Legende van de Pixies lost op in een doffe geluidsbrij

Oude roem snelt de Pixies vooruit. Kurt Cobain was een fan en de dynamiek van hun priemende rocksongs, vaak van zacht naar hard en van langzaam naar snel, maakte school. Eind jaren tachtig schiep de band uit Boston een nieuwe standaard voor urgente, vernieuwende rockmuziek. Legendes zijn het, met het voorbehoud dat de inmiddels vertrokken bassiste Kim Deal er een belangrijk deel van uitmaakte. De zangeres en componiste van het nummer ‘Gigantic’ begon in 1989 The Breeders omdat ze na drie jaar Pixies te weinig armslag als songschrijver kreeg naast de dictatoriale bandleider Black Francis, inmiddels beter bekend onder zijn solonaam Frank Black. Deal deed na een pauze van tien jaar nog mee aan de reünie, maar zei de band in 2013 voorgoed vaarwel. Haar plek werd ingenomen door een reeks van komende en gaande bassisten; de laatste is Emma Richardson uit Band of Skulls.

Nu de Pixies hun reputatie te gelde maken met de integrale uitvoering van hun ‘klassieke’ albums, nadert hun uiterste verkoopdatum. Surfer Rosa uit 1988 en Doolittle een jaar later waren mijlpalen in de rockmuziek, met songs als ‘Bone Machine’ en ‘Monkey Gone to Heaven’ als bakens van originaliteit en zeggingskracht. Inmiddels zijn de Pixies toe aan de albums Bossanova en Trompe Le Monde uit de vroege jaren negentig. Ze trekken er driemaal een uitverkocht Paradiso mee, ook al waren die albums nooit bedoeld om song voor song uitgevoerd te worden. Die gang van zaken werkte prima bij Horses van Patti Smith, maar dat was een album met een spanningsboog en een inhoudelijke samenhang. De latere Pixies-albums zijn als geheel simpelweg te monotoon voor een meeslepend concert.

Lawaaiexplosies

Het begon sterk genoeg met de surfsong ‘Cecilia Ann’ en het relatief melodieuze ‘Velouria’, met boven het podium de verlichte wereldbollen van de albumhoes. Na de sluipende swamprock van ‘Down to the Well’ klonken de songs al te vaak als een doffe geluidsbrij. Drie kwartier later was het tijd voor Trompe Le Monde en hervatte de band zijn salvo van lawaaiexplosies. De Jesus and Mary Chain-cover ‘Head On’ werd meegenomen in de maalstroom van non-descript gitaargeweld, met de heavy rockriff van ‘U-Mass’ als toonbeeld van simplisme.

Als pleister op de wond volgden aan het eind de oudere favorieten ‘Wave of Mutilation’ en ‘Here Comes Your Man’ in vleugellamme akoestische versies. De artistieke noodzaak ontbrak volledig bij een concert op de automatische piloot.