Kan salderen de energietransitie nog wel verder helpen?

Dat het een daverend succes was, zal niemand ontkennen. Sinds de salderingsregeling twintig jaar geleden werd ingevoerd, heeft zonne-energie in Nederland een ongekende vlucht genomen. Waar er in 2004 nog maar 180.000 panelen verspreid over alle daken lagen, zijn dat er inmiddels bijna 60 miljoen – 333 keer zo veel. Per hoofd van de bevolking liggen er in Nederland zelfs meer zonnepanelen op de daken dan waar dan ook ter wereld. Zonne-energie is hier in feite mainstream geworden.

Uiteraard zijn er nog andere factoren geweest die een rol speelden bij deze doorbraak van een schone energievorm. De panelen zelf, bijvoorbeeld, zijn steeds goedkoper geworden, wat de aanschaf ervan aantrekkelijker maakte. Maar de impact van de salderingsregeling kan volgens vriend en vijand niet overschat worden. Het maakte de terugverdientijd van een voorheen onrendabele nieuwe energiebron in één klap zo kort dat mensen massaal aan de zonnepanelen gingen. „Dit is tot nu toe misschien wel de allerbeste stimuleringsmaatregel voor de energietransitie”, zegt directeur Wijnand van Hooff van de brancheorganisatie voor de zonne-energiesector.

Goed nieuws dus dat de regeling (voorlopig) blijft, zou je denken. De Eerste Kamer stak afgelopen week een stokje voor het plan van demissionair minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) om de regeling geleidelijk af te schaffen. Volgens Jetten kleven er inmiddels te veel nadelen aan, onder andere de hoge kosten voor de overheid. Maar je kunt ook redeneren: de regeling heeft reeds honderdduizenden mensen verleid om zonnepanelen te kopen, en er is de komende jaren nog veel meer zonne-energie nodig om de klimaatdoelen te halen, dus waarom niet nog even ermee doorgaan? In het belang van de energietransitie?

Iedereen moet aan boord

Dat is in ieder geval wat Eerste Kamerlid Ferd Crone van GroenLinks-PvdA, een van de aanvoerders van het verzet tegen het plan van Jetten, vindt. Volgens hem hebben tot nu toe vooral rijkere mensen gebruikgemaakt van de salderingsregeling, maar is het nu ook belangrijk dat de volgende groep mensen aanhaakt: de burgers met een kleinere beurs. Om de transitie echt tot een succes te maken, moet iedereen namelijk aan boord zijn.

De tegenstanders van de salderingsregeling komen opmerkelijk genoeg tot een diametraal tegenovergestelde conclusie. Volgens hen is het behouden van die regeling juist een gevaar voor de energietransitie. Dit (onder andere) omdat al die zonnepanelen op daken inmiddels zo veel stroom opwekken dat het stroomnet geregeld overbelast raakt. En dat belemmert verdere groei van zonne-energie.

Op de momenten dat zonnepanelen nu stroom produceren (als de zon schijnt) is dat vaak veel meer dan de bezitters ervan zelf nodig hebben – gemiddeld gaat 60 tot 70 procent van de opgewekte elektriciteit terug naar het stroomnet – en daarmee zijn zij hoofdverantwoordelijk voor de verstopping, aldus de critici. Het is de salderingsregeling die dit ‘perverse’ effect vooral zou veroorzaken: die geeft zonnepanelen-bezitters het recht om al hun overtollige stroom terug op het net te zetten, en het net in feite als batterij te gebruiken. Op een later moment kunnen zij al dan niet die stroom ‘terugvragen’ (en wordt een en ander vervolgens door de energieleverancier tegen elkaar weggestreept in de energie-eindafrekening).

Eigenlijk zijn veel huishoudens een soort mini-energieproducenten geworden. Maar het elektriciteitsnet weet daar dus bij vlagen geen raad meer mee. Als er te veel stroom tegelijk terug het net op moet, maar het net kan die stroom nergens kwijt, dan slaan de zogeheten ‘omvormers’ automatisch af en schakelen de panelen uit. Daardoor gaat veel ‘groene’ stroom verloren. Dat gebeurt steeds vaker.

Zelfs bedrijven die hun geld verdienen met zonnepanelen zijn daarom inmiddels tegenstanders van salderen. Van Hooff van brancheorganisatie Holland Solar vindt ondanks zijn lof bijvoorbeeld dat de regeling toch weg moet. „Je hebt nu juist vooral een stimuleringsmaatregel nodig die de knelpunten voor verdere groei wegneemt, namelijk de verstopping van het net. De beste oplossing daarvoor is natuurlijk netverzwaring, maar dat duurt een tijd. Dus moet je in de tussentijd focussen op ontlasten van het net.”

Dat kun je volgens hem doen door ‘flexibel’ gebruik van stroom nu zoveel mogelijk te stimuleren. Daarmee bedoelt hij dat stroom zoveel mogelijk wordt benut op het moment dat die ook opgewekt wordt. Of als dat niet kan, door overtollige stroom tijdelijk op te slaan in bijvoorbeeld een accu, zodat je die op latere momenten alsnog kunt gebruiken. Op die manier hoeft ook niet zo veel stroom meer ‘teruggezet’ te worden op het net.

