Ministerie stuit op nieuwe Russische transacties Vitesse

De armlastige voetbalclub Vitesse is verder in het nauw gebracht doordat nieuwe transacties zijn opgedoken tussen de huidige Russische eigenaar Valeriy Oyf en oligarch Roman Abramovitsj. Vanwege de verwevenheid tussen de twee Russen stelt het ministerie van Economische Zaken dat Abramovitsj de feitelijke zeggenschap heeft over de club uit Arnhem, die daardoor mogelijk onder de sanctiewetgeving valt.

Abramovitsj, een vertrouweling van de Russische president Vladimir Poetin, werd in het voorjaar van 2022 op de Europese sanctielijst gezet. Bezittingen van de oligarch werden bevroren, waaronder de Britse voetbalclub Chelsea. Dat leidde ertoe dat de club geen spelers, kaartjes en merchandise mocht verkopen zolang Abramovitsj eigenaar was. Uiteindelijk werd Chelsea verkocht, de opbrengst werd geparkeerd op een Britse bankrekening. Voor de verkoop was toestemming vereist van de Britse overheid.

Dat lot – bemoeienis door de overheid – dreigt nu ook voor Vitesse, als de club niet snel een manier vindt om de huidige Russische eigenaar Oyf volledig buitenspel te zetten. Ook is onzeker of Vitesse een proflicentie krijgt voor volgend seizoen zolang de banden met Oyf niet zijn doorgeknipt.

Het ministerie van Economische Zaken had Vitesse tot deze woensdag de tijd gegeven om te reageren op de mogelijke sanctieovertreding. Maar volgens een woordvoerder van Vitesse „ligt de bal elders”. Hij verwijst naar een KNVB-onderzoek naar de Russische eigenaar van Vitesse dat nog niet is afgerond. „Tot die tijd is het afwachten. Het enige dat wij kunnen doen is meewerken aan de onderzoeken.”

Afgekeurde overname

Vitesse, nummer 17 in de Eredivisie, zoekt al zo’n twee jaar naar een manier om los te komen van zijn Russische eigenaar. Die dacht de clubleiding te hebben gevonden met een verkoop aan de investeringsmaatschappij Common Group van de Amerikaan Coley Parry. Maar die overname werd recent door de licentiecommissie van de KNVB afgekeurd, omdat de Amerikaan niet kon of wilde aantonen waar het geld voor de beoogde overname vandaan kwam.

Zelfs als de KNVB wél akkoord was gegaan met een overname door de Common Group, dan was de transactie waarschijnlijk gestuit op juridische bezwaren. Want terwijl Vitesse – voorlopig tevergeefs – zoekt naar een partij die de zwaar verlieslatende club mag en wil kopen, wordt steeds meer duidelijk over de verwevenheid van Abramovitsj met de huidige eigenaar, Oyf, en zijn voorgangers.

Het bestaan van de brief van Economische Zaken aan Vitesse lekte vorige week uit via De Telegraaf. Het ministerie is onderzoek gaan doen na onthullingen van The Guardian met The Bureau of Investigative Journalism en NRC afgelopen najaar over de financiële banden tussen de oligarch en de eigenaren van de Vitesse. Uit die publicaties bleek al dat Abramovitsj niet zomaar een zakenvriend was van de Russen bij Vitesse, zoals de club altijd beweerde, maar dat zij indirect door de oligarch werden gefinancierd.

Abramovitsj beschouwde Vitesse als zíjn club, schreef NRC op basis van Cyprus Confidential, een onderzoeksproject van 65 internationale media geleid door het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ) en het Duitse onderzoeksplatform Paper Trail Media naar gelekte documenten van verschillende financieel dienstverleners uit Cyprus.

Daarop vroeg het ministerie bij ING, huisbank van Vitesse, relevante informatie op. Die heeft het beeld van directe bemoeienis van Abramovitsj bij Vitesse verder versterkt. Een woordvoerder van ING wil daar verder niets over zeggen, omdat de bank nooit reageert op zaken rondom individuele klanten. Ook doet de bank geen uitspraken over „contacten met autoriteiten”. „Binnen de wet- en regelgeving werken wij uiteraard mee aan onderzoek en informatieverzoeken van autoriteiten.”

Uit onderzoek van NRC blijkt nu dat het ministerie zijn conclusie onder meer baseert op een ingewikkelde financiële transactie uit 2018, het jaar dat Oyf Vitesse overnam van landgenoot Alexander Tsjigirinski. Ook is er een betaling opgedoken van een bedrijf van Oyf aan een vennootschap van Abramovitsj, die betrekking lijkt te hebben op de overname van Vitesse.

Woontorens in Moskou

Bij de transactie uit oktober 2018 verkoopt Abramovitsj aan Oyf voor een schijntje een pluk aandelen van een vennootschap die mede-eigenaar is van een vastgoedbedrijf van Tsjigirinski. Dat bedrijf ontwikkelt onder meer woontorens in Moskou. Zo komen de huidige en de voormalig eigenaren van Vitesse, Oyf en Tsjigirinski, en Abramovitsj zakelijk bij elkaar.

De sterkste aanwijzing voor de betrokkenheid van Abramovitsj bij Vitesse komt naar voren uit een eerdere betaling uit 2018. Onder de buitenlandse eigenaren is Vitesse dan op grote voet gaan leven om de ambities waar te maken. Zo leent Tsjigirinski in de periode dat hij eigenaar is van Vitesse, jaarlijks miljoenen aan de club. De schuld van Vitesse aan de Rus is opgelopen tot dik 136 miljoen, als Tsjigirinksi in mei 2018 besluit de club te verkopen aan Oyf. Die neemt daarbij ook de schuld van Vitesse aan Tsjigirinski over, zo blijkt uit geheime contracten.

Maar in plaats van dat hij Tsjigirinski daarvoor betaalt, maakt Oyf in juni 2018 10 miljoen dollar over aan een brievenbusfirma van Abramovitsj. Alsof híj degene was die in werkelijkheid de vordering op Vitesse had, en dus niet Tsjigirinski.

De invloed van Abramovitsj is tot op heden steevast door de betrokkenen ontkend. Een advocaat van Oyf laat nu in een reactie weten dat hij meewerkt aan het onderzoek van het ministerie van Economische Zaken. Ook zegt hij dat Abramovitsj geen enkele vorm van „zeggenschap” of „betrokkenheid” heeft „in of over” Vitesse en dat de oligarch op geen enkele wijze betrokken was bij processen rondom de verkoop van aandelen in de voetbalclub. Op de specifieke financiële transacties die het ministerie onderzoekt, reageert Oyf niet.

Ook een advocaat van Abramovitsj zegt dat de oligarch nooit enige „invloed of controle” op Vitesse heeft gehad. Dat blijft vooralsnog ook de lezing van de club, zegt een woordvoerder. „Geldstromen staan niet gelijk aan directe invloed.”