Melancholie en verveling zijn rode draad in het bizarre werk van Ragnar Kjartansson

De IJslandse kunstenaar Ragnar Kjartansson : „Ik maak alleen werk dat ik zelf niet volledig begrijp.”


Foto Merlijn Doomernik

Interview De IJslandse kunstenaar Ragnar Kjartansson die exposeert in Museum De Pont maakt tamelijk gestoord werk: videokunst die 12 uur duurt, live performances van 144 dagen. „Het idee dat kunst tijdloos kan zijn, is onzin.”

‘De choreografie van de macht is belangrijk”, stelt de IJslandse kunstenaar Ragnar Kjartansson, terwijl op de achtergrond vrouwen op een draaischijf tussen gouden gordijnen staan en een akkoord in e-mineur aanslaan op een elektrische gitaar. Ze oefenen zijn performance Woman in E die tijdens de overzichtstentoonstelling Time Changes Everything van Kjartansson in het Tilburgse Museum De Pont de hele dag te horen zal zijn. Het is een merkwaardige performance: de vrouwen kijken niemand aan, de klank is somber, het jaren-tachtigachtige glitter en al het goud in het decor werken op je lachspieren. Ondertussen vraag je je af of een vrouw op zo’n gouden draaischijf anno 2022 wel kan. De gemengde gevoelens typeren veel werk van Kjartansson.

De Britse krant The Guardian omschreef de IJslander als een van de geniaalste kunstenaars van dit moment omdat hij de kijker steevast verward achterlaat, maatschappelijke kwesties absurd uitvergroot, melancholie aan verveling koppelt en aangename gekte in zijn werk toelaat. Zo duren zijn videowerken enorm lang: soms zes uur, maar het dubbele kan ook.

Veel stof deed hij op opwaaien op de Biënnale in Venetië 2009 waarvoor hij namens IJsland was geselecteerd. Zijn geboorteland, dat een belangrijke rol speelde in het ontstaan van de bankencrisis in 2008, stond er wereldwijd niet goed op. Kjartansson kwam met de performance The End: op elk van de 144 dagen dat de Biënnale open was, maakte hij een portret van een IJslandse kennis aan de oever van het Grand Canal. Behalve de hoeveelheid schilderijen groeide ook de hoeveelheid lege bierflesjes van de twee gestaag. De kunstenaar gaf een signaal af: IJsland was bankroet, maar de schilder ploegde voort op eigen kracht, zonder duur paviljoen of dure, grote kunstobjecten.

In De Pont kun je nu (in theorie) twaalf uur kijken naar de videoperformance Bliss. In real time is te zien hoe zangers twaalf uur achter elkaar één aria uit Mozarts opera Le nozze di Figaro herhalen. Het is een uitputtingsslag waar een kijker, als die het zelf volhoudt, getuige van kan zijn. Een even grote uitputtingsslag is te zien in het optreden van de Amerikaanse band The National die het lied ‘A Lot of Sorrow’ zingt, al duurt die video maar zes uur. De ene kijker wordt er rustig van, de ander sterft haast van verveling.

Op een andere video zingt Kjartansson zelf achter elkaar de regel ‘Sorrow conquers Happiness’, en ook tijdens ons gesprek barst hij niet alleen vaak in lachen uit, maar zal hij een enkele keer gaan zingen. Maar zijn tekeningen, schetsboeken, videowerken en live performances in De Pont ogen minder opgewekt.

Elke vijf jaar vraagt mijn moeder: ‘Schatje, moet ik je in je gezicht spugen?’

„Je moet het akkoord hard aanslaan”, legt Kjartansson aan de gitaristen uit, „dat werkt het best. En je moet het publiek niet aankijken.” Dat de vrouwen als object gezien kunnen worden, is juist een deel van het kunstwerk, antwoordt Kjartansson na de repetitie. „Het stuk is oorspronkelijk gemaakt voor een autoshowroom, het werk is een hommage aan Detroit en de globalisering, maar gaat ook in op de vrouw als object: hoe ze tentoon wordt gesteld en tegelijkertijd de ruimte opeist met de gitaar en het akkoord dat ze aanslaat.

„Deze levende sculptuur gaat eigenlijk over de constante verandering van machtsstructuren. In mijn werk speel ik graag met de rituelen rondom macht. Hoezeer choreografie en macht met elkaar verbonden zijn, zag je ook bij de begrafenis van koningin Elizabeth II. Het hele gebeuren is zo bedacht om de overgang van de macht mogelijk te maken, en om Charles geaccepteerd te laten worden. Denk ook aan de choreografie bij het wisselen van de wacht bij de onbekende soldaat. Dat is de houding die de vrouwen hebben bij Woman in E. Ze staan boven de situatie waarin ze geplaatst zijn.”

De IJslandse kunstenaar Ragnar Kjartansson : „Ik maak alleen werk dat ik zelf niet volledig begrijp.” Foto Merlijn Doomernik

IJsland heeft een orale cultuur bij gebrek aan objecten, stelde je ooit. Hoe zit dat?

„IJsland heeft geen oude kunstvoorwerpen, omdat het tot het einde van de negentiende eeuw een Deense kolonie was. Alles wat enigszins waardevol of interessant was, is door de Denen gejat. IJsland hield alleen een oude orale cultuur over. Ik kreeg dat als kind al vroeg mee. Mijn opa kon over de Vikingen vertellen alsof het vrienden van hem waren. Dan begon hij met ‘weet je wat Gunnar deed toen hij die en die tegenkwam’ en dan ging het over een IJslands opperhoofd uit de tiende eeuw.”

In literatuur is melancholie gangbaarder dan in de beeldende kunst. In jouw kunst zit veel melancholie. Komt dat door de orale cultuur en de verhalen die je als kind al vroeg meekreeg?

