‘Scrapper’ is leuk totdat de klaploper van een vader opduikt

Georgie – twaalf, blond, Brits, plat, ondeugend grenzend aan crimineel – heeft haar moeder verloren. Nu moet ze het alleen rooien. Ze steelt fietsen, spuit ze over, verkoopt ze. Van de opbrengst betaalt ze de huur. Niemand weet dat zij alleen woont. Het huis is een heiligdom van haar jeugd: alles moet exact blijven zoals het was toen moeder nog leefde. Maar dan verschijnt plots haar klaploper van een vader.

Als je de synopsis van Scrapper leest verwacht je de grijstinten, armoede en onderdrukte tranen van een vervallen Brits fabrieksstadje. Billy Elliot zonder dansen. Ken Loach op zijn aller-Britst. Films die vanuit het perspectief van een volwassene kijken naar de tragiek van een kinderleven. Maar regisseur Charlotte Regan pakt het verfrissend aan: ze kiest voor het Pippi Langkous-perspectief. Het tomeloze optimisme van een kind, in plaats van de meewarige blik van de volwas-sene.

Georgies wereld danst en spettert dus. De camera swingt alsof een twaalfjarige een vakantiefilmpje maakt. Spinnen praten over de dreiging van de stofzuiger. Vriendjes en vijandjes praten over Georgie in de camera, alsof er een documentaireploeg aanwezig is. De straat van Georgie is de enige in het stadje die knalt in smetteloze pastelkleuren. En volwassenen zijn goedbedoelende sukkels, immer happig op het aas dat Georgie ze voorhoudt. Misschien houden ze afstand omdat de situatie voor hén te pijnlijk is. „Wil je écht de waarheid”, vraagt Georgie, „of een klein beetje leugen?” Uit haar mond is het een retorische vraag.

Niet alle grapjes raken. Maar de koddigheid van de stijl en het indrukwekkende acteren van Lola Campbell, die Georgie speelt, maken Scrapper tot een film waarvan je wílt houden, die je alles vergeeft. Het vriendenboekje van je kind reken je toch ook niet af op de spelfouten?

Helaas verdwijnt die welwillendheid na een tijdje. Want onder de visuele flair schuilt een verhaal zo plat als de accenten in de film. Eigenlijk zodra vader Jason (pretty boy van 2023 Harris Dickinson, zie Triangle of Sadness) een grotere rol begint te spelen. Op verzoek van een stervende moeder keert hij terug om voor Georgie te zorgen, hij leefde de dranktoeristendroom in de Costa del Sol. Georgie moet er niks van hebben.

Het ontvouwt zich zoals je verwacht. Georgie verzet zich, Jason maakt fouten, een compilatie van de lol die ze samen hebben, en tot slot een variant op: ‘we zijn niet zo verschillend als we dachten’, maar niet voordat één laatste ruzie roet in het eten dreigt te gooien.

Je gelooft het niet. Dat het allemaal weer oké wordt. Dat de opvliegende Jason de vader wordt die Georgie nodig heeft. Ook al „gaat hij het vaak fout doen”. Zonde. Van een film zó ogenschijnlijk origineel als Scrapper verwacht je meer emotionele diepgang. Meer dan een prachtige verpakte lege doos.

https://www.youtube.com/watch?v=R-2fRr-U9EA