‘Kwam ik thuis van een businessclass-vlucht en kon ik niet eens 10 euro afrekenen bij de Albert Heijn’


Foto Lin Woldendorp

Interview Van Prada tot BMW: de grootste merken willen samenwerken met de Nederlandse Borre Akkersdijk (36). Hoe brak hij internationaal door?

Toen Rolls Royce onlangs interesse toonde in een samenwerking met de Nederlandse ontwerper Borre Akkersdijk, moest hij het luxe automerk teleurstellen: sorry, geen tijd. Bijna 1.200 namen staan op de wachtlijst van Byborre, Akkersdijks bedrijf dat gebreide stoffen ontwikkelt. Prada, BMW, Adidas, Hugo Boss, Lacoste, Lululemon (van de luxe yogabroeken) – allemaal zijn ze klant van Byborre.

Het is een zonnige lenteochtend, en Akkersdijk (36) heeft net z’n elektrische VanMoof-fiets voor de ingang van zijn kantoor geparkeerd. Aan tafel in zijn minimalistische, gelikte showroom, dichtbij station Amsterdam Sloterdijk, drinkt hij in een paar teugen een groen drankje op van sapketen Juicebrothers. Verderop staan dozen, bestemd voor het Zweedse buitenkledingmerk Härkila („Dat dragen de Oranjes tijdens het jagen.”)

Gek eigenlijk, zegt hij, dat mensen zó weinig van stoffen weten. „Als je net bent geboren, word je in een doek gewikkeld en vanaf dat moment ben je de rest van je leven bijna 24 uur per dag in contact met stof. Toch denken we niet na over de oorsprong. Weet jij waar je trui van gemaakt is?”

Met zijn in 2015 opgerichte bedrijf (48 vaste medewerkers, wat de omzet is wil hij niet zeggen), die het midden houdt tussen een start-up en een textielstudio, wil Akkersdijk de stoffenwereld opschudden. Al 180 van zijn klanten maken gebruik van zijn „Photoshop voor textiel”, zoals hij het omschrijft, een computerprogramma waarmee modemakers, meubelfabrikanten en andere bedrijven die met textiel werken zélf een stof kunnen ontwikkelen.

Na twee jaar testen wordt het vernieuwende concept deze maand officieel gelanceerd, en zit er nauwelijks meer een limiet aan het aantal klanten dat hij kan aannemen – mits die niet komen voor een kant-en-klaar stofontwerp. Van kleine modemerken en studenten tot Italiaanse luxehuizen: iedereen kan in principe toegang krijgen tot Byborre Create.

Stel: je wilt een chique stof die aanvoelt als een joggingpak (een eerder verzoek van wijlen de Israëlische modeontwerper Alber Elbaz). In het digitale programma van Byborre kun je dan zelf proberen zo’n stof te ontwerpen door een lijst met de gewenste eigenschappen aan te vinken, zoals materiaal en kleur. Voor 150 euro ontvang je dan een testlap van een meter. Bevalt die? Dan kan de stof gemaakt worden in een van de negen fabrieken waarmee Akkersdijk wereldwijd samenwerkt, van Taiwan tot Italië. Deze fabrieken werken met duurzame garens en hebben breimachines waarop de software van Byborre staat ingesteld.

Overproductie

Akkersdijks concept gaat overproductie tegen: als merk bestel je precies de hoeveelheid stof die je nodig hebt. Normaal hanteren stoffenfabrikanten minimumafnames. Zeker als een stof speciaal wordt ontwikkeld kunnen die flink zijn. „Ik heb zelf meegemaakt dat ik, alleen maar omdat ik een andere kleur wilde, 2.000 meter moest kopen.” Ook zijn dankzij Byborre Create de lijntjes in de toeleveringsketen veel korter. In 2021 won het concept een Dutch Design Award omdat „het [duidelijk maakt] dat een intrinsiek probleem binnen de textielproductie kan worden opgelost”, aldus het juryrapport.

