Raad adviseert: voorkom zigzagbeleid voor kernenergie

Advies kernenergie Het kabinet moet binnen drie jaar besluiten of er nieuwe kerncentrales komen, zegt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. Om de klimaatdoelen te halen, is stabiel energiebeleid „onontbeerlijk”.

De kerncentrale van Borssele, de enige kerncentrale in Nederland die in bedrijf is.
De kerncentrale van Borssele, de enige kerncentrale in Nederland die in bedrijf is.

Foto Peter Hilz/HH/ANP

Er waren eerder kabinetten die kerncentrales wilden bouwen. Toch kwamen die er niet. De besluiten werden na felle maatschappelijke en politieke discussie snel ingetrokken. Bijvoorbeeld na de kernramp in Tsjernobyl (1986) of die in Fukushima (2011).

Het is belangrijk dat deze geschiedenis zich niet herhaalt, vindt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli), een onafhankelijk adviescollege voor regering en parlement. Het huidige kabinet, Rutte IV, wil de bouw van twee nieuwe kerncentrales voorbereiden, spraken VVD, D66, CDA en ChristenUnie af. Deze keer moet de besluitvorming minder grillig verlopen dan in het verleden, vindt de RIi.

Niet omdat de Rli voor of tegen kernenergie is – daar spreekt de raad zich niet over uit. Maar omdat het energiebeleid stabiel moet zijn, wil het kabinet de klimaatdoelen voor 2050 halen. „Als we weer een zigzagkoers varen, als er weer vertraging komt, gaan we de doelen van Parijs niet halen”, zegt voorzitter Jan Jaap de Graeff. Het advies gaat dan ook vooral over zorgvuldig besluiten over kernenergie, terwijl de politieke en maatschappelijke discussie erover fel kan zijn.

Het advies zelf kreeg woensdag al direct kritiek. Een extern adviseur die de Rli had gevraagd mee te denken, directeur Ad Louter van uraniumverrijker Urenco Nederland, stapte in juni op omdat hij vindt dat het advies beweringen bevat die niet op feiten berusten. Hij vreest dat het advies leidt tot vertraging en verwarring. Ook Tweede Kamerleden van VVD en CDA uitten in De Telegraaf kritiek op het rapport. Volgens de Rli is de kritiek van Louter in het definitieve advies verwerkt.

Klimaatneutraal

Binnen drie jaar moeten de belangrijkste besluiten zijn genomen over de manier waarop het energiesysteem voor 2050 wordt omgebouwd naar een klimaatneutrale voorziening, zegt De Graeff. Nu zet het kabinet vooral in op zonne-energie en windmolens om de uitstoot van broeikasgas CO2 te verminderen. De komende jaren moet duidelijk worden of daar kerncentrales bijkomen. Zijn er wel bedrijven die zo’n centrale willen bouwen? Hoeveel subsidie en garanties eisen ze in ruil voor zo’n besluit? En waar komt de nieuwe centrale te staan? Zijn omwonenden het daarmee eens?

Over dat nieuwe energiesysteem moet het kabinet volgens Rli-voorzitter De Graeff niet overijld besluiten. „Er is eerst meer kennis nodig”, zegt hij. Bijvoorbeeld over de gevolgen van een kernongeval voor Nederland.

Ook is extra informatie nodig over hoe duur een energiesysteem mét kernenergie is ten opzichte van een systeem zonder. Vaak wordt gezegd dat een kerncentrale bouwen duur is, maar met de kennis van nu adviseert de raad ervanuit te gaan dat de ‘nationale kosten’ van de energietransitie met en zonder kernenergie vergelijkbaar zijn. Dat zegt overigens niets over de vraag of bouw van een kerncentrale voor energiebedrijven rendabel is.

Nog zo’n lacune volgens de Rli: bouwen van een centrale duurt lang, maar er is geen wetenschappelijke kennis of die kerncentrale bouwen de energietransitie nu versnelt of vertraagt.


Lees ook het vragenstuk: Hoe duurzaam is kernenergie eigenlijk? En kan het veiliger?

