‘Invoelbare pijn heb ik intussen genoeg verzameld’

Focus De ‘torch song’ is een super-sentimentele ballad waarin het smachten is naar liefde die verpletterend afliep of uitdoofde. Zanger Wouter Hamel (45, Den Haag) is dol op dit kleine zanggenre.

Wouter Hamel.
Wouter Hamel. Foto Diederick Bulstra

Hartzeer is universeel. Maar moet je alles allemaal hebben doorstaan om een torch song goed te kunnen zingen? Als jonge student op het conservatorium dacht ik: wat een onzin. Je vond een leuk liedje, je volgde het jazzschema en bracht het er prima van af. Nu denk ik: ja, een nummer als ‘The End of a Love Affair’ zoals Billie Holiday dat zong, is enkel te zingen met invoelbare pijn. Nou, daar heb ik op mijn 45ste intussen genoeg van verzameld. Nu voel ik wat ik zing.”

Verloren liefde. Onbeantwoorde liefde. De torch song is een super-sentimentele ballad waarin het smachten is naar liefde die verpletterend afliep of uitdoofde. Zanger Wouter Hamel (45, Den Haag) is dol op dit kleine zanggenre. Eigenlijk, zegt hij, maakte hij al zeven albums tussen jazz en pop vol torch songs. In ‘Amaury’ zong hij, vijf jaar terug: ,,I’ve been trying to make a dollar singing heartbreak songs.” In mei gaat Hamel na jaren weer op tournee in Korea. De theatertournee met zijn band, met onder meer liedjes van zijn recente plaat Little Torch, begint volgende week. Verwacht gebroken harten en fantasievolle droombeelden in dramatisch theaterrook.

„Bezieling is het sleutelwoord. Neem ‘That Old Feeling’ van Chet Baker. Vond ik vroeger ‘gewoon’ een mooi liedje. En nu voel je de eindeloze diepte: hoe je iemand liefhebt terwijl je wéét dat het over is. Eerst het mooie, dan het wegvallen ervan en dan die donkerte. Heel concreet sta ik nu niet iemand te missen op het podium maar dat beklemmende gevoel inspireert mij al zo lang. En ik kies altijd weer de meest zwaarmoedige ballad van het album.

„In mijn conservatoriumtijd, eind jaren negentig, moest ik naar de bibliotheek voor nieuwe muziek. Daar ging een wereld voor mij open. Pianist Horace Silver, maar vooral ook zangeressen als Peggy Lee – haar koele ‘Fever’! – Chris Connor en Mildred Bailey met haar ‘Lover, Come Back To Me’. Julie London, pin-up, filmster en jazzzangeres in één, beschouw ik als moeder van de torch song. Haar ‘Cry Me A River’ in 1955 – een voorbeeld. Bij haar voel ik sterk het oude Hollywood. Maar het is kille glamour, ze zit alleen op het podium in het licht, het orkest ver weg.

„Ik deel mijn liefde voor London met zangeres Lilian Hak, producer van mijn recente album Little Torch. Zij gaf mijn liedjes een filmische film-noirsound. Naast droefheid hebben torch songs iets elegants, rokerigs en melancholisch. De productie laat veel ruimte aan de stem zodat die kan schitteren en zwelgen. Al maakt doseren het grootste verschil, dan hoor je alle kleuren in je stem.

„In de uitdrukking ‘to carry a torch for someone’ zit passie. Op mijn plaat draait het meer om ‘haunted’, van haast bezeten smachtend, naar het soort ‘haunting’, iets waar je, mogelijk tegen beter weten in, maar achteraan blijft zitten. En áls de liefde er is, is het meteen een wild avontuur. Een paradijs weg van die verdrietige wereld.”

Lees verder…….