Niet wanstaltig duur, niet decadent

Recensie


Auto

Het probleem van de T-Roc is de aanrakingsgevoeligheid van de bedieningselementen, schrijft .


Foto Merlijn Doomernik

Een vriend die te vroeg doodging zei het goed: ik had nog zoveel nuttigs kunnen doen. En dat was waar, want hij was ingenieur. Bij Volkswagen lopen vast ook zulke begaafde jongens en meisjes rond, die nog iets wilden bijdragen. Dat kon. Een nette Polo voor jonge stellen met goede vooruitzichten, een fijne Passat voor het hele gezin. Zo droeg de Duitse sleutelaar tevreden anoniem zijn steentje bij aan het ene zinvolle vervoermiddel na het andere. Tot op een goede dag de ceo besloot een cabrio te laten maken van de T-Roc.

Hoe dan? De T-Roc is een hoge, plompe auto, een crossover. Bij Land Rover hebben ze zo eerder een Evoque onthoofd, maar die kon shinen op de Zuidas, wat VW’s niet mogen. Een cabrio is verder laag, liefst vlot en graag aantrekkelijk met de mondaine toets die Volkswagen nooit in de vingers kreeg – zie de mislukte Eos.

Anderzijds: wat zou het. De motor is bijzaak, die hoor je met de kap neer toch niet, dus dat mag best zo’n brave drie- of vierpitter uit de gewone T-Roc worden. Schoonheid is evenmin verplicht. De eerste Golf Cabriolets waren al geen toonbeelden van elegantie met hun plompe dakbeugels en vadsige lijven. Een T-Roc met stoffen kap past perfect in de tot open Kevers reikende traditie van de volkscabriolet.

In de som van zijn eigenschappen bleef het een verdedigbare Volkswagen. Hij is niet wanstaltig duur, niet decadent. Er passen vier, met enig persen zelfs vijf mensen in. De Passat-familie kan op de vrije zaterdag decent uit recreëren in de welverdiende tweede auto.

Knap hoe ze er toch een Volkswagen van hebben weten te maken. Binnen is van het dashboard tot de stoelen alles zwart. Zo zijn Duitsers, met hun twee goetheaanse zielen in één borst. De T-Roc boet in monnikspij voor de genotzucht die hem voortbracht. De klassieke VW-cabriolet was als een handtas met een juten voering. In het gunstigste geval trof je binnen een gezellig ruitje aan, maar leuker moest het echt niet worden.

De ingenieurs hebben keihard aan zijn nutswaarde gewerkt. Volgens de boordcomputer heb ik na 457 kilometer met een gemiddelde snelheid van 77 per uur 1 op 18 verbruikt. Daarmee komt de actieradius van de T-Roc op ruim 800 kilometer. Op de snelweg rijd ik met de kap dicht om bij zonnig weer niet levend te verbranden, maar open is hij nauwelijks onzuiniger. Knap.

Enge tiptoets

Bron van irritatie blijft de bediening. Voortdurend lijk ik ongewild dingen te hebben in- of uitgeschakeld. Opeens wordt het warmer in de auto. Hee, de automatische temperatuurregeling is uit. Dan weer duikelt de cruisecontrol spontaan van 110 naar 100. Of de boordcomputer staat in een nooit aangevinkt menu. Heb ik per ongeluk iets aangeraakt? Is de software de kluts kwijt? Waarschijnlijk het eerste. Het probleem van de T-Roc is de aanrakingsgevoeligheid van de bedieningselementen. Je hoeft maar even met je linkerduim over het knoppenveld op het stuur te glijden of bij het wegleggen van de telefoon per ongeluk zo’n enge tiptoets op het dashboard aan te raken of het is weer hommeles. Soms is het ook gewoon onbegrepen Duitse logica. Bij het openen van de cabriokap wordt de klimaatregeling automatisch uitgeschakeld, oké. Maar na het neerklappen horen de zijruiten omhoog te gaan en die op rechts blijft halverwege steken. Pas na enig aandringen herneemt hij zich. De navigatie werkt traag en haperend. Verder waarschuwt de boordcomputer continu ten onrechte voor een lekke band, en kan ik de software alleen geruststellen door keer op keer in het touchscreenmenu te bevestigen dat ik bewillig in de actuele bandenspanning. De verantwoordelijke ingenieur die deze klacht verneemt zal met tranen in de ogen denken: ach, ik had nog zoveel nuttigs kunnen doen, maar van de baas moest ik zo nodig met mijn tijd mee.

Geeft niks, ik ben gelukkig, ik rijd open. Ik zie de Deense kust onder verzadigd blauwe nazomerse luchten, ik ruik het leven voor we het verliezen aan de herfst of Poetin. Dat blijft uniek aan cabrio’s: de auto doet er niet toe. Als er maar licht is. Dus als het een nieuwe moet worden, neem gerust deze. Het zijn Duitsers, ze repareren hem heus wel. Dat noemen ze daar Wiedergutmachung en die doet het altijd. De verwarming ook, dus hij is winterhard. Zalig uiteinde!

Lees verder…….