„Ja, al mijn werk komt voort uit de literatuur, ik probeer een soort poëzie over te brengen. Mijn over-over-overgrootmoeder, Skáld Rósa (1795-1855), schreef het belangrijkste liefdesgedicht van IJsland. Daarin zit een diep gevoel van melancholie, en dat is een belangrijke inspiratiebron voor me. De melancholie zat er al in voordat ik kunstenaar werd.”

Kunst maken zonder melancholie was dus niet eens mogelijk geweest?

„Ik denk dat geen enkele kunstenaar zonder melancholie kan. Dat gevoel is de basdrum in elk kunstwerk, een repeterende bodem die onontkoombaar is. Met de herhaling zet je de tijd een beetje stil of je gaat terug in de tijd. Dat zijn allemaal uitingen van melancholie.”

Melancholie, herhaling, de enorme tijdsduur van de video’s: zijn dat allemaal pogingen om de tijd stil te zetten of schuilt daar een behoefte aan tijdloze kunst achter?

„Het is de kick van het voelen van de tijd in die performances. Door een handeling telkens te herhalen voel je de tijd voorbij glijden, en dat geeft een raar gevoel. Dat is waarom in religieuze riten herhaling zo belangrijk is. Ik zie kunst nooit als tijdloos. In elk werk zie je terug wanneer dat gemaakt is. Het hele idee dat kunst tijdloos kan zijn, is onzin. Dat iemand kunst maakt om voor altijd te blijven bestaan, daar geloof ik niet in. Waarschijnlijk word je vergeten. Met geluk onthouden ze één gedicht van je, zoals bij mijn over-over-overgrootmoeder. Er is geen archief van haar, geen museum, alleen dit gedicht. Dat is het coolste wat kan gebeuren.”

In het videowerk ‘Me and my mother’ spuugt je moeder je in je gezicht. Daar zit weinig melancholie in.

„Nee, dat is waarschijnlijk mijn meest komische werk. We doen dit elke vijf jaar en mijn moeder vraagt dan: schatje, moet ik je weer even in je gezicht spugen en als we dat dan weer filmen probeer ik niet in lachen uit te barsten.”

Voor de kijker komt dat niet zo over. Door de tijdsperiode van vijf jaar zie je jullie niet alleen ouder worden, maar wordt de reactie ook anders. In de eerste werken reageer je nog als je moeder je in je gezicht spuugt, in de laatste werken lijk je dat te hebben opgegeven.

[Hard lachend] „Ik heb haar nog niet helemaal opgegeven hoor. In het begin vonden we het een raar idee dat we gingen uitvoeren, nu is het normaal geworden, zo van: oh, het is weer zo ver en dan drinken we daarna koffie. Het leuke is dat de kijker er iets anders in kan zien. Zoals The Rolling Stones zingen: ‘No expectations’. Die houding heb ik ten opzichte van de kijker. Er is geen goed of fout in het interpreteren van werken.”

Dat zeggen kunstenaars vaker, maar je maakt een werk toch met een bepaalde intentie, het kan niet anders dan dat sommige reacties teleurstellend zijn.

„Ja, als iemand je werk shit vindt, is dat altijd een teleurstelling. Maar nee, een geheel andere interpretatie dan de mijne is prima. Sterker nog: ik maak alleen werk dat ik zelf niet volledig begrijp. Als ik het zelf al snap, waarom zou ik dan nog de moeite nemen het te maken? Er moet een zeker mysterie in zitten, alsof je ergens naar op zoek bent. En een zucht, er moet altijd een zucht in zitten.”

‘Sorrow conquers happiness’ zing je in het gelijknamige videowerk. Is dat altijd zo?

„Ik heb lang gedacht dat dat wel zo was, maar naarmate ik ouder word, word ik steeds optimistischer.”

?

[Hard lachend] „Ja, oké, ik maak veel pessimistische werken, inderdaad. Maar ik sta elke morgen enthousiast op. Als mens word ik optimistischer, mijn werk wordt pessimistischer. Waarom dat is, weet ik niet. Er zijn veel donkere en duistere onderwerpen, maar wat nou zo leuk is aan de 21ste eeuw, is dat alles gedeconstrueerd is. Ik hoef niet met vuisten op tafels te slaan of te schreeuwen om dingen te ontmantelen, je kunt nu van alles brengen en de duisternis in de dingen zien zonder dat je daarmee iets of iemand representeert.

„Humor is daarbij de komische kant van de afgrond. Ik vind Edvard Munch bijvoorbeeld hilarisch. Een vriend van me zei ooit: ‘hou de filosoof Montesquieu in gedachten toen hij zei dat serieusheid het masker van stupiditeit is’. Die plaats ik naast een regel van de IJslandse schrijver Halldór Laxness: ‘Niets is mooi tenzij het serieus is’. Ze hebben allebei gelijk en tussen die twee uitspraken probeer ik te bewegen met mijn werk.”

Als ik naar je werk kijk, dan heb ik het idee dat het van geluk naar leed naar hopeloosheid beweegt. We zijn het leed voorbij. Of is die lijn er niet?

„In mijn laatste videowerk No Tomorrow dat ik maakte met de choreograaf Margrét Bjarnadóttir en songwriter Bryce Dessner, is inderdaad alle hoop verdwenen. Toen we het maakten, beseften we dat dit werk over niets gaat. Er is niets. Maar dat was ook het spannende, ik maak een werk over niets. Het niets is het ultieme onderwerp voor kunstwerken.”

En nu?

„Misschien is het wel het eind. Ja… Of nou, weet ik ook niet. Mijn recentste werk voelt altijd alsof het het laatste zal zijn, maar er komt altijd weer wat.”

Lees verder…….