Mooi vormgegeven vegetarische gerechten, maar te klein om te delen

Recensie


Uit eten

Uit eten Amsterdam Petra Possel recenseert elke week een restaurant in en om Amsterdam. Ditmaal streek ze neer bij vegetarisch restaurant Chez Nina in de Staatsliedenbuurt.



Foto Pepijn Kouwenberg

Als we de restaurantmanager met de reserveringslijst bereiken, roept zij enthousiast „Amazing!” We schrikken ons een hoedje; net nog wist niemand welk tafeltje bij ons hoorde en stonden we met onze ziel onder de arm.

Deze all American opwinding hoort bij hippe zaken van nu waar een licht Scandi-sober interieur prachtig mixt en matcht met het gezelschap van veelal jonge, mooie vrouwen. Bij Chez Nina lijken ze zo op hun gemak dat het net is of ze hier al jáááren komen; manlui zijn op één hand te tellen. Misschien komt het door de naamgever van deze zaak: de Zweedse Nina Olsson, kookboekenschrijver die doorbrak met het vegetarische kookboek Bowls of goodness en haar thuis in Nederland vond. Zij komt uit de wereld van design en foodstyling en is chef van deze moderne brasserie; in het zicht staat ze al dat mooie designkeramiek te beleggen met geavanceerde, voornamelijk plantaardige hapjes. Vis en vlees zijn hier uit den boze, er wordt wel gewerkt met kaas, room, ei en honing, maar de meeste gerechten kunnen dus ook 100 procent plantaardig.


En we moeten zeggen: die hapjes zijn een lust voor het oog en ze smaken over de hele linie aardig. Zo proeven we in zout gegaarde chioggiabiet – als we niet beter wisten zou het hamachi kunnen zijn – met geroosterde hazelnootcrème, lekker geprononceerde geitenkaas en wat kaffirlimoen, koriander en chili-olie (8,-). Het is één bom smaak en zo lekker dat we de laatste likjes room wegpoetsen met het warme, zelfgemaakte brood – ergens tussen pita en flatbread – met donders goede olijfolie (4,-). De bediening raadt ons aan brood te nemen en gezien de afmeting van de gerechtjes (die we dus ook nog moeten delen) zijn we dolblij met brood. De kool met gefermenteerde paddenstoel komt niet opdagen, „omdat er niet gecommuniceerd is uit de keuken dat het op is”, maar het tamari nori ei (6,-) mag er best wezen: voor ieder een half halfzacht ei in sojasaus met een blaadje geroosterde palmkool, fliebeltjes nori, zwarte sesamzaadjes en zuur.

Het begint langzaam in te dalen dat iedereen hier weliswaar graag drinkt – ook wij hebben een fles wijn besteld – maar weinig eet. Met de vier à zes gerechtjes met z’n tweeën – het advies van de bediening – gaan wij het niet redden. Gelukkig komen er koolhydraten aan: een pizzetta met palmkool, arrabiata en scamorza (11,-) en we bestellen gauw een portie bucatini, pasta dus (11,-). De minipizza is krokant en fluffy tegelijk, de kool sneeuwt onder in het aangename geweld van de gerookte scamorza (Italiaanse koemelkkaas). Er zit een lekkere saus van tomaat en rode paprikabrunoise over met een subtiele olie. Dat lijkt een handelsmerk van Nina: bescheiden in zout en subtiel gekruid, fijn! Er komt een bakje met drie falafel (9,-), balletjes van linzen met krokante salie, pompoensinaasappelcrème en pesto van Thaise basilicum. Vernuftig en creatief, maar drie deelt lastig door twee.

De portie pasta – dikke, holle spaghetti – is ook weer très petit, kost 12 euro en smaakt naar pindakaas; stiekem best lekker, maar wat doet dit gerecht in vredesnaam hier op de kaart? En hoezo die prijs, terwijl je bij elke willekeurige Surinamer voor 5 euro minder vijf keer zoveel eet van deze eclectische combinatie?

We drinken nog een glas witte wijn – die smaakt prima, robuuste weissburgunder met die typische vin nature smaak (Weingut Schmelzer Oostenrijk, 41,-) – en onderwerpen Nina aan een analyse. Afzonderlijk zijn haar gerechtjes smakelijk en mooi vormgegeven, maar te klein om te delen en er is geen harmonie tussen de gerechten. Het begrip menuopbouw is al helemaal niet van toepassing. Daarnaast is de akoestiek beroerd en lijkt het of de zaak stevige horeca-ervaring kan gebruiken. Goed koken en kookboeken schrijven is één, restaurant-chef en uitbater zijn is van een andere orde.

Recensent en journalist Petra Possel test wekelijks een restaurant in en om Amsterdam.
Foto Pepijn Kouwenberg

Lees verder…….