In huispakken winkelen in Zaandam – waar bijna iedereen een huis- of joggingpak draagt

Marcel van Roosmalen

Een vriend had ons twee identieke beige huispakken gegeven. Een huispak is een joggingpak voor thuis, alleen dan van een of andere thermische stof. Ik had nog nooit een huispak gedragen. Toen we ’s avonds voor het eerst in onze huispakken naast elkaar op de bank lagen, ging er een wereld open. We zagen eruit als bestuurders van een ruimteschip, maar het was lang geleden dat ik zo comfortabel had gelegen. En we hadden het nog warm ook.

De dag erop was het zaterdag, een dag waarop we gewoonlijk achter onze kinderen aansukkelen.

„Ik trek weer mijn huispak aan”, hoorde ik mezelf zeggen.

„Ik ook”, zei ze.

’s Middags gingen we winkelen in Zaandam.

In de spiegel in de parkeergarage zagen we voor het eerst wat voor groep we waren geworden, want we hadden onze dochters ook joggingpakken aangetrokken. We lachten om onszelf, zoals we vroeger om andere mensen lachten. Zelfverzekerd wandelden we door Zaandam, een stad waar bijna iedereen in huis- of joggingpakken loopt.

Op een van de bruggetjes in het centrum was ‘een verkiezingsmarkt’. Vroeger liepen alle partijen tussen het winkelend publiek, tegenwoordig staan ze op een kluitje met elkaar te praten. Een service waardoor de kiezers er ook omheen kunnen.

We gingen er dwars doorheen.

GroenLinks deed niet eens moeite, maar de PvdA zat ons meteen achter de joggingbroek. We kregen niet één, maar drie rozen. De jongen die ze uitdeelde, hij zei meteen dat hij het zelf niet breed had, zei dat je ze samen in een vaas kon doen en dat het dan net een bos rozen was. Kochten we weleens bloemen of hadden we daar geen geld voor? Hij hield ons duidelijk voor mensen met weinig geld.

„We zijn geen minima”, zei ik, „we zijn columnisten.”

Zijn blik scande ons van boven naar beneden, hij moest lachen.

Lucie van Roosmalen (6) keek vragend omhoog en richtte zich daarna tot de gulle PvdA-jongen.

„Heb jij ook snoep?”

Het was een vaker gestelde vraag. Hij wees naar een PVV-mevrouw aan de overkant van het bruggetje, die rondging met een mand vol paaseitjes. Ik zag mijn dochter erheen sprinten.

Ik zei iets in de trant van ‘Het is alsof ze het electoraat van de laatste twintig jaar uitbeeldt’.

Er viel een ongemakkelijke stilte.

Dat ik zei dat we normaal nooit in identieke huispakken lopen, maakte het alleen maar erger.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….