Byborre krijgt 40 procent van de opbrengst van de stoffen die zo worden gemaakt. Bang dat grote merken hun stoffen via zijn computerprogramma ontwerpen en vervolgens elders laten maken, is Akkersdijk niet. „Als een fabriek mijn software niet gebruikt, is dat onmogelijk. Bovendien heb ik het proces geoptimaliseerd, door de korte lijntjes. Als je als merk zelf aanklopt bij een fabriek, duurt het maakproces soms wel maanden langer.”

Een typische ‘Borre-stof’ is futuristisch en primitief tegelijk

Vandaag ziet Akkersdijk eruit als een futuristisch lid van een hiphopformatie. Op zijn olijfgroene jasje na (van het ultrahippe Japanse Visvim) draagt hij kleding van zijn eigen mannenmodelabel, dat als uithangbord dient van zijn bedrijf: een zwarte buitenbroek met laaghangend kruis van Egyptisch katoen en een zwarte capuchontrui. Door reliëf in de stof lijkt die meerdere lagen lijkt te hebben, maar tegelijk doet hij handgemaakt aan.

Zo zou je een typisch ‘Borre-ontwerp’ ook het beste kunnen omschrijven: futuristisch en primitief tegelijk. Futuristisch omdat de stoffen computergetekend zijn en vaak opvallende vormen, patronen of kleurcombinaties hebben. Primitief omdat Akkersdijk zijn kleding overdreven grote vormen geeft. De eenvoudige silhouetten hebben ook iets weg van een judopak – de sport beoefende hij als kind fanatiek.

En dan is er ook nog het driedimensionale effect van de stoffen. Hieraan zie je dat Akkersdijk in zijn studentenjaren rondliep in een matrassenfabriek, gefascineerd door de ‘gematelasseerde’ esthetiek van beddenspreien en matrassen.

„Alsof renaissance wandkleden gemaakt zijn door toekomstige beschavingen”, vat modeplatform Ssense zijn stijl samen. De kleding van Byborre hangt in 43 winkels wereldwijd, waaronder Dover Street Market in Tokio en Selfridges in Londen. Ondanks dit internationale succes is Akkersdijk zijn kledinglijn aan het afbouwen tot nog maar één kleine collectie per jaar – de komende tijd ligt de focus op het laten slagen van zijn ontwerpprogramma.

Het is een goede tijd voor Akkersdijk en zijn bedrijf: stoffen hebben momentum. Niet alleen door de pandemie, toen mensen door het vele thuiswerken en de lockdowns behoefte hadden aan zachte, comfortabele en geruststellende kleding als kasjmier truien en joggingbroeken. Maar al langere tijd zijn er opwindende ontwikkelingen in textiel; van nieuwe stoffen met technische snufjes (zoals zweet afdrijvende sportkleding) tot duurzame materialen als ‘leren’ jassen gemaakt van paddestoelen. Moderne merken voelen vanuit hun klanten de druk om met vernieuwende, duurzame stoffen te werken en komen zo bij een bedrijf als Byborre terecht.

Smartlapzangeres

Akkersdijk groeide op in Nijmegen, waar hij met zijn zus werd opgevoed door hun alleenstaande moeder – zijn vader had het gezin al vroeg verlaten. Thuis hadden ze het niet breed. Omdat zijn moeder zoveel werkte, als docent op een school voor moeilijk opvoedbare kinderen en als smartlapzangeres, werd hij grotendeels opgevoed door een opa en oma en een oom en tante. Vanaf zijn zestiende kwam zijn vader weer af en toe in beeld, al heeft hij hem de afgelopen jaren nauwelijks gesproken. Akkersdijk: „Hij heeft een hele zware jeugd gehad, die hij geen plek heeft kunnen geven. Volgens mij denkt hij zelf dat het goed is dat hij bij ons is weggegaan, hij wilde ons een ellendige jeugd besparen.”

