‘Ik mis het wonen in Amsterdam of Utrecht totaal niet’

Chris: „Ik doe meer in het huishouden dan Loes beseft. Bijvoorbeeld als ik zie dat de ramen vuil zijn, dan ga ik de ramen lappen.”

Loes: „We vinden allebei van onszelf dat we iets meer in het huishouden doen dan de ander. Maar ik heb gelijk, haha.”

Chris: „Vroeger kwam de werkster elke week, nu komt ze om de week.”

Loes: „We hebben de afgelopen tijd veel geïnvesteerd, onder meer in onze eigen woning en in een recreatiewoning die we met vrienden gebouwd hebben. Daarom moeten we even bezuinigen.”

Chris: „Ik heb er geen last van dat ze minder vaak komt, want ik kan goed leven met een onopgeruimd huis.”

Loes: „Ik pak nu wat vaker de stofzuiger.”

Chris: „Koken en afwassen doen we echt afwisselend, net hoe het uitkomt.”

Loes: „Sinds een jaar run ik samen met een vriendin een bedrijf, Firma SCHAEP. We maken kunstwerken van vilt, met wol van lokale schapen. Ik vind het heerlijk om te doen. Je moet de wol met water en zeep bewerken, alle lucht eruit persen, totdat je een natte rol hebt. Je kunt er lekker je agressie in kwijt. Het is een mooi proces, je hebt maar ten dele controle over het resultaat. Dus twee kunstwerken worden nooit hetzelfde.”

Chris: „Ik vind het wel leuk dat Loes nu ook een bedrijf heeft. Ik heb een architectenbureau in Ouder-Amstel, samen met twee collega’s. Een eigen zaak is toch iets heel anders dan een vaste baan. Je wil kansen ontwikkelen, dus je zet net dat stapje extra. Als Loes een dag vilt gaat maken, is ze niet voor het avondeten thuis. Vroeger was ik de enige die vaak moest overwerken, nu begrijpt ze mij beter.”

Loes: „Het fysieke aspect van vilt maken is een fijn contrast met mijn andere werk. Want ik werk ook drie dagen per week als gezondheidszorgpsycholoog in het ziekenhuis. Ik help bijvoorbeeld mensen die na een operatie kampen met psychische klachten. Dat is intens werk, dus ik vind het leuk om daarnaast ook iets creatiefs met mijn handen te doen.”

Chris: „Ik heb momenteel wel wat onrust op mijn werk. Ik ontwerp vooral villa’s voor particulieren, al hebben we ook zakelijke klanten. Het probleem is dat de particulieren nu wegblijven. Vanwege de hoge rente is geld lenen momenteel erg duur. Daardoor is zelf een huis laten bouwen gewoon te duur geworden.”

Liever Eindhoven dan een vinexwijk

Loes: „Tot vijf jaar geleden woonden we in Utrecht. We wilden groter wonen vanwege de kids. Toen hebben we in Leidsche Rijn, een nieuwbouwwijk in Utrecht, gekeken naar een kavel.”

Chris: „Ik had onze woning al ontworpen. Maar uiteindelijk zagen we onszelf toch niet in een vinexwijk wonen, dus toen zijn we naar Eindhoven verhuisd. Hier konden we met ons budget een groter huis krijgen. En we wonen liever in een prettige stad buiten de Randstad dan in een nieuwbouwwijk binnen de Randstad.”

Loes: „Hier wonen we in de stad, op tien minuten lopen van het centrum. We hebben een mooie jarenvijftigwoning. De kinderen gaan hier om de hoek naar school. Ze hebben veel vriendjes en vriendinnetjes in de buurt. En we hebben verbinding met de buren, die ook allemaal creatieve dingen doen.”

Chris: „Ik heb met veel plezier in Amsterdam gewoond, en later in Utrecht. Maar ik mis het wonen in Amsterdam of Utrecht totaal niet.”

Loes: „Utrecht is een soort tweede Amsterdam geworden, vooral sinds de Tour de France er startte in 2015. Veel toeristen, erg druk.”

Chris: „Ook Eindhoven wordt nu alweer duurder, want de techindustrie trekt veel mensen naar de regio. Wij zijn er nog op tijd bij geweest, maar we hebben veel vrienden die ook in het creatieve zitten, meubelontwerpers of vormgevers, en die kunnen al bijna geen huis meer kopen in Eindhoven.”

Loes: „Maar het is ook wel leuk dat de stad steeds internationaler wordt.”

Chris: „Je kunt er van alles van vinden, maar je kunt ook naar de positieve kant kijken. Chipfabrikant ASML gaat nu ook cultuuraanbod financieren. Dus het kan ook betekenen dat er meer cultuur komt in Eindhoven, dat er straks nog meer te doen is.”

Feministisch

Loes: „Ik had altijd de woensdagmiddag met onze kinderen Juul (10) en Roos (7), tot een paar maanden geleden. Nu werk ik op woensdag en heeft Chris de kinderen op woensdagmiddag. Dan zijn ze vrij, dus dan kun je leuke dingen met ze gaan doen.”

Chris: „Het bevalt me hartstikke goed. Toen ze nog heel jong waren was het anders. Dan zit je op woensdagmiddag opeens met een baby, midden in je werkweek. Daar word ik niet heel gelukkig van. Maar nu ze wat ouder zijn kunnen we lekker gaan knutselen samen. Dus nu vind ik het juist leuk.”

Loes: „Het punt is nu weer dat ik de kinderen mis. Ik vond het altijd een fijne onderbreking van de werkweek. Dus vanaf januari ruilen we weer. We hadden het heel feministisch bedacht. Ik dacht: dan gaat Chris gewoon eens lekker twee dagen de kinderen van school halen en ik nog maar één dag, dat is ook wel een keer goed. Maar ja, dan merk ik dat ik toch meer tijd met de kinderen wil doorbrengen.”

Chris: „Misschien is dit juist wel feministisch. Dat je het gewoon precies zo regelt als je het wil hebben.”