommingen een belangrijke rol spelen.

Het koningshuis van Operetta Land kampt met geldproblemen, dus moet de prinses tijdens een hofbal gekoppeld worden aan een rijke prins. Maar van de prins blijken drie versies in omloop, waarvan slechts één de echte is. Licht wenkt Cornelisse naar de Griekse mythe van koning Pygmalion en zijn tot leven gewekte standbeeld Galathea.

Schwung en swing

Operette, de lichtzinnige zuster van de opera en de moeder van de musical, wordt sinds 2001 niet meer professioneel beoefend in Nederland. De zalen zaten vol, maar het kabinet vond operette oudbakken en draaide de geldkraan dicht. Het geliefde genre leeft wel voort in de amateurkunst. En dankzij De Jong en Cornelisse krijgt het nu een frisse start bij De Nederlandse Opera – hoewel Operetta Land eigenlijk meer een pastiche is op het genre.

De muziek is niet origineel, maar een divers samenraapsel uit elf bestaande operettes, van Johann Strauss jr., Leo Fall, Offenbach, Gilbert & Sullivan.

Paulien Cornelisse neemt de tegenstelling tussen de laag gewaardeerde, wufte operette en de hoog gewaardeerde, zware opera mee in het verhaal. De booswicht, met een koperen schuursponsbaard, is de koning van het vijandige buurland Operanië. Terwijl in Operette Land alles altijd goed afloopt, is dat in Operanië helemaal niet het geval. De koning (bas-bariton Freek Bergman) drukt zich uit in duistere opera-aria’s, afkomstig uit Faust van Gounod. Om de indringersrol van de koning te benadrukken zijn diens aria’s als enige niet in het Nederlands.

Met schwung en swing dient dirigent Aldert Vermeulen met het Nationaal Jeugdorkest deze onweerstaanbare schuimtaart op. Aardig aan de cast is dat er ook een paar talenten uit operaopleiding de Nationale Opera Studio hun kans kunnen grijpen, zoals de Puerto Ricaanse tenor Ian Castro als prins Nicola, en de Delftse sopraan Elenora Hu, die de hoofdrol van prinses Galathea vervult.

De hele cast straalt ontzettend veel plezier uit, alsof ze even vakantie hebben uit het zware opera-bedrijf. De toeschouwers kunnen afwisselend gapen van bewondering over zo veel inventiviteit, en trappelen van enthousiasme om zelf ook aan het knutselen te slaan.


Lees ook: Steef de Jong: ‘Positieve emoties vinden we simpel. Onzin!’


Theater Bekijk een overzicht van onze recensies over theater

Lees verder…….