Spelplezier als basis voor de Europese titel van de waterpolovrouwen

Terwijl de Nederlandse waterpolovrouwen zaterdagavond al op de kant staan te hossen, blijft bondscoach Evangelos Doudesis nog eventjes in het zwembad hangen. Nagenietend, met een grote lach op zijn gezicht.

Kort daarvoor werd hij volledig gekleed door zijn speelsters het water in getrokken, zoals dat hoort in het waterpolo na een gewonnen toernooi. Met zijn ellebogen op de kant aanschouwt hij hoe zijn ploeg de Europese titel viert, na een thriller in de finale tegen Spanje die met nog maar zes secondes op de klok wordt beslist in 8-7.

Alweer tegen Spanje, net als zes maanden eerder, bij de WK-finale in het Japanse Fukuoka. Ook toen een bloedspannende wedstrijd. Ook toen won Nederland, die keer na een strafworpenserie.

En daarmee is zaterdagavond in Eindhoven de tweede titel op rij een feit voor de waterpolovrouwen. Dat moet veel vertrouwen geven, zes maanden voor de Zomerspelen in Parijs. Al staat er wonderlijk genoeg eerst ook nog een WK in Doha op de agenda, over net iets meer dan twee weken al. Een gevolg van de coronapandemie, die in het zwemmen voor een stuwmeer aan grote toernooien heeft gezorgd.

Nog maar zeven weken geleden werd het EK, dat oorspronkelijk in het Israëlische Netanya zou plaatsvinden, halsoverkop naar Nederland gehaald vanwege de oorlog in Israël. Zo kunnen de Nederlandse vrouwen zaterdagavond voor eigen publiek spelen. Zo’n 2.000 mensen zaten er op de tribune van het Pieter van den Hoogenband-bad in Eindhoven, inclusief oud-zwemmers Ranomi Kromowidjojo, haar man Ferry Weertman en Pieter van den Hoogenband zelf.

Oranje begon met veel gemak aan het EK, tot aan de kwartfinale toe, waarin kinderlijk eenvoudig werd gewonnen van Groot-Brittannië (25-6). Er wordt gespeeld zoals coach Doudesis voor ogen heeft: met dominantie en vertrouwen. Echte tegenstand dient zich pas aan bij de halve finale, tegen Italië. Een lastige wedstrijd met weinig doelpunten, precies zoals Doudesis vooraf had voorspeld. Een vrij harde wedstrijd was het ook. Gesleur, getrap, hoofden die onder water werden geduwd en een vroege rode kaart voor de Italiaanse Claudia Roberta Marletta, als straf voor het bij de keel grijpen van de Nederlandse Nina ten Broek. Eindstand 7-6 voor Nederland. Spannend tot aan het eind, met Lieke Rogge die in de laatste secondes de gelijkmaker van Italië weet te voorkomen.

Nek aan nek

Ook de finale tegen Spanje is nek-aan-nek. Nederland staat na het eerste kwart met 1-2 achter. Maar de ploeg van Doudesis wordt sterker en komt op voorsprong, al weet Spanje tot het laatst toe steeds weer gelijk te maken. De beslissing valt pas in de allerlaatste secondes, als Bente Rogge, de oudere zus van Lieke, de beslissende treffer maakt.

Rogge wilde kort daarvoor eigenlijk gewisseld worden, vertelde ze na afloop tegen de NOS. Maar Doudesis wilde haar juist als wapen houden, vanwege haar goede schot. „Ik dacht alleen maar: wanneer jij mij vertrouwen geeft, blijf ik wel in het water liggen. We moesten geduldig blijven en wachten op de grootste kans. We hadden nadrukkelijk niet afgesproken wie op doel zou schieten. Wel dat degene die een kans kreeg alle vertrouwen had om vol uit te halen. Als het dan niet raak was, was dat óók goed.”

Na de medailleceremonie drommen de Nederlandse vrouwen, met oranje trainingsjasjes en bossen tulpen in de hand, samen voor een selfie. Net als in Fukuoka gemaakt door aanvoerder Sabrina van der Sloot. Het ziet er gezellig uit. En dat ís het ook, zeggen de speelsters geregeld in de media. De sfeer in de ploeg is goed, sinds de Griek Doudesis bondscoach is, vertelde Van der Sloot na afloop van dat eerdere WK al tegen NRC. „Ik denk dat iedereen in dit team zich gewaardeerd en op zijn plek voelt.”

Lees ook een interview met waterpolo-bondscoach Evangelos Doudesis in een serie gesprekken met topcoaches

<strong>Bondscoach Evangelos Doudesis</strong> afgelopen zomer tijdens de WK-finale van de Nederlandse waterpolovrouwen tegen Spanje in Japan.

Onderling respect

Doudesis hamert op onderling respect: iedereen is gelijk, van veteraan tot groentje. „Ik heb vanaf het begin gezegd: niemand is belangrijker dan het team”, zei Doudesis er zelf over. Daarnaast geeft Doudesis speelsters meer ruimte om hun eigen carrièrepad uit te stippelen. Met die belofte haalde hij de uitblinkende keeper Laura Aarts terug naar het Nederlandse team. Aarts was eerder gestopt bij Oranje, omdat ze bij Doudesis’ voorganger Arno Havenga geen ruimte kreeg om bij een buitenlandse topclub te spelen en te studeren.

Er zijn nog meer voorbeelden: ook aanvoerder Van der Sloot, heel belangrijk voor het team, krijgt van de bondscoach een tijd vrijaf om stage te kunnen lopen. En Lieke Rogge vertelde onlangs in het AD hoe ze onder Doudesis het speelplezier terugvond, terwijl ze in de voorbereiding op ‘Tokio’ „elke dag met tegenzin naar het zwembad ging”.

De ruimte die speelsters krijgen is niet alleen goed voor henzelf, ook het team krijgt er veel voor terug, vertelde Doudesis in het interview met NRC. Speelsters zijn „rustiger in hun hoofd, meer gefocust. De vrijheid die je geeft creëert vertrouwen en een veilige cultuur.”

Omstandigheden, zo blijkt, waarin het team dus de tweede titel op rij binnenhaalt. En dat in een Olympisch jaar. Maar voor ‘Parijs’ zich aandient, is het eerst tijd voor dat wonderlijke WK in Doha. Alweer op 4 februari liggen de waterpolovrouwen in het bad voor hun eerste wedstrijd. En niet zomaar eentje: op het programma staat het Amerikaanse team, de olympisch kampioen van Tokio.