Make-up of puur natuur: verbluffend ‘A Different Man’ gaat over wie personage met beperking kan spelen

Hij laat je verbluft achter, A Different Man. Zo’n doolhof-film als Charlie Kaufman ze in de gloriedagen van Being John Malkovich (1999) en Adaptation (2002) schreef, maar eerder doorleefd dan cerebraal, met een scheutje Woody Allen. De film behandelt bovendien een zeer actuele kwestie: moet een personage met een beperking ook worden vertolkt door een acteur met diezelfde beperking?

De film van regisseur Aaron Schimberg is nu al een hoogtepunt van de 74ste competitie van de Berlinale; het moet raar lopen wil hij geen Nederlandse distributeur vinden. In A Different Man lijdt Edward (Sebastian Stan, met latex masker) aan ernstige neurofibromatose: zijn gezicht gaat verborgen onder goedaardige tumoren. Edward wil acteren, maar is te onzeker; hij smacht op ‘Klokkenluider van de Notre Dame’-achtige wijze naar zijn buurvrouw Ingrid (Renate Reinsve), een toneelschrijver. Als dankzij een experimentele kuur zijn gezwellen verdwijnen, dan pretendeert hij dat Edward zelfmoord pleegde en noemt hij zijn nieuwe, knappe versie Guy. De vermeende zelfmoord inspireert Ingrid tot een off-Broadway-toneelstuk over haar vriendschap met Edward. Guy, inmiddels een succesvol makelaar, meldt zich met een latex masker van zijn oude gelaat voor de hoofdrol. Hij is geboren om Edward te spelen, meent hij.

Rivaal

Edward/Guy krijgt een relatie met Ingrid, maar een rivaal dient zich aan: Oswald, gespeeld door Adam Pearson, een acteur met echte neurofibromatose. Met zijn sprankelende bonhomie speelt de aimabele Oswald de knappe Edward/Guy met gemak van het bord. Is het personage Edward niet wat te passief, vraagt hij Ingrid terloops. „O mijn god, ik stapte in de valkuil hem tot een slachtoffer te maken”, beseft ze. En zo gaat haar toneelspel al snel meer over Oswald dan over Edward. En dat blijkt nog maar het begin.

Er is veel om op te kauwen bij A Different Man: een dubbelgangermotief, een Beauty and the Beast-motief en uiteraard de kwestie van representatie van mensen met een beperking. Regisseur Aaron Schimberg vreest dat de beladenheid van die kwestie ertoe leidt dat er nog minder film-personages met een beperking komen, vertelt hij de pers op de Berlinale: te riskant. Schimberg heeft een persoonlijk hang-up met zulke rollen: hij heeft een hazenlip. „Ik werd geboren met een open gehemelte. Dat is gecorrigeerd, maar tot op zekere hoogte, zoals u ziet. Voor mij is het altijd de vraag in hoeverre die misvorming mij definieert.” In beperkte mate, suggereert de kloof tussen de ongemakkelijke Edward en de uitbundige Oswald in A Different Man.

In zijn vorige metafilm, Chained for Life (2018), merkte Schimberg hoe beladen de kwestie van representatie is. Daarin probeert een beeldschone actrice een connectie te maken met haar misvormde tegenspeler, ook daar vertolkt door Adam Pearson, de welsprekende Britse woordvoerder voor mensen met neurofibromatose die eerder in de cultfilm Under the Skin (2013) van Jonathan Glazer acteerde.

Make-up

Schimberg: „Een acteur met make-up is omstreden maar een acteur met een echte misvorming eveneens. Dan verwijten ze je exploitatie. Dus ik dacht: ik stop gewoon beide in één film: make-up en puur natuur. Zien wat er dan gebeurt.” Dat bedoelt hij niet als statement, vervolgt hij. „Een goede film zet het publiek zelf aan het denken, een geweldige film verandert hun denken voor altijd.”

Lees ook Wegkijken bij onrecht, dat doe je niet op de Berlinale

Acteur <strong>Cillian Murphy</strong> in ‘Small things like these’, de openingsfilm van de Berlinale. <p>Foto Shane O'Connor</p>

A Different Man is op zijn minst goed, mogelijk ook geweldig. Al was het maar omdat hij continu gezichten met neurofibromatose in beeld houdt, stelt Adam Pearson in Berlijn. „Tijdens de filmopnames in New York kostte het mij zoals altijd even tijd om mijn veilige hoekjes in de stad te veroveren. Bars en restaurants waar ze aan mijn gezicht gewend zijn geraakt. Mijn hele leven word ik in eerste instantie geconfronteerd met overcompensatie of verwijdering. Dat neem ik niemand kwalijk, mijn uiterlijk is zo nieuw en alarmerend dat het automatisch een fight or flight-respons in het brein triggert. Maar zien mensen me twee, vier of tien keer, dan ebt die verbazing en nieuwsgierigheid vanzelf weg. Dus is het prima dat mensen langdurig naar gezichten met neurofibromatose staren, zoals in deze film. Hoe langer, hoe beter.”