Nolet en Bols willen ‘Nederlandse kampioen vormen in wereldwijde markt van cocktails en spirits’

Lucas Bols begon bijna 450 jaar geleden in ’t Lootsje in Amsterdam met het distilleren van likeuren, terwijl Joannes Nolet in 1691 in Schiedam zijn jeneverstokerij begon. Bestuursvoorzitter Huub van Doorne van Bols begint hard te lachen bij de vraag of de traditionele rivaliteit tussen Amsterdam en Rotterdam een rol speelde in de overnamebesprekingen met Nolet. „Moet je dat nou vragen aan een diehard PSV-fan?”, vraagt de telg uit de Brabantse DAF-familie wiens hart een stuk dichter bij Eindhoven ligt.

Financieel bestuurder Frank Cocx vertelt als geboren en getogen Amsterdammer dat de verschillen in oorsprong wel degelijk zijn besproken met de producent van Ketel 1. „Belangrijk onderdeel van de afspraak is dat Bols daar blijft waar we honderden jaren geleden zijn ontstaan. Carel Nolet onderschrijft dat omdat hij als geen ander weet hoe belangrijk Schiedam is voor zijn bedrijf.”

Diezelfde Carel Nolet, behorend tot de tiende generatie, kwam maandag met een bod van bijna 270 miljoen euro op het beursgenoteerde Bols. Dat komt neer op 18 euro per aandeel, een premie van 76 procent op de koers van afgelopen vrijdag. Sinds januari 2021 lag de koers onder de uitgifteprijs van 15,75 euro die bij de beursgang in 2015 was geprikt.

Lees ook: De jongere moet weer aan de jenever

Het management van Bols staat achter het bod, vooral omdat Nolet voor meer financiële slagkracht kan zorgen. „Daarbij gaat het vooral om de investeringen die nodig zijn om onze merken te laten groeien”, zegt Cocx. Tekenend voor de financiële slagkracht van Nolet is dat de overname uit eigen middelen wordt betaald. Samen moeten de bedrijven, aldus het persbericht, „de Nederlandse kampioen vormen in de wereldwijde markt van cocktails en spirits”.

Bescherming erfgoed

De komende weken moet blijken hoeveel aandeelhouders dit een goed idee vinden. Nolet, zelf al goed voor een belang van 29,9 procent, wil zijn bod gestand doen bij de steun van 70 procent. De steun van Van Doorne, die over 5 procent beschikt, heeft Nolet natuurlijk al binnen, maar grootaandeelhouders als Fons Walder (15 procent) en John Fentener van Vlissingen (5 procent) zijn, net als de kleinere beleggers, van tevoren niet geïnformeerd over de deal.

„Los van de premie hopen we dat het bij de beleggers ook gaat om de bescherming van het erfgoed van Lucas Bols”, zegt Cocx. In een toelichting stelt Nolet „de focus en de middelen” te hebben om de groei van Bols te versnellen. De producent van sterke dranken behaalde vorig jaar een omzet van 233 miljoen euro, waarbij de succesvolle wodka-verkoop in de Verenigde Staten een serieuze rol speelt.

Bols kwam in het afgelopen boekjaar uit op een omzet van 101 miljoen euro, waarop een nettoverlies van ruim 16 miljoen werd geleden. Een afboeking op de waarde van bekende jenevernamen als Bokma en Hoppe was hiervan de oorzaak. De operationele winst was met 15 miljoen euro wel positief. Financieel bestuurder Cocx ontkent dat het verlies een rol heeft gespeeld bij het accepteren van Nolets aanbod. „Zeker niet. Ondanks covid en de consequenties van de oorlog in Oekraïne hadden we de afgelopen jaren steeds een positieve kasstroom en ging onze schuld verder omlaag. Wij zien deze overname echt als een unieke kans om al onze merken samen te voegen.”