Akkersdijk heeft vroeger vaak te horen gekregen hoezeer hij op z’n vader leek. „Hij kon ook zo goed praten, zeiden ze dan tegen me. Ik dacht: ja, maar hij heeft nooit iets afgemaakt – zijn school, de opvoeding van zijn kinderen.” In zekere zin, zegt Akkersdijk, heeft dat wel de basis gelegd voor zijn werkethos en een zekere bewijsdrang. „Ik wilde juist dingen afmaken, om te bewijzen dat ik niet op hem leek.”

Het was een tante die zijn talent voor ontwerpen ontdekte. „Zij had een schoenenmerk en vroeg mij om mijn mening.” Op zijn zeventiende ontwierp hij voor haar een kinderschoen, in de vorm van een draak – zijn eerste ontwerp dat in de winkel kwam te liggen. Na de havo kwam hij via een omweg op de Design Academy in Eindhoven terecht, waar hij de studierichting Man & Identity volgde. Al snel raakte hij gefascineerd door stoffen. Hoe maak je stof? Kun je de software van een breimachine ‘hacken’ om er zo andere stoffen mee te maken? (Antwoord: ja – het lukte Akkersdijk om kleding te maken met een breimachine die bedoeld was voor het maken van de buitenkant van matrassen.)

Al snel viel Akkersdijk op en mocht hij een aantal freelance opdrachten doen voor ontwerper Maarten Baas. In een tussenjaar studeerde hij acht maanden aan het Fashion Institute of Technology (onder meer Calvin Klein behoort tot de alumni) in New York. Hij wist: als ik écht verder wil in de mode en textiel dan moet ik naar Parijs.

Borre Akkersdijk

Met zijn portfolio onder de arm bivakkeerde hij twee dagen op de stoep bij modehuis Balenciaga, toen nog onder leiding van Nicolas Ghesquière. Uiteindelijk liet de hr-medewerker hem binnen, maar werd hij afgewezen omdat hij geen Frans sprak. Via een vriendin die in Parijs woonde lukte het hem een introductie te krijgen bij Lidewij Edelkoort, een van de invloedrijkste trendwatchers ter wereld, en toen nog de directeur van de Design Academy. Hij kreeg vijf minuten om zijn portfolio te laten zien. Ze keek hem erg streng aan, maar zei: „Ik vind dat je hier stage moet komen lopen.”

Jetsetleven

Drie jaar bleef Akkersdijk bij het trendbureau van Edelkoort – eerst als stagiair, later als consultant – naast zijn studie in Eindhoven. In één keer bevond hij zich in het centrum van de modewereld en gaf hij advies aan merken als Stella McCartney. Hij leefde een jetsetleven met hotels, restaurants en champagne, terwijl hij voor zijn studietijd in New York zelfs nog nooit buiten Europa was geweest. „Li nam me een keer mee naar Japan, naar de verjaardag van [modeontwerper] Issey Miyake. Hij complimenteerde me met mijn werk en gaf me zelfs het horloge dat hij toen om zijn pols had.” Miyake bood hem een baan aan, die sloeg Akkersdijk af. „Dat vond ik nog te spannend. Voor mijn gevoel kwam ik toen nog maar net kijken.”

In 2010 begon Akkersdijk voor zichzelf. Met mediagenieke presentaties van nieuwe ontwerpen trok hij internationale media-aandacht. Daarbij hielpen zijn vlotte babbel, zijn talent om te netwerken en een flinke dosis zelfvertrouwen. „Groot denken is nooit mijn probleem geweest.” Een modeshow met eigen ontwerpen in een gymzaal, met turners als modellen. Een eigen collectie kleding versmolten met technologie, zoals jassen met ingebouwde wifi, op het South by South-west-festival in Texas. Met een busje door Parijs tijdens de modeweek, om op guerilla-wijze zijn laatste ontwerpen te presenteren.