Verkeerde prikkel

Doordat alle stroom nu dezelfde prijs lijkt te hebben, realiseren mensen zich vaak niet eens dat de stroom die ze ’s avonds gebruiken helemaal niet van hun eigen dak komt, beaamt Sanne de Boer, specialist energietransitie van de Rabobank en ook tegenstander van de regeling. Die stroom wordt juist vaak opgewekt in gascentrales, wat helemaal niet zo duurzaam is. „Doordat we de salderingsregeling alsmaar in stand houden, krijgen mensen geen prikkel om hun verbruik aan te passen. Terwijl we het liefst zo min mogelijk de gascentrales aan willen zetten.”

De Boer erkent dat mensen niet zomaar alles kunnen veranderen, niet ineens overdag tijdens een werkdag massaal tv gaan kijken in plaats van ’s avonds bijvoorbeeld. „Maar alle beetjes helpen”, zegt ze. 

Uiteindelijk zijn alle experts het hierover eens: hoe meer energie uit zon en wind komt, hoe meer het aanbod zal schommelen. Een kerncentrale of gascentrale kan sneller draaien, maar de zon gaat niet op verzoek harder schijnen, de wind harder waaien. Groene energie komt met pieken en dalen in het aanbod.

Gedragsverandering van de consument kan het net dan wel ontlasten. Mensen die hun elektrische auto overdag opladen, wassen en drogen als de zon schijnt. En innovatie kan daar ook bij helpen, zegt Olof van der Gaag, voorzitter van de branchevereniging Nederlandse Vereniging Duurzame Energie. Hij verwacht dan ook dat leveranciers meer slimme oplossingen ontwikkelen zodra er meer vraag naar komt. „Er zijn al wat slimme laadapps voor elektrische auto’s, maar het staat allemaal nog in de kinderschoenen. Door de salderingsregeling is er núl stimulans om dit soort dingen te ontwikkelen. Terwijl: je kan zelfs denken aan een buurtbatterij voor de straat, om energie overdag op te slaan en ’s avonds te gebruiken.”

Bij de beslissing om wel of niet het dak te beleggen met zonnepanelen, kijken mensen vooral naar terugverdientijd, bleek eerder al uit onderzoek van PwC. En de salderingsregeling brengt de terugverdientijd altijd omlaag. Dus ja, zegt Van der Gaag, wanneer de regeling wordt afgeschaft, heeft dat effect op hoeveel mensen panelen kopen. „Maar onderzoeken laten zien dat de terugverdientijd ook als de salderingsregeling wordt afgebouwd nog maar zo’n zeven jaar is. Dat komt doordat zonnepanelen alsmaar goedkoper en beter zijn geworden.” Anders gezegd: rendabel blijft het toch wel.

‘Psychologisch effect’

Marjan Minnesma, directeur van de stichting Urgenda, een organisatie die zich bezighoudt met innovatie en verduurzaming, erkent de tekortkomingen van de regeling maar is toch blij dat die behouden blijft – al had ze wel wat aanpassingen willen zien. Volgens haar moeten de tegenstanders niet onderschatten wat voor negatief „psychologisch effect” het schrappen ervan zou hebben.

De salderingsregeling is volgens Minnesma een van de weinige steunprogramma’s die ook huishoudens met een lager inkomen concreet helpt bij de verduurzaming, als een elektrische auto of een warmtepomp bijvoorbeeld buiten bereik blijft. „Die groep mensen is nu eindelijk aan het doen wat de overheid in hun ogen jarenlang van ze gevraagd heeft: zonnepanelen plaatsen. Als diezelfde overheid nu weer zou stoppen met de regeling, voelen zij zich logischerwijs bekocht. Dan krijgen ze het gevoel dat de overheid er niet voor hen is, maar alleen voor de champagne-sippende elite.”

Wel denkt Minnesma dat het beter zou zijn als de regeling iets gewijzigd wordt. Steeds meer energieleveranciers vragen nu een vergoeding van hun zonnepanelenklanten als die overtollige stroom willen terugzetten op het net, omdat zij zelf op dit moment vaak in de winter dure stroom moeten terugkopen op de energiemarkten om de stroom die huishoudens zomers hebben aangeleverd weer terug te kunnen geven. Dat doet een deel van het effect van de salderingsregeling „teniet”. En doorberekenen moeten ze wel, aldus Minnesma, anders gaan leveranciers „kopje onder”. Minnesma pleit ervoor dat de overheid wel het belastingdeel blijft salderen (dat betaalt de overheid) en niet de kale energieprijs.

De huidige verstopping van het net hoeft dan verder geen al te groot obstakel te zijn, volgens haar. „Ja, op piekmomenten leveren zonnepanelen inderdaad te veel stroom terug. Maar dan moeten we die zonnepanelen maar even uitzetten. Vervelend voor de eigenaar misschien, want die verdient dan niks. Maar zo heel vaak gebeurt het ook weer niet. De oplossing is volgens mij niet om de hele boel maar af te gaan remmen. Een transitie schuurt nou eenmaal af en toe.”

Voorstanders van afschaffing zijn ervan overtuigd dat de regeling uiteindelijk toch zal sneuvelen. De regeling is intrinsiek onhoudbaar, zeggen ze, het is duur en het belast het net te veel. Bovendien houdt het een vals beeld in stand, want stroom is nou eenmaal niet altijd even duurzaam en evenveel waard. Niet voor niks, zeggen ze, komt de discussie steeds weer terug – eerdere kabinetten waagden vanaf 2017 ook al verschillende pogingen om de regeling af te schaffen. Van der Gaag: „Ook de volgende regering zal zich uiteindelijk realiseren dat het anders moet.”