Column | Re-militarisatie van Europa, wen er maar vast aan

In Europa

In Europa

De oorlog in Oekraïne is op een kritiek punt beland. Met ingrijpende gevolgen voor ons, Europeanen. Tot nog toe hebben wij Oekraïne, een soevereine staat die door buurland Rusland werd binnengevallen, ondubbelzinnig gesteund. Die steun, zo bleek in een recente opiniepeiling van Eurobarometer, draagt de goedkeuring van een opmerkelijk constante en solide meerderheid van Europese burgers. Gelukkig maar, want we zullen meer wapens moeten sturen en produceren. Dit re-militariseert Europa. Het is belangrijk dat burgers daarachter staan.

Vanaf 1992 deed Oekraïne zijn kernwapens uit de Sovjet-tijd weg in ruil voor Russische en westerse beloftes om zijn onafhankelijkheid te respecteren. Rusland heeft dat verdrag verscheurd en is binnengevallen, juist omdat Kiev zijn kernwapens had weggedaan: met nucleaire dreigementen zorgt Moskou nu dat Amerikanen en Europeanen, die Oekraïne politiek en financieel steunen, militair terughoudend zijn.

No boots on the ground’, is ons motto. We willen Rusland niet provoceren door rechtstreeks mee te vechten in Oekraïne. Als president Poetin denkt dat hij de oorlog tegen een kleiner buurland verliest, kan hij rare sprongen maken. Zo schrijft hij geen geschiedenis. Hij schrijft wèl geschiedenis als hij een vermeende titanenstrijd tegen de NAVO verliest.

Als Rusland die nucleaire ‘dekking’ niet had gehad, hadden de VS en Europa Oekraïne allang geholpen om de Russen te verjagen. Het is goed dat we voorzichtig zijn. Maar die voorzichtigheid wordt steeds opgerekt.

Met westerse militaire steun heeft Oekraïne kunnen zorgen dat het Russische plan om het land in drie dagen onder de voet te lopen, mislukte. Maar Oekraïne lijkt niet sterk genoeg om de bezette gebieden te heroveren. Het wordt steeds meer een loopgravenoorlog, een uitputtingsslag. Poetin versterkt zijn troepen met vooral huurlingen en criminelen. Als Oekraïne niet snel meer Europese en Amerikaanse wapens krijgt, komt het in een lange, slopende oorlog terecht. Wat dat betekent , hebben we in Tsjetsjenië en Syrië gezien: alles wordt platgebomdardeerd – woonwijken, ziekenhuizen, nutsbedrijven. De stad Soledar wordt huis voor huis in de as gelegd. Dit zijn de huiveringwekkende gevolgen van de westerse ambivalentie: we geven Oekraïne genoeg om niet te verliezen maar niet genoeg om te winnen.

Het kan niet eindeloos zo doorgaan. Voor Oekraïne niet, en uiteindelijk voor Europa evenmin. Wij vechten deze oorlog niet zelf uit. Maar de inzet van deze strijd is òns wereldbeeld: Oekraïne wil deel uitmaken van ons multilaterale systeem: vreedzame coëxistentie, ‘trade not war’. Rusland straft het daarvoor. Als Rusland wint, zegeviert Poetins wereldbeeld, gebaseerd op agressie en het recht van de sterkste. Dat zou een afgang zijn voor alles wat Europa in zeventig jaar welvarend en vreedzaam heeft gemaakt. Het zou ook betekenen dat je als nucleaire macht straffeloos oorlog kunt voeren zoveel je wilt. Een gruwelijk vooruitzicht.

Sommigen dringen aan op snelle onderhandelingen met Poetin. Dat is precies waar hij op hoopt: dat wij eerst met de ogen knipperen en Oekraïne opofferen. Als er nu onderhandelingen komen, komen er immers compromissen en kan hij de bezette gebieden deels of helemaal houden. Oekraïne wil dit niet en de VS en Europa evenmin, dus moeten we meer wapens leveren. Sterkere wapens. Er zit niets anders op. Het is een glijdende schaal: eerst helmen, toen defensieve wapens, nu tanks. Oost-Europa eerst, dan schoorvoetend anderen en tenslotte het grote Duitsland, dat zijn eigen militaire wederopstanding meer vreest dan alle andere Europeanen bij elkaar.

Wat wij meemaken, is de langzame re-militarisering van Europa. Het moet behoedzaam. Vanwege Rusland en zijn nucleaire dreiging. Maar ook vanwege de verhoudingen en sentimenten in Europa. Ter herinnering: de Europese eenwording begon toen Duitsland en Frankrijk hun oorlogsindustrieën samenvoegden en onder Europees beheer plaatsten.

Lees verder…….