In één keer zat hij in het centrum van de modewereld en gaf hij advies aan merken als Stella McCartney

Dankzij zijn tijd bij Edelkoort waren de lijntjes met de grote merken nog kort, en werd de ‘millennial textielkoning’ geregeld ingehuurd. Zo ontwierp hij in deze periode sjaals voor Nike, een een jas voor de creatief directeur van Moncler en, samen met Maarten Baas, een strandstoel voor Louis Vuitton.

Het gaf hem veel persaandacht maar ook iets ongrijpbaars: was hij nou modeontwerper, textielmaker of iets anders? Akkersdijk: „In die tijd leefde ik alleen maar op de hype. Ik was een husselaar. Ik maakte veel eenmalige kledinglijnen en producten maar had verder niks om te verkopen. Kwam ik thuis van een businessclass-vlucht en kon ik niet eens 10 euro afrekenen bij Albert Heijn. Vijf jaar lang had ik alles gegeven, maar in 2015 was ik hélemaal op.”

Dit was het omslagpunt: hij besefte dat hij kapitaal nodig had om écht iets blijvends neer te kunnen zetten. Via via kwam hij in contact met twintigers die „een klapper” hadden gemaakt in de techboom van de jaren daarvoor. Een daarvan was Arnoud Haverlag, die geld had verdiend met het verkopen van zijn bedrijf Marvia, dat software leverde voor het maken van reclamefolders. Akkersdijk: „Zij hadden de business. Ik had de hype.”

Met Haverlag als compagnon begon hij Byborre. In 2017 betrokken ze een kantoor en werkruimte in een bedrijfspand in Amsterdam Sloterdijk. Beetje bij beetje groeiden ze. Inmiddels heeft Byborre er zo’n 2.500 vierkante meter in gebruik. Tussen de zes futuristische breimachines – ieder vier meter breed, drie meter hoog – die kleurige, experimentele stoffen uitspuwen, voelt Akkersdijk zich soms „net als Willy Wonka”.

De invloed van de techwereld merk je in Akkersdijks manier van praten, alsof hij constant een pitch houdt voor geldschieters, met termen als seeding en funding. Naast creatievelingen zitten in het team van Byborre ook bijvoorbeeld back-end developers, die zich bezig houden met de softwarekant van het textielbedrijf.

Vooral de laatste jaren groeit het bedrijf hard: in 2020 (vijftien vaste medewerkers) haalden ze ruim drie miljoen euro op bij een investeringsronde. Op dit moment loopt weer een – grotere – investeringsronde, bij zowel Europese, Japanse als Amerikaanse investeerders. Akkersdijk en Haverlag verwachten binnenkort de stap te kunnen maken naar een scale-up, aan het eind van dit jaar willen ze tachtig mensen in dienst hebben. Winst maken ze nog niet. Maar de zaken gaan goed, zegt Akkersdijk. „Ik hoef niet meer op mijn rekening te kijken of ik mijn boodschappen kan betalen.”

Stretch-oefeningen

Anders dan in de ‘hype-jaren’ probeert Akkersdijk nu vrij rustig te leven. Zijn ochtenden zijn „heilig”. Die begint hij met een half uur stretch-oefeningen („Omdat ik lang ben, heb ik snel last van mijn rug”), gevolgd door een koude douche. Daarna ontbijt hij met zijn vriendin, pr-manager Esmée van den Boom. Toch werkt hij vaak door tot laat in de avond. „Veel klanten zitten in Amerika, dus dan zit je met het tijdsverschil.”

Het gesprek eindigt met een tour door het gebouw. Op een werkblad in een ontwerpruimte ligt een oranje proeflap. „Voor een merk van [luxeconcern] LVMH, de naam mag ik nog niet zeggen. Maar als ze ja zeggen, mogen we voor alle winkels de interieurstoffen doen.”

Foto’s Lin Woldendorp

Lees verder…….