Veranderlijk draagvlak

Te snel is dus niet goed, maar het kabinet heeft haast. De Graeff: „Je kan deze discussie niet op zijn beloop laten: we hebben minder dan dertig jaar.” En een kerncentrale bouwen kan al gauw zo’n tien jaar duren.

Een houdbaar besluit nemen zal voor het kabinet niet eenvoudig zijn. Nederlanders denken zeer verschillend over kernenergie, en draagvlak kan net als in het verleden snel verdwijnen. Sinds Rusland Oekraïne binnenviel, zijn minder Nederlanders tegen kernenergie, blijkt uit twee peilingen die de Rli liet doen. Eén eind 2021 en één in mei 2022, na de inval. Wellicht vinden meer mensen energiebronnen op eigen bodem belangrijk sinds Rusland steeds minder gas levert.

Ook over andere vormen van energie is de publieke opinie veranderlijk: over biomassa bijvoorbeeld, opslag van CO2 onder de grond, en over windmolens op land. Maar over kernenergie lopen de meningen het sterkst uiteen, constateert de Rli. Sommigen zijn ronduit fan, want kernenergie is een betrouwbare energiebron, die minder ruimte inneemt in het landschap dan windmolens. Anderen zijn fervent tegenstander, omdat kernenergie duur is en volgens hen gevaarlijk; het gaat niet vaak fout, maar als het fout gaat, is dat een ramp. Bovendien is er radioactief afval waarmee je volgende generaties opzadelt.

Toch lijken nu meer Nederlanders voor dan tegen. In mei was 41 procent van de Nederlanders die Ipsos ondervroeg voor stimulering van kernenergie door de Nederlandse overheid. Evenveel Nederlanders noemen zich neutraal – een verrassend hoog aandeel volgens de Rli, gezien het gepolariseerde debat over kernenergie.

Goed onderbouwen

Hoe bouw je een heel energiesysteem om als het draagvlak voor de ene of andere vorm van energie om de haverklap verandert? Door besluiten goed te onderbouwen én met burgers te bediscussiëren, denkt de Rli.

Zo kan de ‘klimaatraad’ die het kabinet wil oprichten een wetenschappelijke intermediair worden in de politieke en maatschappelijke discussie. „Vergelijk het met het RIVM tijdens de coronacrisis: een wetenschappelijk baken”, zegt Emmy Meijers van de Rli. In die raad moeten niet alleen energie-experts zitten, maar ook ethici, psychologen, sociologen, ruimtelijke wetenschappers en economen.

Ook kan een burgerforum helpen. De pakweg 150 burgers daarin zouden samen moeten staan voor de gemiddelde Nederlander. Belangrijke voorwaarde: burgers moeten echte invloed kunnen hebben op het besluit. De uitkomst mag niet vaststaan. In dat burgerberaad moeten grote ethische vragen worden besproken. Zoals: wat vinden we belangrijker, de energiezekerheid die een kerncentrale biedt of elk risico op een kernongeluk uitsluiten? Willen we dat de energievoorziening zekerder wordt of goedkoper?

Klassieke inspraakprocedures bieden voor dit soort gesprekken te weinig ruimte, aldus de Rli, dan dreigt later vertraging en verzet. Nu heeft maar 31 procent van de Nederlanders vertrouwen in de overheid als het gaat over kernenergie, peilde Ipsos. „Dat past bij het lage vertrouwen in de politiek op dit moment”, zegt De Graeff.

Hoe het in elk geval niet moet, liet premier Rutte in 2021 zien. Hij zei tijdens een debat voor de Tweede Kamerverkiezingen dat de Eemshaven in Groningen een goede plek voor een nieuwe kerncentrale zou zijn. Daar kwam veel kritiek op, en Rutte trok zijn suggestie in. Meijers: „Dat onderstreept waarom we zeggen: neem deze besluiten nou zorgvuldig. Want nu is heel Groningen tegen.” In de Tweede Kamer zijn inmiddels moties ingediend om Eemshaven als mogelijke locatie te schrappen.

Lees verder…….