Naar verwachting van het demissionaire kabinet zullen er dit jaar in Nederland in totaal zo’n 90.000 woningen bij zijn gekomen. Dat staat in het jaarlijkse rapport Staat van de Volkshuisvesting 2023, dat vrijdag is gepubliceerd. Ook vorig jaar werden 90.000 woningen gecreëerd. Dat is echter twee jaar op rij minder dan gewenst. In dit tempo lijkt het kabinet het doel om in 2030 981.000 extra woningen klaar te hebben, niet te halen.
Door onder meer hogere prijzen in de bouw en een hogere rente voor investeerders zijn er minder woningen gecreëerd. Volgens het rapport staat het woningtekort op dit moment op 391.000 woningen. Afgelopen zomer bleek uit een woningmarktonderzoek dat het grote tekort de komende jaren hoogstwaarschijnlijk blijft bestaan. De onderzoekers concludeerden daarnaast dat de voorraad maar beperkt toeneemt, terwijl de bevolking onverwacht hard groeit. Dat is te zien aan het bijgestelde doel dat in 2030 gehaald moet worden: eerst stond dat op 900.000, dat is later naar boven bijgesteld, vanwege hoge immigratiecijfers in Nederland.
Demissionair minister van Volkshuisvesting Hugo de Jonge (CDA) stelt dat er volgend jaar veel en snel moet worden gebouwd. „Voor 2024 blijft de belangrijkste inzet om snel te bouwen wat al vergund is en snel te vergunnen wat op korte termijn gebouwd kan worden.” Het gaat niet alleen om nieuwbouwhuizen, maar ook om bijvoorbeeld leegstaande kantoorpanden waar appartementen in gemaakt kunnen worden. Maar in de komende twee jaar verwacht het demissionaire kabinet een forse ‘bouwdip’, zo waarschuwde De Jonge al eerder dit jaar, door onder meer een tekort aan bouwgrond en door hoge kosten.
