Horecamedewerkers krijgen een loonsverhoging van 8 tot 12 procent, zo is afgesproken in de nieuwe horeca-cao waarover de onderhandelaars het vrijdag eens werden. De zogenoemde vakkrachten, medewerkers met ruime ervaring in de sector, gaan er het meeste op vooruit in de nieuwe regeling. Zij vormen het de grootste groep van de in totaal 478.000 horecamedewerkers in Nederland.
Deze vaste krachten worden extra bevoordeeld door de cao omdat zij al een tijd niet profiteerden van de stijgingen in het minimumloon, aldus FNV-bestuurder Edwin Vlek. Voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) Marijke Vuik zegt dat ook medewerkers die minder verdienen, zoals zij die in de horeca werken als bijbaantje, er nog „flink op vooruit” zullen gaan omdat het minimumloon begin 2024 stijgt met 9,5 procent. Er zijn afspraken gemaakt over overwerken om de privé-werkbalans te bewaren en voor het eerst worden ook stagevergoedingen in de cao vastgelegd. De vakbondsleden moeten nog instemmen met de voorgelegde cao-afspraken, het is zeer waarschijnlijk dat ze dat zullen doen.
Vuik benadrukt dat veel ondernemers sowieso al „iedere euro drie keer moeten omdraaien” en dat een loonsverhoging dus nodig maar ook zwaar is. Het is inderdaad zo dat de horeca het niet makkelijk heeft door gedaalde winstmarges, coronaschulden en personeelstekorten. In het eerste halfjaar van 2023 stopten 4.000 horecaondernemers, tegenover 3.400 in dezelfde periode in 2022. Ook gingen gingen 141 zaken failliet, meer dan in het hele jaar 2022.
Lees ook De restaurants zitten vol, maar toch worstelen eigenaren om rond te komen. Hoe kan dat?
